Zoals het er in de wereld aan toegaat, zo moet het niet gaan in de Kerk. Dat horen we in het Evangelie. Helaas gaat het ook in de Kerk vaak fout. We mogen bij Christus kracht en inspiratie opdoen.
Geven is een belangrijk onderwerp in het Evangelie. Vandaag gaat het over het geven aan de overheid en het geven aan God. Het is een goede gelegenheid om na te denken over onze verhouding met de overheid en onze eigen houding in het geven. Nemen wij daarin zijn Woord en voorbeeld als richtsnoer.
Het gebed kan ons soms tegenstaan, maar als we dan toch aan het gebed voorrang geven, is het altijd vruchtbaar: je hart komt tot rust, de stress gaat eraf, je denkt nog net aan iets wat je dreigde te vergeten, maar bovenal, je voedt de verbondenheid met de bron van ons leven.
Hoe bidden wij? In het Evangelie ontmoeten we twee jongen mannen die in hun vrijmoedigheid iets aan Jezus vragen. Net als zij moeten ook wij leren dat het eerst gaat om de navolging van Christus. Hij geeft zijn leven.
De ziekenzalving is een sacrament dat Jezus ons heeft nagelaten. Een sacrament dat ik graag vergelijk met Jezus in de Hof van Olijven. Er staat dat er een engel kwam om Hem te sterken. Ook Jezus had kracht uit de hemel nodig om die erbarmelijke weg van het lijden aan te durven. Hij heeft die kracht ontvangen en Hij heeft het volbracht.
In het leven staan we dikwijls voor keuzen. Soms reële keuzen, soms valse dilemma’s. Het is goed om Jezus’ Woord te horen en ons te laten voeden met zijn heldere keuzes.
Jezus vraagt: ‘Zijn jullie in staat de beker te drinken die Ik drink en met het doopsel gedoopt te worden waarmee Ik gedoopt wordt?’ Het gaat hierbij om strijd, om een innerlijke strijd. Je hebt meer te strijden met jezelf dan met anderen. Strijd met Christus mee, met de engelen mee, met de heiligen mee, strijd; maar strijd eerst tegen alles wat in jezelf is blijven hangen van de oude mens, de oude Adam en Eva.