Ga naar hoofdinhoud

Geloof en vertrouwen zijn twee zijden van dezelfde medaille. Op God vertrouwen, je aan God toevertrouwen en overgeven, trouw blijven aan God en Gods woord trouw navolgen.

Eucharistieviering op 24 augustus 2003, in de parochies van ‘s-Gravenzande en Poeldijk, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2003DHJ21B-HBart

Lezingen

E.L.: Deut. 4, 1-2. 6-8
T.L.: Jac. 1, 17-18. 21B-22. 27.
Ev.: Joh. 1, 45-51

Homilie

Je hoeft niet te vragen wat het thema van deze viering is. Niet alleen de titel aan de voorkant, maar ook het plaatje van mensen rondom een altaar, die elkaar een hand geven, maakt dat duidelijk.

Hoeveel van u hebben ooit deze vraag beantwoord: Beloof je (hem/haar) trouw te blijven, in goede en kwade dagen, in armoede en rijkdom, in ziekte en gezondheid, beloof je (hem/haar) lief te hebben en te waarderen, al de dagen van je leven? Ja ik wil!

Beloof je trouw te blijven? Trouw heeft alles te maken met trouwen, met getrouw, betrouwbaar, vertrouwen en toevertrouwen. Je vertrouwt iemand omdat hij of zij trouw is. Trouw is niet een simpel iets, zoals dik of dun, groot of klein. Trouw heeft met veel dingen te maken, zoals met liefde, maar ook met consequentheid, met loyaliteit, met volharding, met stevigheid en nabijheid.

Mozes sprak tot het volk: ‘Luister dan Israël, naar de voorschriften en bepalingen die ik u leer, en handel daarnaar’. Daarmee begint de eerste lezing. Met andere woorden: ‘Wees trouw aan dit verbond met God, dat in deze woorden is beschreven’. Waarom roept hij daartoe op? Omdat het niet vanzelf gaat! Van al die mooie woorden die we net noemden, trouw, vertrouwen …, bestaan ook de tegenhangers: ontrouw, echtbreuk, trouweloos en onbetrouwbaar, wantrouwen en afwijzen. Sinds de mens heeft toegegeven aan het verlangen om niet alleen het goede maar ook het kwaad te willen kennen, sinds die tijd lijkt het kwaad ook definitief grip te hebben gekregen op zijn hart.

‘Luister dan Israël’ zegt Mozes. Luisteren vraagt openheid en een toegewijd oor, vraagt bereidwilligheid en aandacht. Vandaag vieren we Bartholomeüs, onze patroon. Gisteren heb ik aan de kinderen in een verhaal proberen uit te leggen, hoe hij zo enthousiast kon zeggen: ‘Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de koning van Israël’. Jezus had hem al getypeerd als een echte zoon van Israël, een man in wie je geen bedrog vindt, dus een betrouwbare mens, eerlijk en die volop in het geloof staat. Ook dat heeft alles met trouw te maken. In iemand geloven heeft alles te maken met iemand vertrouwen, overtuigd zijn van iemands trouw. Bartholomeüs staat in de traditie van Abraham. Abraham geloofde dat God zijn woord zou nakomen. Hij vertrouwde helemaal op Gods belofte. En dat waardeerde God zo, dat hij veel tekortkomingen van Abraham door de vingers zag. Geloof en vertrouwen zijn twee zijden van dezelfde medaille. Op God vertrouwen, je aan God toevertrouwen en overgeven, trouw blijven aan God en Gods woord trouw navolgen.

Mozes zei: ‘Je moet naar deze voorschriften handelen en ze stipt ten uitvoer brengen, daaruit zal jullie wijsheid en inzicht blijken’. Na het luisteren, na woord en antwoord volgt het doen, het uitvoeren. Daartussen zit de trouw, als een innerlijke kwaliteit van hart en ziel. Maar daarvóór zit het vertrouwen, geloven dat God trouw is en betrouwbaar. Zo kon Mozes vertrouwelijk met God omgaan en komen tot een Verbond voor altijd.

Terug naar Bartholomeüs. Ook Bartholomeüs heeft net als Abraham, Mozes en al die groten, zijn zwakke momenten gehad. Hij is net als de andere apostelen gevlucht toen Jezus gevangen werd genomen. Hij was aan het laatste avondmaal en vroeg net als die anderen over het verraad: ‘Ik ben het toch niet, Heer?’ Ook hij moest eerst kracht ontvangen van Gods heilige Geest om na Pasen de angst te overwinnen en op pad te gaan. Maar toen hij inderdaad de Geest ontving, is hij trouw gebleven aan Jezus.

