Ga naar hoofdinhoud

Op de tweede zondag van Pasen vieren we de zondag van de goddelijke barmhartigheid. Die barmhartigheid van God doorbreekt in het evangelie de twijfel en het ongeloof van de apostel Thomas.

Eucharistieviering 23 en 24 april 2022, in de parochies van de federatie RRM – H. Laurentius, in de kerk van de H. Liduina (Hillegersberg), de H. Dominicus (Het Steiger) en de geloofsgemeenschap van Overschie om 19.00, 09.30 en 11.00, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2022TMP02C (zie C2016TMP02C)

Lezingen

E.L: Handelingen der Apostelen 5, 12-16
Psalm: 118 (117), 2-4, 22-24, 25-27a
T.L: Apokalyps 1, 9-11a. 12-13. 17-19
Vers: Johannes 20, 29
EV: Johannes 20, 19-31

Homilie

Afgelopen Paaszondag vertrok ik vanuit de vraag of u wel eens gefaald hebt. De mensengeschiedenis staat bol van falen, individueel en collectief. Vandaag faalt het geloof van de apostel Thomas.

Ik wil daarom vertrekken bij de vraag waarom Thomas niet kon geloven. Zo kunnen we op het spoor komen wat Jezus belangrijk vindt in ons geloof. Ik schets u kort de geschiedenis zoals we die net hoorden. Jezus verschijnt aan zijn leerlingen. Thomas weigert dat te geloven. De zondag erna is Jezus opnieuw in hun midden. Thomas is er nu wel bij en belijdt dan zijn geloof als hij zegt: “Mijn Heer en mijn God.” Hoe vindt die ommekeer plaats?

Jezus zegt: “Omdat ge Mij gezien hebt gelooft ge? Zalig die niet gezien en toch geloofd hebben.” Wat is nu dat geloven? De apostelen hadden gezegd: “Wij hebben de Heer gezien.” Maar Thomas weigert zijn medeapostelen op hun woord te geloven. Daar doelt Jezus op als Hij vragenderwijs zegt: “Omdat ge Mij gezíen hebt gelooft ge?” Jezus wil dat Tomas en wij geloven op het woord van betrouwbare getuigen.

De apostel Paulus zal later schrijven: “Joden eisen wonderen, heidenen verlangen wijsheid. Maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor de Joden een aanstoot, voor de heidenen een dwaasheid. (1 Kor. 1, 22-23)” Thomas moet loskomen van zijn eigen denken, of zoals Jezus in Kana tegen de hofbeambte zei: “Als gij geen wondertekenen ziet, dan gelooft gij niet.”

Hoe graag zouden we die tien plagen nog een keer zien en vervolgens de zee zien opengaan zodat een heel volk over de bodem kan trekken! Hoe graag zouden we die stenen platen zien die Mozes op de berg kreeg! Maar die hofbeambte uit het Evangelie die ik noemde, begreep het, hij zei: “Heer, kom toch eer mijn kind sterft!” Het ging hem niet om het zien van een wonder of teken, het gaat hem om de genezing van zijn zoon. Vervolgens zou blijken of hij Jezus gelooft op zijn woord. Jezus gaat niet mee, maar zegt: “Ga maar, uw zoon leeft.” De man geloofde wat Jezus hem zei en ging op weg.

Die vraag mogen wij ook aan onszelf stellen. Geloven wij op het Woord van Christus, op het woord van de Apostelen, op het woord van de Kerk? Geloven wij op basis van betrouwbare getuigen? Of willen wij, zoals de Joden in Jezus’ tijd, eerst tekenen en wonderen zien? Of zijn wij Westerlingen eerder net als de Grieken, als de heidenen, en verlangen wij een vorm van wijsheid, van kennis, van wetenschap, van filosofie, van theologie, van dogmatiek, willen we redeneringen en redevoeringen, willen we taalspel met mooie verhalen of mooie muziek, wat willen we? Willen we een overtuigend verhaal dat past in de tijdgeest, willen we troostvolle woorden, als ze maar niet botsen met het politiek correcte denken van onze tijd?

