We mogen naderen tot de bron, zoals de Samaritaanse vrouw naar de bron toe gaat. We komen tot de Eucharistie om onze diepere dorst te lessen bij de bron van Levend Water, Jezus Christus.
Deze veertigdagentijd mag een tijd van luisteren zijn, vooral luisteren naar de Zoon, want zo ontdekken we wat God wil, waar God behagen in heeft en zo mogen we zelf meer en meer Gods veelgeliefde kinderen worden in wie Hij zijn behagen stelt.
God heeft dorst naar ons: naar ons geloof, naar ons vertrouwen, naar onze inzet voor de naaste. Hij nodigt ons uit om in naastenliefde geen onderscheid te maken.