Ga naar hoofdinhoud

De veertigdagentijd is misschien wat ongemerkt begonnen. De veelheid aan ingrijpende gebeurtenissen van de afgelopen dagen hebben onze aandacht gevangen gehouden. De mededelingen van onze koningin en van paus Benedictus en dan ineens de dood van de dertienjarige Anass. Heel verschillende gebeurtenissen met ook een andere impact. Het verlies van een jong leven schokt velen, mede door de vragen die blijven hangen. Welke ouder ervaart niet schrik en angst, alleen al door de gedachte dat dit kan gebeuren. Deze gebeurtenis zal zeker nog doorwerken.

Door deze omstandigheden zijn voor sommigen de carnavalsdagen ongemerkt voorbijgegaan. Hier lijkt het leven even stil te staan, maar elders draait de wereld altijd door. Het aftreden van de paus was bij het carnaval overigens wel een inspiratiebron. Een als bisschop geklede carnavalvierder droeg een bord met het volgende opschrift: “Benedictus? De volgende paus, dat BEN-IC-DUS. Ik zie het als authentieke carnavalshumor. Midden in het leven worden we geconfronteerd met de dood. Rondom de dood zien we het leven doorgaan.

Het zijn wat gedachten aan het begin van onze veertigdagentijd. Het is een goede traditie om jaarlijks zo’n bezinningstijd te hebben, een tijd om na te denken. De veertigdagentijd leent zich uitstekend als oefentijd. Wie piano wil leren spelen, moet oefenen. Dat geldt ook voor voetbal, voor taal en rekenen, waarvoor eigenlijk niet; een baby oefent de handjes, alles vraagt oefening.

Ooit trok het volk van Israël veertig jaar door de woestijn. Het was een oefenschool in trouw aan God en in het doen van gerechtigheid. Jezus heeft ook een oefentijd van veertig dagen woestijn ingelast. Hij moest zich oefenen om stand te houden bij alle bekoorlijkheden van deze wereld. Hij kwam eruit als overwinnaar en begon met zijn zending.

In deze dagen zo kort na de dood van Anass horen we weer veel over pestgedrag, soms terecht, soms onterecht. We mogen ons echter altijd afvragen hoe vriendelijk en wellevend we zelf zijn. Soms denken we dat het wel in orde is, tot we iemand tegenkomen waarvan we denken, dat is echt een vriendelijke persoon. Deze tijd is een prima kans om na te denken of we vriendelijker, wellevender en hartelijker kunnen zijn in ons omgaan met elkaar.

Misschien kunnen we deze dagen een lijstje te maken met oefenpunten voor onszelf. Gewoon oefenen, bewust tegen jezelf zeggen, ik doe het anders, beter. Wie weet zijn we dan met Pasen wat meer geoefend in liefde voor elkaar.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top