Gisteren had ik nog een gesprek met wat jonge mensen, en dat ging over het verschil tussen Jodendom, Islam en Christendom. Het lijkt er namelijk op dat dit drie religies zijn van mensen die een boek als basis hebben, en dus trouw de regels proberen na te volgen die daarin staan. Dat past ook heel goed bij de eerste lezing, ‘volbreng de regels’, zegt Mozes. En ook in de Islam zal men dat doen, vanuit de Koran. Het lijkt erop dat wij dat ook doen met het Oude en Nieuwe Testament. Toch is er een wezenlijk verschil. Dat brengt de evangelist Johannes onder woorden als hij zegt: ‘Het Woord is Vlees geworden.’

Ofwel, het staat niet meer zozeer op perkament of papier, het is vlees en bloed geworden. Het is werkelijkheid geworden. Filippus bracht Natanaël bij Jezus. Bij een levende mens van vlees en bloed. En Jezus eindigt deze lezing met: ‘Je zult de hemel open zien en de engelen van God zien opstijgen en neerdalen in dienst van de Menzenzoon’. Het Christendom ontwikkelt door, al lijkt dat oppervlakkig gezien soms niet zo. Er is groei in de wereld, met nieuwe gelovigen en nieuwe gemeenschappen, en er is ook groei in inzicht, in sociale wetgeving, in geloofsinzicht. Wij groeien zogezegd met Jezus mee. Hij is en blijft dezelfde, gisteren vandaag en morgen. En tegelijk groeit Hij in zijn Lichaam, dat is de Kerk. Dat betekent dat wij trouw willen zijn aan Hem, als de Levende. Niet als een dode van lang geleden. We leren Hem beter kennen, door dat heilige Boek. Toch staat niet het Boek op de eerste plaats, maar Hijzelf.

Misschien kan het soms dan lijken dat je niet weet wat je moet kiezen. In de boeken staat het zus en zo beschreven, maar is dat niet erg kort door de bocht en radicaal? Als gelovigen kijken we dan niet alleen hoe het in het Boek staat, maar met name ook hoe het in het Lichaam van Jezus er aan toe gaat, hoe grote voorbeelden in alle tijden door Gods genade laten zien hoe het de bedoeling is. Steeds weer geeft Jezus aan zijn Kerk mensen die zo in zijn voetspoor treden, dat wij opnieuw kunnen zeggen: ‘het Woord is vlees geworden’. Mensen die trouw zijn aan die Belofte en dat Verbond van God. Dat zijn de grote heiligen, zoals Bartholomeus, en in onze tijd pater Pio en Moeder Teresa, maar ook de kleine heiligen die je in je eigen leven tegenkomt, mensen die trouw zijn, op wie je kunt rekenen, die volhouden en doorgaan.

Het is niet voor niets dat we op deze dag onze vrijwilligers een hart onder de riem willen steken, door elk jaar weer aan een paar getrouwen de parochiepenning uit te reiken. Niet als een stimuleringspremie, in de zin van, goed zo, doorgaan. Zo niet, want zonder de penning gaan ze ook door. Nee die parochiepenning is met name een teken van bevestiging. Veel mensen doen dingen op de achtergrond, maar als ze niet gebeuren, kan de gemeenschap niet functioneren. Dat maken we even zichtbaar met de parochiepenning. En omdat 25 jaar een tijd is die trouw, volharding en inzet vraagt, hebben we die periode als basis genomen. Enkele parochianen die hun geloof tonen door zich op een meer dan gemiddelde manier in een of meerdere werkgroepen in te zetten, willen we daarom straks aan het einde van de viering onze waardering en dankbaarheid tonen.

Tot slot. Waar komt onze trouw vandaan? De tweede lezing reikt ons het antwoord aan: ‘Broeders en zusters, elke goede gave, elk volmaakt geschenk, daalt neer van boven’. Trouw is ten diepste een gave, een ongelooflijk belangrijke gave, waar we om moeten blijven vragen. En dan oefenen in de praktijk, opdat we eens net zo trouw zijn als onze patroon, de heilige Bartholomeüs, ja, net zo trouw als Jezus Zelf. Amen.

Back To Top