Ga naar hoofdinhoud

Jezus laat ons zien dat als je al je kaarten op God zet, op Gods plan, Gods bedoeling, Gods wil, je nooit bedrogen uitkomt.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van de H. Willibrord (Oegstgeest), de H. Jozef (Wassenaar) en De Goede Herder (Wassenaar), weekeinde van 1 en 2 maart 2014, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Eucharistieviering beluisteren (MP3)

Preek beluisteren (MP3)

Preek: A2014DHJ08AAUFX

Lezingen

E.L.: Jesaja 49,14-15
Ps.: 62 (61),2-3, 6-7, 8-9ab
T.L.: 1 Korintiërs 4,1-5
All.: Johannes 14,5
Ev.: Matteüs 6,24-34

Homilie

Waar maken wij ons zorgen over? Een poos geleden schreef ik in een column voor Katholiek Nieuwsblad: “In navolging van Jezus valt er van alles weg. Je hoeft niet meer dat wat de wereld voorschrijft. Je moet niet meer zoveel. De turbodrive van de wereld gaat uit. Alleen het kruis zoals het werkelijk is bedoeld, blijft over. Dat is al meer dan genoeg.”

Waar maken wij ons zorgen over? Die vraag kan heel verkeerd vallen. Je zult maar een ernstig ziek kind hebben, of je man verloren hebben, je baan kwijt zijn; of elders in de wereld op de vlucht zijn. Er zijn zoveel omstandigheden waarin je voorzichtig moet zijn met een opmerking als deze. Toch denk ik dat de uitspraak waarmee Jezus vandaag het Evangelie afsluit, voor alle mensen bestemd is: “Maakt u dus niet bezorgd voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.”

Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed. Er is een contrast net de regels aan het begin van het Evangelie: “Let eens op de vogels in de lucht: Ze zaaien niet en maaien niet en verzamelen niet in schuren, maar uw hemelse Vader voedt ze. Zijt gij dan niet veel méér dan zij?” Het doet me denken aan Franciscus van Assisi. Hij wilde leven in de volkomen armoede. Helemaal leven van Gods Voorzienigheid. Helemaal geen bezit, maar in alles afhankelijk zijn van God. Toen hij hiermee bij de paus kwam, kreeg hij geen toestemming. Was de paus dan niet zo gelovig? Dat was de reden niet; de paus keek naar de volgelingen van Franciscus, naar de toekomst, toen was het de dertiende en veertiende eeuw, de Franciscanen bestaan nog steeds. Het moet ook vol te houden zijn.

Kun je die zorgeloosheid van Franciscus combineren met verantwoordelijkheid, nuchterheid, wijsheid, kun je zorgen voor morgen, zonder dat je je zorgen maakt voor morgen? En als het leven heel zwaar wordt, gaat het dan ook nog op?

Er is een zin in het Evangelie die de sleutel is om dit te verstaan. Het gaat niet om een gemakkelijke zorgeloosheid, in de zin van wie dan leeft die dan zorgt, ik laat alles over aan God. God als een soort super verzekering, die alle schade dekt en alle problemen oplost. Wie zo naar dit Evangelie kijkt, vergeet het kruis van Christus. Nee, de zin waar het om draait is: “… zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid; dan zal dat alles u erbij gegeven worden.”

Wat het belangrijkst is, moet op de eerste plaats staan. De vraag die achter dit alles schuil gaat is: Zijn wij bekommerd om God? Zijn wij bekommerd om Gods plan met de mensen? Zij wij bekommerd om Gods Koninkrijk, Gods bedoeling, Gods schepping, alles wat God voor ons heeft gedaan? Zij we daar bekommerd om?

“… zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid; dan zal dat alles u erbij gegeven worden.” Die zin werkt meteen als een soort gewetensonderzoek. Hoe staat het met mijn leven? Waar ben ik bekommerd om? Komende woensdag, Aswoensdag, begint de veertigdagentijd. In de avond krijgen we de gelegenheid het askruisje te ontvangen. De veertigdagentijd is de tijd bij uitstek om je te bezinnen op deze vraag: “Ben ik bekommerd om Gods Koninkrijk, Gods plan met de mensen?”

