Ga naar hoofdinhoud

Op Sacramentsdag willen we ons meer bewust worden wat we elke zondag vieren. De Eucharistie is het grote teken van Gods liefde voor ons in Christus. Het sacrament van zijn blijvende aanwezigheid.

Eucharistieviering in de parochies van de federatie RRM – H. Laurentius, in de kerk van de H. Lambertus (Kralingen), Pax Christi (Spangen) en de HH. Laurentius en Elisabeth (Kathedraal), weekeinde van 18 en 19 juni 2022 om 19.00, 09.30 en 11.00, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2022SACR1C

Lezingen

EL.: Genesis 14,18-20
Ps.: Ps. 110 (109) 1, 2, 3, 4
T.L.: 1 Korintiërs 11, 23-26
All.: Sequentie – Alleluia Johannes 6, 51-52
Ev.: Lucas 9, 11b-17

Homilie

Wat vieren we als we op zondag en door de week samenkomen voor de Eucharistie? In de lezingen van deze zondag zie je in de loop van de tijd een ontwikkeling van “brood en wijn” als “voedsel en drank” naar een hogere betekenis. Brood is meer dan alleen voedsel en wijn is meer dan vocht om je dorst te lessen. Later zal Jezus de Schrift citeren en zeggen: “Niet van brood alleen leeft de mens, maar van alles wat uit de mond van God voortkomt (Matteüs 4, 4 – zie Deuteronomium 8, 3).

In de eerste lezing biedt Melchisédek Abram brood en wijn aan. Brood is hier al meer dan alleen voedsel en wijn is niet alleen om de dorst te lessen. Abram heeft de vijanden verslagen en is teruggekeerd van deze veldtocht. Hij is een redder en wordt als een redder geëerd. Met dit gebaar van brood en wijn wordt dit gevierd en het gaat gepaard met een zegen over Abram. Brood en wijn worden hier tekenen van vriendschap, van dankbaarheid en verbondenheid.

In het Evangelie gaat het om gewone honger want de menigte moet te eten krijgen. De leerlingen zeggen: “Wij hebben niet meer dan vijf broden en twee vissen”. Dat is voor vijfduizend man niet genoeg. Er is dus een groot tekort. Het is dan opvallend dat Jezus zegt: “Geven jullie hun maar te eten”. De hele situatie krijgt een diepere betekenis.

Jezus neemt de broden en de vissen, Hij slaat zijn ogen ten hemel, spreekt er de zegen over uit, breekt ze en geeft ze aan zijn leerlingen om ze aan de menigte voor te zetten. Op dat moment verandert het samenzijn daar in de woestijn ineens in een herhaling van de geschiedenis, de tocht door de woestijn. Het volk dat vluchtte uit Egypte had niets meer te eten. Toen was het Mozes die bad en er kwamen vogels die ze konden vangen en er kwam manna dat ze konden verzamelen en er stroomde water uit de rots. Vandaag is het Jezus die een tekort verandert in een overvloed. De hele situatie wordt een teken. Zoals God lang geleden tijdens de tocht door de woestijn zijn volk te eten gaf, zo doet God dat opnieuw in het Koninkrijk dat Jezus verkondigt. Dat Jezus aan het einde opdracht geeft de overgebleven stukken brood te verzamelen, zien we terug in de Eucharistie waarin we niets verloren laten gaan van het Brood dat Hij met ons gebroken heeft.

Brood, vis, voedsel, wijn, drank, maaltijd, we kunnen niet zonder, we gaan dood zonder eten en drinken. Dat is de lichamelijke dood. Jezus houdt ons voor ogen dat er ook een geestelijke dood is. Dat is wanneer een mens zijn verbondenheid met God en de naaste verliest. Die geestelijke dood is voor Jezus belangrijker dan de dood van het lichaam. “Want wie zijn leven wil redden, zal het verliezen. Maar wie zijn leven verliest omwille van Mij en het Evangelie, zal het redden” (Marcus 8, 35). Jezus is bereid te sterven naar het lichaam om ons de weg te wijzen van eeuwig leven voor de ziel.

