Geven is een belangrijk onderwerp in het Evangelie. Vandaag gaat het over het geven aan de overheid en het geven aan God. Het is een goede gelegenheid om na te denken over onze verhouding met de overheid en onze eigen houding in het geven. Nemen wij daarin zijn Woord en voorbeeld als richtsnoer.
In het leven staan we dikwijls voor keuzen. Soms reële keuzen, soms valse dilemma’s. Het is goed om Jezus’ Woord te horen en ons te laten voeden met zijn heldere keuzes.
Van God zijn maakt je vrij. Niet gehecht, bereid om te geven en om los te laten. Vrij om goed te doen, vrij om te leven naar Gods bedoeling, aan niemand schatplichtig. Vrij, zoals God ons bedoeld heeft.
God als eerste keuze, maar met het andere erbij. Niet God óf je naaste, niet bidden óf werken, niet wetenschappelijk óf gelovig, maar allebei: wetenschap én geloof, bidden én werken, God én je naaste.
De wereld is scheef verdeeld. Het is aan ons mensen om het evenwicht te herstellen. God heeft er iets aan gedaan door Zijn Zoon te sturen en door de mensen daarmee te herstellen in de relatie met God. Want wie opnieuw beeld van God wordt, die drukt de liefde van God uit.