Ga naar hoofdinhoud

Iemands daden, iemands gedrag moet je soms afkeuren, maar daarmee wijs je de persoon nog niet af. Dit is een een oerchristelijke houding die al wortels heeft in het Oude Testament, in de geschiedenis van het Joodse Volk. God vergeeft de zonden, als de zondaar berouw heeft en zijn leven betert, want God bemint zijn schepselen en kent hun zwakheden.

Eucharistieviering 21/22 mei 2005, in de parochiekerk van de Goede Herder en de H. Jozef te Wassenaar, 17.00 en 19.00 uur en de H. Willibrord en de Goede Herder 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2005TRIN1A

Lezingen

E.L.: Ex. 34. 4b-6. 8-9
T.L.: 2 Kor. 13, 11-13
Ev.: Joh. 3, 16-18

Homilie

‘Zozeer heeft God de wereld liefgehad, …’ Daarmee begint de Evangelielezing. ‘Zozeer heeft God de wereld liefgehad, …’ Mocht u zich weleens afvragen of je de wereld moet beminnen, of juist haten, of negeren, of ontwijken, dan vindt u hier het antwoord. We moeten de wereld beminnen. Dat is mooi, hoor ik iemand denken. Ik hou wel van uitgaan, een stuk in mijn kraag drinken, een leuke tijd met vrienden en vriendinnen, alles wat de wereld te bieden heeft, ik houd wel van de wereld.

Dan is het goed te weten dat Jezus ook zegt: ‘Wie zijn leven bemint, verliest het, maar wie zijn leven in de wereld haat, zal het ten eeuwige leven bewaren (Joh. 12, 25)’. Daarmee wordt meteen het verschil duidelijk. Het is hetzelfde verschil dat de Kerk al generaties aan haar kinderen voorhoudt: ‘Je moet de zonde haten, maar de zondaar beminnen.’

Is dat niet vreemd en moeilijk, de zonde haten, maar de zondaar beminnen, je leven in de wereld haten, maar de wereld beminnen!? Het is begrijpelijker als je het betrekt op je eigen kinderen. Als ze ouder worden, kunnen ze dingen uithalen die niet door de beugel kunnen, ook heel ernstige dingen die je volstrekt moet afkeuren, en toch is het de bedoeling, zoals bij de verloren zoon en de trouwe vader, dat je je kinderen blijft liefhebben.

Iemands daden, iemands gedrag moet je soms afkeuren, maar daarmee wijs je de persoon nog niet af. Dit is een een oerchristelijke houding die al wortels heeft in het Oude Testament, in de geschiedenis van het Joodse Volk. God vergeeft de zonden, als de zondaar berouw heeft en zijn leven betert, want God bemint zijn schepselen en kent hun zwakheden.

Maar hoever moet je gaan? Is er toch niet ergens een grens aan de liefde, een grens aan de tolerantie, een grens aan de verdraagzaamheid? Moet je op een gegeven moment niet zeggen: ‘Tot hier en niet verder!’? Ja en nee, ook hier hetzelfde onderscheid. Bij het gedrag, bij verkeerde daden moet je soms heel streng zijn, maar aan de liefde voor de ander mag nooit een grens worden gesteld, we horen het vandaag in het Evangelie.

Want de zin loopt door: ‘Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, …..’ Denk je eens in, een slechte wereld, het Romeinse rijk, de Helleense wereld, het Perzische rijk, Germanen en even zovele volken en landen, ze voeren oorlog, beroven elkaar, lopen achter een menigte afgoden aan, er wordt gemoord, uitgebuit en bedrogen. Dat is de wereld waarin Jezus wordt geboren. Voor die wereld geeft God zijn Zoon. ‘Zozeer heeft God de wereld liefgehad, …’ Dat is toch onbegrijpelijk, of niet. Het wordt begrijpelijker als je de wereld blijft zien als Gods schepping, en als je beseft dat God trouw blijft aan het werk van zijn handen, met een oneindige trouw.

In gesprek met parochianen komt weleens ter sprake dat ouders er moeite mee zouden hebben als hun zoon priester zou worden of als een dochter zou kiezen voor het religieuze leven, celibatair leven, veel dingen prijs geven, een offer brengen. Ze zien de last die op hen afkomt, problemen, momenten van eenzaamheid, in een harde wereld die met haar verlokkingen overal aanwezig is. Je moet inderdaad wel veel van de Kerk, van de mensen, van de wereld houden, als jij jouw zoon of dochter aan de wereld toevertrouwt.

