Ga naar hoofdinhoud

Jezus vertelt deze parabel aan de Farizeeën en niet alleen aan hen, maar aan heel de mensheid, want op een of andere manier zijn wij allemaal van tijd tot tijd een rijke tegenover een arme. De bekoring kan bestaan te denken de waarschuwing voor ons niet geldt.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van de H. Joannes de Doper (Katwijk) en de H. Willibrordus (Wassenaar), weekeinde van 28 en 29 september 2013, om 19.00 en 09.30 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2013DHJ26C

Lezingen

E.L.: Amos 6,1a.4-7
Ps.: 146 (145), 7, 8-9a, 9bc-10
T.L.: 1 Timoteüs 6,11-16
All.: Johannes 6, 64b en 69b
Ev.: Lucas 16,19-31

Homilie

Lazarus. Hoeveel mannen kent u die Lazarus heten? Waarschijnlijk twee. De Lazarus in het verhaal vandaag en Lazarus de broer van Maria en Martha, die door Jezus uit de dood werd geroepen. Maar er zijn er meer. Een die we alleen kennen met zijn Hebreeuwse naam: Eleazar; een zoon van de priester Aäron. Hij zal de kleding van zijn vader Aäron krijgen en hem opvolgen als priester. En nog een oudere Lazarus die we kennen met de naam Eliëzer, het is degene die Abraham terzijde stond maar geen erfgenaam werd.

Spelen al zulke namen en personen nu mee in dit verhaal? Iemand vroeg me ooit of Jezus zoveel betekenissen er bewust in heeft gelegd. Heeft Jezus niet gewoon een mooie parabel verteld? De betekenis is toch duidelijk?

Natuurlijk moet je niet met een parabel aan de haal gaan en er meer instoppen dan er in zit. Maar Jezus vertelde dit verhaal aan Farizeeën. En zij kenden Eliëzer, de rechterhand van Abraham en zij kende Eleazar de zoon van Aäron. Jezus kiest niet voor niets de naam Lazarus, El azar ( אֶלְעָזָר ). Die naam betekent: “God heeft geholpen”.

God heeft geholpen. Daarmee komen we meteen bij een wrange tegenstelling. De arme Lazarus ligt daar bij de poort van het landgoed van de rijke, overdekt met zweren, hij kan de honden niet eens meer afweren. Zal hij niet hebben gebeden net als de arme man Job? Zal hij niet hebben gezegd: Heer, men heeft mij gezegd dat U helpt, dat is mijn naam; El azar; Heer, ontferm U?

In deze parabel horen we veel over de rijke man en weinig over de arme Lazarus. Daarmee geeft Jezus aan dat de boodschap van deze parabel bestemd is voor de rijke man en daarmee voor alle rijken in de hele geschiedenis. Dan valt het ook op dat die rijke man geen naam heeft; Lazarus wel, de rijke niet. Dat is wijs, dan kunnen we ons makkelijker in de rijke verplaatsen.

U weet natuurlijk dat de naam Jezus betekent: “God redt”. Het lijkt wel wat op de betekenis van Lazarus: “God helpt”. In de betekenis van hun namen lijken Jezus en Lazarus op elkaar. Maar ook aan het einde van hun leven. Net als Lazarus, de broer van Maria en Martha, zal Jezus drie dagen in het graf liggen. En net als de Lazarus in zijn eigen parabel, zal Jezus buiten de stadspoort sterven als een verschoppeling, een worm, een verstoten mens.

Jezus vertelt deze parabel aan de Farizeeën en niet alleen aan hen, maar aan heel de mensheid, want op een of andere manier zijn wij allemaal van tijd tot tijd een rijke tegenover een arme.