Paulus schrijft in de tweede lezing over de overlevering die hijzelf heeft ontvangen: “Telkens als gij dit brood eet en de beker drinkt, verkondigt gij de dood des Heren totdat Hij wederkomt”. Het valt op dat hij niet zegt: “… verkondigt gij de verrijzenis des Heren totdat Hij wederkomt”. Hij wil de christenen eraan herinneren dat Jezus werkelijk is gestorven, dat Hij werkelijk zijn leven heeft gegeven om een Nieuw Verbond te sluiten in zijn Bloed.

Hier vieren wij Eucharistie, Dankzegging. Dit staat in een lange traditie waarin brood en wijn meer en meer een diepere betekenis kregen. Daarom was het geen toeval dat Jezus brood en wijn nam bij het laatste avondmaal. Maar als Hij dan zegt: “Dit is mijn Lichaam voor u. Doet dit tot mijn gedachtenis.” En: “Deze beker is het Nieuwe Verbond in mijn Bloed”, dan doet Hij toch iets heel nieuws, iets dat niet eerder was voorgekomen. Deze woorden vind je nergens terug, niet bij Melchisédek, niet bij Mozes, niet in de geschriften, niet in de Psalmen en niet bij de profeten. Het zijn unieke woorden en het is een uniek gebaar. Het staat in een lange traditie en toch is het volkomen nieuw.

Er verandert iets, brood en wijn veranderen niet van uiterlijk, en toch verandert er iets. De verandering van brood en wijn duiden op een verandering die in onszelf moet plaatsvinden. Zoals een mensenkind dat gedoopt wordt uiterlijk niet verandert bij de doop, verandert er wel degelijk iets in relatie met God. We zeggen dan dat het een kind van God wordt. In onze relatie met God verandert dit brood van voedsel voor de maag in voedsel voor de ziel, als teken van voorzienigheid in teken van Verbond. Wij dragen het brood aan als teken van onze dankzegging, dat is Eucharistie en het wordt teken van Christus die zijn leven voor ons geeft. De verandering begint bij Jezus zelf. Hij zal zijn geseling, zijn kruisdragen en kruisdood veranderen in een offer tot vergeving van de zonden. In zijn hart verandert Hij de werkelijkheid door zijn overgrote liefde voor God en de mensen. Hij keert het kwaad om in verlossing.

Deze nieuwe werkelijkheid gaat dieper dan wiskunde, natuurkunde, chemie, biologie, psychologie, sociologie en noem maar op. Dit gaat om ons innerlijk, om onze ziel, om eeuwig leven.

Jezus zegt niet neem dit brood, want we sluiten een verbond of dit is de wijn van het verbond. Hij gaat niet om de broodschaal of de kelk. Hij zegt: Dit is mijn Lichaam, dit is mijn Bloed van het Verbond. Hijzelf is het Verbond in Vlees en Bloed, in levende lijve. Hij geeft zichzelf opdat wij leven in zijn Verbond, leven uit zijn Verbond en door zijn Verbond eeuwig leven. Amen.

Voorbede

De Heer is in ons midden door Woord en Sacrament. In zijn Geest bidden wij in geloof en vertrouwen.

Wij bidden voor de Kerk, voor de herders en de gelovigen, dat zij zich innerlijk laten raken door de aanwezigheid van de Heer en door de Eucharistie groeien in verbondenheid met Christus en elkaar. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze samenleving, dat regeringsleiders en andere leidinggevenden zich inzetten voor het dagelijks brood voor alle volken. Wij bidden ook dat zij zich inspannen voor goed geestelijk voedsel, voedsel voor de ziel dat mensen innerlijk kracht en verdieping geeft: (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze geloofsgemeenschappen, dat we ons blijven verdiepen in het mysterie van de Eucharistie, dat we meer en meer het levende Lichaam van Christus worden, dat we in aanwezigheid van de Heer tot rust, herstel, inspiratie en verdieping komen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden in dit jaar van het gezin bijzonder ook voor de Communicanten, dat groot en klein steeds aandachtig in geloof en liefde de heiige Communie ontvangt, dat we de liefde van Christus van harte beamen en in de praktijk brengen. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top