Waarom kon Tomas niet geloven en wat kon hij niet geloven? Ik vermoed dat dit kwam door de Joodse dogmatiek van die tijd, die zegt dat God het goede loont en het kwade straft. Iemand die aan het kruis sterft dus moet dus een zondaar zijn, anders zou God het verhoeden. Wat de apostelen gezien hebben, kan dan nooit Dezelfde zijn als Degene die aan het kruis hing en stief en werd begraven. Dus zegt Tomas: “Zolang ik in zijn handen niet het teken van de nagelen zie, en mijn vinger in de plaats van de nagelen kan steken, en mijn hand in zijn zijde leggen, zal ik zeker niet geloven.” Daarom zegt Jezus tot Tomas: “Kom hier met uw vinger en bezie mijn handen. Steek uw hand uit en leg die in mijn zijde en wees niet langer ongelovig maar gelovig.” Degene die aan het kruis stierf is dezelfde die hier voor je staat.

Paulus schrijft: “Joden eisen wonderen, heidenen verlangen wijsheid. Maar wij verkondigen een gekruisigde Christus, voor de Joden een aanstoot, voor de heidenen een dwaasheid.

Tomas kon zich niet voorstellen dat Gods goedheid, Gods barmhartigheid zich zou openbaren via de weg van het kruis. Hij kon zich niet voorstellen dat het lijden en sterven van een rechtvaardige ten goede kon komen aan heel het volk. Maar hij had het kunnen weten, als hij Jesaja goed had gelezen. Zijn denken was geblokkeerd door de tijdgeest van toen.

Hoe zouden wij hebben gereageerd? Misschien net zoals Tomas, maar met wat andere vragen: Ik zal niet geloven als Jezus niet uitlegt hoe God al die ellende in de wereld kan toestaan. Ik geloof niet als Jezus niet uitlegt waarom rechtvaardige mensen zoveel ellende meemaken. Ik geloof niet in God als Jezus niet uitlegt waarom wij God niet kunnen zien. Ook wij kunnen in deze vragen blijven hangen, net als Tomas die niet geloofde, … tot hij Jezus zag.

Vandaag op Beloken Pasen, op de zondag van de goddelijke barhartigheid mogen we ons bewust worden dat de barmhartigheid van God geen goedkope barmhartigheid is. Wij zien niet de plagen van Egypte, maar we zien dat Jezus mensen geneest en hoe zijn Kerk die dit werk voortzet. Wij zien geen stenen platen met Gods geboden erop, maar wij zien dat in Jezus, Gods Woord Vlees is geworden, Jezus doet Gods Woord, brengt het in praktijk, Hij draagt en verdraagt, hij volbrengt de waarheid en de wijsheid, Hij toont Gods liefde tot het uiterste toe. Jezus roept ook ons op om te geloven, omdat betrouwbare getuigen ons de waarheid over Jezus, over God en over onszelf hebben doorgegeven, opdat ook wij geloven en leven. Amen. Alleluia. Zalig Pasen.

Voorbede

Wij bidden tot de verrezen Heer.

Christus, onze voorspreker is het mensgeworden gelaat van Gods barmhartigheid. Bidden wij vol vertrouwen.

Wij bidden voor alle christenen, dat wij ons niet laten afleiden door de verwarring van onze tijd, dat wij durven geloven in Christus die onze waarachtige levensweg is. Voor de pas gedoopten en anderen die opgenomen zijn in de kerk, om een vreugdevol en sterk geloof. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor alle mensen die net als Tomas alleen hun eigen ogen geloven, vragen wij dat hun innerlijk oog mag worden verlicht, zodat zij tot geloof komen en Jezus navolgen. Wij bidden om vrede in Oekraïne en zoveel andere landen, om oprechte vredesbesprekingen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, om saamhorigheid zoals de apostelen die het geloof met elkaar deelden, dat ook wij samen op weg de ervaring opdoen van Christus’ verrijzenis en van zijn aanwezigheid in ons midden. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden bijzonder voor gezinnen in dit jaar van het gezin, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat de vreugde van Pasen een diepe geloofsvreugde mag zijn, en dat we elkaar meenemen op onze geloofsweg in de navolging van Christus. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top