Op deze laatste zondag van het kerkelijk jaar vieren we het hoogfeest van Christus Koning van het heelal. We mogen stilstaan bij wat zijn grootheid is.
De afgelopen eeuwen is een cultuur opgebouwd met een sfeer waarin ratio, atheïsme en wetenschap tegengesteld lijken aan geloof en religie. Gaandeweg komt daar verandering in.
Gods goedheid en Gods barmhartigheid is onnavolgbaar voor ons al te aardse verstand, die druist in tegen ons idee over rechtvaardigheid, maar die is tegelijk o zo weldadig als het ons eigen leven betreft.
Petrus wordt geconfronteerd met het lijden van Jezus. Daar heeft hij veel moeite mee, hij wijst het af. We mogen ons vandaag herkennen in Petrus, maar vervolgens luisteren naar de weg die Jezus wijst, een weg ter navolging.
Wij mogen deze vrouw uit het Evangelie dankbaar zijn, dat zij heeft volgehouden en zich niet heeft laten vangen door hoogmoed of gekrenkte trots, door meningsverschillen uit de geschiedenis. Haar vasthoudendheid is een voorbeeld voor ons.
Jezus leert zijn leerlingen met alle tegenslagen om te gaan. Je hebt verschillende soorten mensen, er zijn verschillende omstandigheden en Gods Koninkrijk heeft ook vijanden.
De profetische kritiek van Fátima is dat de mensheid het heil niet moet proberen te verwerven uit eigen macht, zonder God of tegen God, maar door bekering, door te luisteren, door mee te bewegen met de heilige Geest en de weg van Christus te gaan.
We vieren vandaag feest om God Zelf, om wie God is en om hoe God zich door Jezus aan ons openbaart; God is volmaakte eenheid en op drie manieren persoonlijk met ons verbonden, God Vader, God Zoon en God heilige Geest.