Het is de tweede zondag van Advent, de tweede kaars wordt ontstoken, Kerstmis komt al dichterbij. Johannes de Doper roept ons in het Evangelie op de weg voor de Heer te bereiden.
Vandaag, op de tweede zondag van de Advent ontmoeten we Johannes de Doper. Hij lijkt zo streng, maar hij is een vreugdebode. Het licht wordt groter, de tweede kaars wordt ontstoken, woorden van troost en bemoediging klinken, Hij komt, Kerstmis nadert snel.
We horen vandaag over een visioen van vrede, wie zou daar niet naar verlangen, juist in deze Advent? De vervulling van het visioen is Christus, en zijn nabijheid vieren we.
Profeten roepen ons op tot bekering. Die bekering zal leiden tot grote vreugde, want dan kan God zijn heil laten stromen over zijn volk en over heel de wereld.
Barmhartigheid en gerechtigheid zijn broer en zus. Gerechtigheid heeft alles met rechtvaardigheid en recht te maken; zorgen dat iemand krijgt waar hij of zij recht op heeft. De barmhartigheid vult de gerechtigheid noodzakelijkerwijs aan, want soms is er geen recht te halen of te geven, soms is het onrecht niet te herstellen.
Wij zijn elkaars hoeder, elkaars herder. Om een herder of herderin te worden naar het hart van De Goede Herder, moet zijn liefde wonen in ons hart, moet zijn Geest huizen in ons, moet zijn verlangen, zijn wil onze drijfveer zijn.
Hoe vaak gaat de dagelijkse praktijk voor op de inhoud van ons geloof? Wat komt eerst? Salaris en inkomen of het geloof en de moraal? Wat komt eerst? Meedoen met de mening van de wereld of staan voor de afwijkende mening van Christus en zijn Kerk?