Een woord van troost en een oproep tot bekering komen samen op deze tweede zondag van de Advent. Johannes de Doper wijst vooruit naar de komst van de Sterkere.
Vandaag, op de tweede zondag van de Advent ontmoeten we Johannes de Doper. Hij lijkt zo streng, maar hij is een vreugdebode. Het licht wordt groter, de tweede kaars wordt ontstoken, woorden van troost en bemoediging klinken, Hij komt, Kerstmis nadert snel.
Wij zijn elkaars hoeder, elkaars herder. Om een herder of herderin te worden naar het hart van De Goede Herder, moet zijn liefde wonen in ons hart, moet zijn Geest huizen in ons, moet zijn verlangen, zijn wil onze drijfveer zijn.
Een heilig leven en innige vroomheid, leeft dat verlangen nog in ons hart? Doen wij nog boete? Boete als teken dat het anders moet. Of lijkt ons dat iets van het verleden, niet passend voor moderne mensen?
Troost: Is weten dat God naar je luistert, dat Hij je helemaal kent, dat Hij om je bekommerd is. Dat geeft een troost in de diepste diepte, waardoor je als mens herstelt.
Denk aan de Doper, wat hij zei, wat hij daar riep voor jou en mij: ‘bereid de weg des Heren’. Dat is het waar het nu om gaat, wat in het Evangelie staat, de kansen zullen keren. (Sinterklaaspreek op rijm)