Wat heeft dat nu te maken met die zorgeloosheid, die onbekommerdheid, die vrijheid van de vogels in de lucht en de bloemen op het veld? Laten we kijken naar Jezus. In de veertigdagentijd horen we over zijn beproevingen in de woestijn, we maken zijn weg mee naar Goede Vrijdag, tot in het graf. We gaan zijn verrijzenis vieren en zijn overwinning op de dood. Waar gaat het Hem om op die weg? Stap voor stap laat Hij ons zien dat als je al je kaarten op God zet, op Gods plan, Gods bedoeling, Gods wil, je nooit bedrogen uitkomt. Het kan voortdurend andersom lijken, het kan lijken dat jij de loser bent, de sufkop die altijd aan het kortste eind trekt, het kan lijken dat je niet die slimme keuzes hebt gemaakt, niet voor jezelf bent opgekomen, niet hebt gepakt wat je pakken kon, het kan lijken dat je je kansen op carrière niet hebt benut en je collega je te slim af was, dat je niet stand hebt gehouden in de rat-race. Net als Jezus aan het kruis. Maar kan je dan nog spreken over zorgeloosheid, als Jezus tussen twee moordenaars in hangt en roept tot zijn Vader in de hemel?

Dit is het mysterie van de weg van een gelovige Christen. Voorbij Goede Vrijdag blijven kijken naar Pasen, de dag van de verrijzenis. Dat is waarom we elke week samenkomen op de zondag, de dag des Heren, de dag van zijn Verrijzenis. “… zoekt eerst het Koninkrijk en zijn gerechtigheid; dan zal dat alles u erbij gegeven worden.”

Jezus voegt eraan toe: “Maakt u dus niet bezorgd voor de dag van morgen, want de dag van morgen zorgt voor zichzelf. Elke dag heeft genoeg aan zijn eigen leed.”

Ik begon deze preek met de vraag: “Waar maken wij ons zorgen over?” Misschien gaat het wel goed en maken we ons weinig zorgen, omdat alles verzekerd is en de dokter ook tevreden is. Dan biedt dat ons de kans om onze gedachten te richten op Gods Koninkrijk. Wat kunnen wij doen om Gods Koninkrijk dichterbij te brengen? Hoe brengen we de mensen bij elkaar, die nu verstrooid zijn geraakt, verspreid, weg van de ene Herder. Hoe bevorderen we een mentaliteit van zorg voor elkaar, niet gehecht aan het materiële. Een goed onderwerp voor de komende veertigdagentijd … en daarna. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God, die ons kent en die ons liefheeft.

Wij bidden voor de Kerk, voor alle Christenen, om innerlijke vrijheid, dat niet de wereld bepaalt waar onze aandacht en inzet naar uitgaat, maar dat onze bekommernis gericht is op de komst van Gods Koninkrijk. (Laat ons [zingend] bidden).

Wij bidden voor onze samenleving, voor alle landen waar revoluties plaatsvinden, waar onderdrukking heerst, waar mensen vluchten en gedood worden; wij vragen om een geest van mededogen, van verzoening en waarheid, dat mensen zich richten op vrede voor allen. (Laat ons bidden).

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekern, om een gezegende veertigdagentijd, dat we met de vrolijkheid van carnaval ruimte bieden aan hoofd en hart om serieus en met inzet deze mooie tijd te benutten en ons te richten op Gods bedoeling met ons leven. (Laat ons bidden).

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor ouders, kinderen en kleinkinderen, dat we in onze huizen een klimaat scheppen van saamhorigheid en naastenliefde, dat onze huizen een plaats zijn waar de wereld niet onbelemmerd binnendringt, maar waar we samen iets mogen bespeuren van Gods aanwezigheid in ons midden. (Laat ons bidden).

Back To Top