Ga naar hoofdinhoud

‘Dit is mijn Lichaam’ en ‘Dit is mijn Bloed van het Verbond …’: Deze woorden zijn meer dan letterlijk waar. Het is zó waar, dat woorden tekort schieten. Dit is brood, maar het is ook lichaam van Christus. Het is dus niet meer gewoon brood, maar het is wel brood. Er is iets veranderd en er is iets hetzelfde gebleven. ‘Dit is mijn Lichaam’. Hoor bewust Wie het zegt. ‘Dit is mijn Bloed van het Verbond.’ Hoor Wie dit zegt. Het gaat niet om iets, het gaat om Hem, om Jezus en ons. Hij is er, zo concreet, zo echt, als Lichaam en Bloed, als Brood en Wijn.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, 22 juni 2003, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2003SACR1B

Lezingen

E.L.: Ex. 34, 3-8
T.L: Hebr. 9, 11-15
Ev.: Mc. 14, 12-16. 22-26

Homilie

Hoogfeest van het heilig Lichaam en Bloed van de Heer, ofwel met de oude naam: ‘Sacramentsdag’. Toen u naar de kerk kwam, dacht u toen aan sacramentsdag, dacht u misschien aan vroeger, aan de sacramentsprocessie? Of dacht u aan Limburg of aan Duitsland waar je de sacramentsprocessie nog steeds mee kunt maken? Het is een bijzonder feest en je kunt er bij wegzwijmelen. De Kerk heeft op de kalender meer feesten geplaatst. Verleden week hoogfeest van de heilige Drieëenheid. Dat is een feest dat waarschijnlijk bij niet veel mensen echt leeft. Er is een heilige zuster met de naam: Elisabeth van de heilige Drieëenheid. Zij had een diepe liefde en gelovig inzicht in dit mysterie van God, waar zij iets heel bijzonders mee had. Maar behalve deze zuster weet ik niet veel mensen die een bijzondere devotie hebben voor dit drievuldigheidsmysterie van God.

Zo zijn er nog wel meer hoogfeesten te noemen, die niet zo aanslaan bij de gelovige bevolking. Mariafeesten zijn meestal wel in trek, maar omdat het hoogfeest van Maria Moeder van God op 1 januari is geplaatst, komt het nooit zo uit de verf. Aan de ene kant omdat er al heel wat Maria-gedenkdagen zijn, maar ook omdat 1 januari in de volksbeleving veel meer de start van het nieuwe jaar is. Dat Maria daarbij hoort is voor velen wel duidelijk, maar of je er een hoogfeest op moet plaatsen is een tweede vraag. Met sSacramentsdag is dat anders. Dat feest heeft de mensen gepakt, net als het Eerste Communiefeest. In landen waar de meerderheid van de katholieken nog slechts een paar keer in hun leven naar de kerk gaan, in die landen is dat feest van de Eerste Communie een geweldig feest. En in veel van die landen is ook het feest van Sacramentsdag vaak een groot feestelijk gebeuren. Die twee horen dan ook bij elkaar.

Daarom die vraag: ‘Waar denkt u aan met Sacramentsdag’? Ik noemde de nieuwe naam al: ‘Hoogfeest van het heilig Lichaam en Bloed van de Heer’. In de lezing konden we de oorsprong van deze naam nadrukkelijk horen: Jezus gaf hun het brood met de woorden: ‘Neemt, dit is mijn Lichaam’. En Hij zei: ‘Dit is mijn Bloed van het Verbond …’. Straks in het Eucharistisch gebed spreken we opnieuw zijn woorden over brood en beker. Maar, gelooft u het ook? Gelooft u dat, wanneer u ter Communie gaat, u echt het heilig Lichaam van Christus ontvangt?

Volgende maand is er de nationale bedevaart naar Brielle. Onze bisschop van Luyn zal hoofdcelebrant zijn en ons koor Deo Sacrum zal er zingen. Daar gedenken we negentien martelaren die om deze punten zijn vermoord. Ze bleven trouw aan de paus als opvolger van Petrus, de opvolger van de Goede Herder. En ze bleven trouw aan dit woord: Dit is mijn Lichaam en dit is mijn Bloed. De Geuzen konden niet verkroppen dat ze het volhielden en hingen hen op. Een laffe daad tegenover een moedig geloofsgetuigenis. Mensen gaven hun leven voor dit geloof. Maar in onze tijd, wanneer kinderen hun eerste Communie doen en aan hun ouder vragen: ‘Wat betekent dat nou?’ De pastoor zegt: ‘Lichaam van Christus’, en dan moet ik ‘amen’ zeggen, maar het is toch een stukje brood’?