Hoe gaan wij om met die overdaad die de wereld met haar kapitalistische economie ons biedt? Ons leven in het rijke westen is als de feesttafel in deze parabel. We lopen langs de etalages, bladeren in de reclamefolders, speuren met onze ogen naar voorwerpen en buitenkansjes die we helemaal niet nodig hebben. We doen ons tegoed aan het eindeloze buffet dat de wereld ons elke dag voorschotelt. Maar net als met eten, is het met al het andere. Teveel is nooit goed. Eenzijdig is nooit goed. Of het dan gaat om teveel en eenzijdige informatie zodat we lijden aan infobesitas, of teveel en eenzijdig amusement, zodat we lijden aan amubesitas, onze maatschappij lijdt ook aan egobesitas, emobesitas en relibesitas. We horen allerlei verhalen over van alles wat mensen religie noemen. Op tv en in films wordt geschreeuwd en gehuild en met veel emotie wordt gespeeld, emo-tv. Alles draait om het ego, het ik.

Nu zijn wij hier allemaal natuurlijk verstandige mensen die heel bewust eten en kopen en kijken en lezen en denken en geloven. De bekoring kan bestaan te denken de waarschuwing voor ons niet geldt. Dan mogen we eraan denken dat deze parabel door de Kerk meteen is doorverteld en een plaats heeft gekregen in de liturgie. We mogen dus steeds nadenken waar en wanneer ik die rijke ben, waar de overdaad mij in de greep heeft of krijgt. Waar ik door die omstandigheden geen oog meer heb voor de arme naast mijn deur, op mijn stoep, in mijn huis, naast mij op mijn werk, naast mij in de bank in de kerk, bij de sport. Dan gaat het niet alleen om die rijk voorziene tafel met veel eten, en ook niet alleen om armoede in geld. Er is zoveel meer armoede. Onze paus Franciscus heeft onlangs nogmaals nadrukkelijk gewezen op de armoede van de eenzaamheid, die vaak met kleine daden al een stuk te verlichten is.

De arme man heet Lazarus; ‘God helpt of God heeft geholpen’. Die naam is ook een aanklacht. Niet een aanklacht tegen God, alsof God die man zou laten creperen. De naam “God helpt” is een aanklacht tegen de rijke, omdat hij van God zoveel heeft gekregen waarmee hij goed kan doen. Die rijke had kunnen geven, maar gaf niet, had kunnen redden maar redde niet. Zijn naam had kunnen zijn: Johannes; God is genadig, of: Jozua, Jezus, God redt. Maar nu is hij zijn naam verloren.

In Lazarus schetst Jezus wat hij in Lucas hoofdstuk zes vertelt: “Zalig gij die arm zijt, want aan u behoort het Rijk Gods. Zalig die nu honger lijdt, want gij zult verzadigd worden. Zalig die nu weent, want gij zult lachen. In het verleden werd deze parabel vaak gebruikt om ons het beeld van de hel te schetsen. Maar wat is dan het vuur dat hem pijnigt? Is het niet Lazarus bij Abraham te zien. De pijn van de definitief gemiste kans. Deze parabel is ons geschonken om de kans niet te missen en steeds Gods genade door te geven, zodat onze naam zal zijn “Lazarus” en “Jezus”; “God heeft geholpen” en “God redt”. Amen.

Voorbede

Wij bidden in geloof en vertrouwen.

Wij bidden voor de Kerk en allen die Jezus willen navolgen. Wij vragen dat God ons helpt, dat wij onze ogen openen voor de nood om ons heen, dat wij ons hart openen voor de mens naast ons. (Laat ons [zingend] bidden.)

Wij bidden voor de samenleving waarin de kloof tussen arm en rijk vaak in stand wordt gehouden en vaak zelfs vergroot, dat wij ons inzetten voor rechtvaardigheid en vrede. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor onze parochie van de H. Augustinus. We bidden voor de diaconie, dat we het Evangelie verkondigen met daden van goedheid en liefde, dat we de kleine daden van liefde niet vergeten. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor ouders, kinderen en kleinkinderen. Wij bidden om een mentaliteit van gulheid en aandacht voor elkaar, om samen mee te bouwen aan Gods Koninkrijk. (Laat ons bidden.)

Back To Top