Maar omgekeerd zie ik het ook gebeuren. Ik zie ouders die het prima vinden als hun kinderen uitgaan, het plezier van de wereld met volle teugen indrinken, geen weerstand bieden aan de verlokkingen, want zo is nu eenmaal de tijd, en alles doen wat ze vroeger zelf niet gedaan zouden hebben, want je moet met je tijd meegaan. Kleine kinderen die ongecontroleerd alles zien wat de TV je woonkamer in slingert. De meest domme en kromme meningen en opinies worden als de grootste waarheid aangeboden. En onwillekeurig bemoeilijken ze een gezonde gedachtegang.

We hebben moeite om onze kinderen aan God te geven, omdat we weten dat God hen de wereld in stuurt. Maar ondertussen geven we ze zelf aan de wereld op een manier waarop God het nooit zou doen. Want wie ván God is, die is wel in de wereld, maar niet ván de wereld. De wereld zal hem of haar haten, omdat ze wel ín de wereld maar niet ván de wereld zijn. Zo is de werkelijkheid van God. Ín de wereld zijn, de wereld beminnen, maar niet ván de wereld zijn en dus de haat van de wereld verdragen, maar toch de wereld blijven beminnen.

‘Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben.’ God wil niet dat mensen verloren lopen of verloren gaan door een wereld die zijn kinderen opslokt. God wil de wereld redden, omdat Hij de wereld, alle mensen, heel de schepping bemint.

Maar is dat niet een onmogelijke opdracht: ‘ín de wereld zijn, niet ván de wereld zijn, de wereld beminnen, terwijl de wereld jou haat, omdat je wel van God wil zijn en niet van de wereld. Kun je in de wereld rondlopen, alles zien, alles ervaren, meemaken en er toch niet in opgaan? Vrienden scheiden, collega’s op je werk bedriegen de klant en de belasting, tijd voor God maken, vinden ze verloren tijd, het leven is genieten. Kun je daar middenin staan en toch er niet in opgaan en kun je de anderen dan blijven beminnen, dat wil zeggen, van tijd tot tijd op de punten wijzen, het goede voorhouden, terwijl je weet dat de wereld je daarom zal haten. En houd je daarbij zelf stand, houd je stand in je huwelijk, blijf jij eerlijk en als het niet helemaal lukt, belijd je dan schuld en herstel je de fout?

In de wereld, niet van de wereld. ‘Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, …..’ God houd zoveel van de mensen dat Hij zijn kinderen iedere keer opnieuw in de wereld stuurt. Terwijl Hij weet wat de wereld met zijn kinderen zal doen. Gods liefde moet wel mateloos, onpeilbaar en tegelijk wereldvreemd zijn.

Misschien lijkt dit alles ver verwijderd van het thema van dit weekend, drievuldigheids-zondag, maar het heeft er alles mee te maken. De Vader geeft zijn Zoon, de Zoon geeft de Geest. Zoals de Vader de Zoon zendt, zo zendt de Zoon ons. Alles door de ene Geest. De heilige Drievuldigheid bemint actief, geeft en herschept zo de wereld tot een nieuwe eenheid, Gods eenheid. Door ons in de wereld te sturen, met alle risico’s vandien. Maar met zijn Geest en gedragen door zijn liefde, kunnen we in de wereld zijn, zonder door de wereld te worden opgeslokt, kunnen we Gods drievuldige liefde geven en de afwijzing verduren, zoals zijn Zoon het ons heeft voorgedaan, zoals de Geest het ons leert. Amen.

Voorbede

Bidden wij vol vertrouwen tot God, die ons drievuldig nabij is, die drievuldig liefdevol is en drievuldig trouw.

Bidden wij voor Gods Kerk op aarde, om een waarachtige eenheid in denken en doen, eenheid tussen alle ledematen van de Kerk, eenheid tussen huwelijkspartners, eenheid tussen kerkgenootschappen, eenheid in het treven naar het goede, eenheid in liefde en dienstbaarheid. Laat ons bidden.

Bidden wij voor onze wereld, voor regeringsleiders om respect voor God en een houding tot luisteren bereid. Bidden we voor overheidsinstellingen, dat zij altijd het welzijn van de mensen dienen. Bidden we voor verenigingen en recreatieve organisaties, dat zij in alles het goede bewaren zoals God het heeft geschapen en bedoeld. Laat ons bidden.

Bidden wij voor de gezinnen, om een echte verdieping van het geloof, om nieuwe wegen in het geloofsgesprek, om verdiepte onderlinge trouw, om wederzijds begrip voor elkaars eigenheid, om liefdevolle en wijze inzet voor de kinderen, om bevordering van culturele waarden, om blijdschap en dankbaarheid. Laat ons bidden.

Bidden wij om standvastigheid, zodat wij allen Gods liefde blijven doorgeven in deze samenleving, dat we zelf standhouden in geloof en trouw, elkaar in het goede ondersteunen en helder zijn in het afwijzen van het kwaad, uit kracht van Gods drievuldige liefde. Laat ons bidden.

Intenties

Back To Top