Leven wij werkelijk als kinderen van God, zijn we vrij van de machten van de duisternis? Is onze band met God en de naaste op zo'n niveau dat ons geloof ons weten overstijgt?
De echte offerande is onzichtbaar; die gebeurt in het dagelijks leven, in elk moment waarin we iets van onszelf prijsgeven omwille van God, omwille van de naaste, omwille van gerechtigheid, omwille van de vrede, omwille van de liefde. Ieder goed woord, elk moment dat we ons inhielden omwille van de ander, waarin we onze tegenzin overwonnen, ons geduld bewaarden; zeg maar alles wat Paulus in zijn hooglied van de liefde noemt. Dat is het echte offer dat wij inbrengen.
Hoe grijs de werkelijkheid vaak ook is, als het erop aankomt moeten wij getuigen met een krachtig ja of nee, dan komt er opnieuw licht in de wereld; Licht van Christus.
Gods goedheid overtreft ons gevoel van rechtvaardigheid. Jezus houdt ons een spiegel voor met de werkers van het elfde uur. Hoe barmhartig ben ik voor mijn naaste? Wanneer krijgt jaloersheid of afgunst grip op mij?
Samenwerking, vriendschap, gemeenschap, kerk, dorp, gezin, hoe houd je het in stand en op peil? Maar ook, hoe houd je het zuiver en oprecht, open en transparant?
Wanneer een samenleving Jezus niet navolgt, niet oppakt wat Jezus ons leert over God de Vader, als een samenleving haar eigen godsbeelden schept - soms een slap aftreksel van wat Jezus leert, soms iets heel anders - dan valt een maatschappij terug op haar eigen ideeën, haar eigen kracht en macht.
Het mysterie van de ten hemel opneming van Maria. Zij, bij wie God thuis mocht zijn, is nu definitief bij God thuis. Het feest van de ten hemel opneming van Maria is ook ons feest. Wat zij nu heeft ontvangen, zullen wij ook eens ontvangen.
Kun je in deze tijd wel van je geloof getuigen, getuigen van Christus, in een wereld die onverdraagzamer lijkt te worden voor alles wat niet algemeen is geaccepteerd? Ja, dat is mogelijk omdat Christus je uitnodigt en zolang jij je blik in geloof op Hem gericht houdt. Dat ervaart Petrus. Zolang Hij vooruit gaat omdat Jezus zegt: “Kom”, en hij Hem nadert in geloof, trotseert hij alle tumult om hem heen. Maar zodra hij zich laat afleiden door de golven, de wind en hoe alles raast en kolkt, dan krijgen deze grip op hem en zinkt hij weg in vertwijfeling.