Veel ouders maar ook grootouders weten dan niet wat ze moeten antwoorden. Pastoors en priesters zoeken woorden om dit aan kinderen uit te leggen. Want het staat er zo duidelijk en onomwonden, dat wat Jezus tegen zijn leerlingen zegt en wat we iedere Eucharistie vieren: ‘Neemt, dit is mijn Lichaam’. En Hij zei: ‘Dit is mijn Bloed van het Verbond …’. Maar wat het betekent, dat vragen we ons steeds opnieuw af.

Veel mensen zeggen dan, ja, dat moet je niet letterlijk nemen. Ik begrijp die reactie, maar het is geen oplossing, als het niet letterlijk is, wat betekenen die woorden dan wel? En mag ik de Hostie dan ook weggooien? Bij drukke vieringen is het niet de eerste keer dat iemand een hostie in de bank of in een boekje vindt. Hoe moet je het dan zeggen? Zouden we misschien kunnen zeggen: Deze woorden zijn meer dan letterlijk waar. Het is zó waar, dat woorden tekort schieten. Dit is brood, maar het is ook lichaam van Christus. Het is dus niet meer gewoon brood, maar het is wel brood. Er is iets veranderd en er is iets hetzelfde gebleven.

Vergelijk het met uzelf. Wat verandert er wanneer een kind gedoopt wordt. Dan wordt het kind van God, zeggen wij. Maar is het dan geen kind van God vóór de doop? En is een mens geen mens meer, als hij kind van God wordt? Natuurlijk wel, als mens wordt hij kind van God. Hij heeft er de aanleg voor, de uitnodiging staat er al lang, maar pas als het antwoord klinkt, zoals bij een roeping of zoals bij het huwelijk, pas als het jawoord daar is, kun je met recht spreken van een verbond, ik ben jouw hemelse Vader en jij bent mijn kind.

We mogen leren uit het verleden. De communie is niet in de eerste plaats een mysterie, een theologisch onpeilbaar geheim. Al te vaak is het behandeld als een stukje hogere-hemel natuurkunde. De schitterende uitdrukking: “transsubstantiatie’, was een voorzichtige poging om met een theologische term dat bijzondere, dat unieke, dat onpeilbare mysterie te beschrijven. Maar we hebben er soms zoveel nadruk op gevestigd dat we Degene om Wie het gaat soms wat vergaten.

‘Dit is mijn Lichaam’. Hoor bewust Wie het zegt. ‘Dit is mijn Bloed van het Verbond.’ Hoor Wie dit zegt. En zie wiens lichaam daar aan het kruis hangt, zie wiens bloed daar uit zijn zijde stroomt. Het gaat niet om iets, om brood als lichaam en om wijn als bloed, het gaat niet om dat wat je kunt pakken en proeven en aanraken, het gaat om Hem, het gaat om Jezus en ons. Hij is er, zo concreet, zo echt, als Lichaam en Bloed, als Brood en Wijn.

Jezus is niet ver, Jezus is niet alleen maar Geest. Hij leeft en Hij is één met die wereldwijde Kerk, die gemeenschap van mensen die zich door Hem willen laten inspireren, begeesteren, bezielen en motiveren. Wij, u en ik, wij allen wereldwijd, wij zijn het Lichaam van Christus. Wat Jezus ons geeft is een teken van zijn verbondenheid met ons. We vieren hier wat we zijn: ‘Lichaam van Christus.’ En we ontvangen tegelijk wat we moeten worden: ‘Een Lichaam en één Geest’. Van oorsprong niet van het geslacht van Abraham, niet van zijn vlees en bloed, worden we door Jezus tot zijn geslacht gemaakt, tot zijn eigen Vlees en Bloed.

Ontvang Hem in dit teken, als u zegt: ‘Heer, ik ben niet waardig, dat Gij tot mij komt.’ Ontvang Hem, wetend wie daar bij je komt, met wie je één wordt, de bruidegom ontmoet zijn bruid. Ontvang Hem dus met liefde, dat is het enige waar Hij op wacht, ontvang Hem in geloof, dat is het enige dat nodig is om Hem te herkennen. Ontvang hem in gebed, want Hij wil wonen in ons hart en ons maken tot Gods kinderen, één van hart en één van ziel, Gods Volk, Gods Kerk, in tijd en eeuwigheid. Amen.

Back To Top