Ga naar hoofdinhoud

De Oude Wet registreert vooral je tekorten. De Nieuwe Wet van Vergeving nodigt ons uit om met Gods liefde onze tekorten gaandeweg te overwinnen. Aan ons is er de vraag of wij ja zeggen.

Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, weekeinde van 12 en 13 oktober 2002, 19.00 en 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2002DHJ28A

Lezingen

E.L: Jes. 25, 6-10a
EV: Mt. 22, 1-10

Homilie

In deze dagen stromen tienduizendtallen Nederlanders door de koninklijke residentie, om afscheid te nemen van een beminnelijk mens. Prins Claus, een man die een moeilijke taak in moeilijke omstandigheden, heel trouw en met grote inzet heeft volbracht. Duizenden gewone mensen vertoeven even in de sferen van het koninklijk huis. Zij zijn daar rond een afscheid dat op een bijzondere manier de harten van velen heeft geraakt.

Die weemoed steekt af tegen de vreugde van de bruiloft in het Evangelie, maar enige overeenkomst zit er ook in. Het is een geweldige menigte die de honderdduizend benadert. En de mensen worden niet zwaar gescreend. Je wordt niet geselecteerd, zoals bij het huwelijk van Alexander en Maxima. Toen was er ook een groot aantal genodigden, maar het was de fine fleur uit de maatschappij en vooral uit de kring van familie, vrienden en kennissen van het koninklijk huis, die werkelijk in het hele bruiloftsfeest mochten delen.

Vandaag in het Evangelie ook zo’n uitnodiging aan iedereen: ‘Komt naar de bruiloft’. Een uitnodiging aan goeden en slechten, alles loopt door elkaar. Mijn huis moet vol zijn, is het motto van de koning. Dat is het verlangen van deze koning in het verhaal, dat zijn huis vol is, want er moet een feest zijn dat zijn zoon waardig is.

Maar zo gemakkelijk als het bij ons koninklijk huis lijkt te gaan, zo gemakkelijk gaat het deze koning niet af. Door de actualiteiten van vandaag kun je dit verhaal wat gemakkelijker naar het heden verplaatsen, want anders komt het misschien wat ver weg van onze leefwereld.

De kunst is altijd om de overeenkomsten en de verschillen tussen het Evangelie, met de parabel en de situatie toen en nu op het spoor te komen. Dat is niet gemakkelijk. De leefwereld lijkt zo anders. Daarom moest ik even denken aan zoekplaatjes.

Kent u die zoekplaatjes, waar kinderen zo handig in zijn? Zoek de tien verschillen of zoek de figuren die door elkaar lopen, of zoek de beer die verborgen is. Soms lijkt het Evangelie daar ook wat op. Wanneer je het oppervlakkig leest, zoals je even vlug door de krant heen kunt lopen, dan lijkt het verhaal wel duidelijk. Onwillige genodigden: Het zijn de belangrijke mensen in het land, die de uitnodiging afwijzen en nog erger, die de dienaren mishandelen en doden. Daarmee past het verhaal de Oude Wet van het Oude Verbond toe: oog om oog, tand om tand, ofwel boontje komt om zijn loontje. De vijandige genodigden krijgen aan het eind van het verhaal een koekje van eigen deeg. Het leger komt erop af en er wordt afrekening gehouden. Daarna worden de minderen in het land de gasten van de koning.

Vreemd eigenlijk, want Jezus is toch gekomen om dat niveau te overwinnen, ons naar een andere manier van leven en denken te brengen. Waarom dan dat voorbeeld van oog om oog en tand om tand? Jezus spreekt tot hogepriesters en de oudsten van het volk. Zij passen die oude wet toe, en leven in hun relatie met God ook in die sfeer.

Nu komt Jezus met een andere Boodschap en aan hen is de keuze: of overstappen naar een Nieuw Evangelie, een nieuwe verhouding met God, waarin zondaars en heidenen en de hele wereld een plaats krijgt, of vasthouden aan het Oude Verbond, waarbij God het recht heeft je genadeloos af te rekenen op je daden en tekorten. Want de Oude Wet registreert vooral je tekorten. De Nieuwe Wet van Vergeving nodigt ons uit om met Gods liefde onze tekorten gaandeweg te overwinnen.

Ook op een andere manier is dit Evangelie een zoekplaatje. Toen u het verhaal hoorde, is u dat misschien niet opgevallen, maar de bruid wordt niet genoemd. Wanneer je gaat zoeken, kom je haar in de tekst niet tegen. Er is een bruidegom, de zoon van de koning. Maar waar is de bruid?

Het zijn deze onopvallende elementen uit het Evangelie die ons aan het denken mogen zetten. Vanouds wordt de Kerk als de bruid van Christus gezien. Christus heeft zich overgeleverd voor de Kerk, die gemeenschap van alle genodigden, wereldwijd. Jezus heeft zijn leven gegeven voor die bruid. En dit verhaal vertelt in feite de geschiedenis van deze bruid. Israël is vanouds die bruid. En dikwijls wordt Israël vergeleken met een ontrouwe bruid. Die ontrouw wordt zichtbaar in deze eerste genodigden in de parabel. Zij lijken op de pachters van verleden week. Daar waren het pachters die de dienaren mishandelden en vermoordden. Nu zijn het de genodigden die de dienaren mishandelen en doden.

Maar laten we nuchter zijn, de geschiedenis van Israël is ook de geschiedenis van de Kerk. Aan de ene kant zijn wij de tweede genodigden, geroepen uit de heidenvolken, uit die enorme massa mensen die deze aardbol bewonen. Maar aan de andere kant, wanneer we als kind gedoopt zijn, en vanaf de moederschoot God hebben leren kennen, Jezus hebben leren kennen en in de schoot van de Kerk zijn opgegroeid, dan horen we ook bij die eerste genodigden.

Ook aan ons is er de vraag of wij ja zeggen, zoals de bruid, ja op de ene bruidegom, de Zoon van de Koning, Jezus. Dit Evangelie is een oproep om na te denken over onze relatie met Christus. Mag Hij ons wegroepen van ons werk, uit onze dagelijkse handel en wandel? En als de Kerk dat doet, of het nu door een oproep van de paus is of het klokgelui hier in ons dorp, vinden we de Kerk dan vervelend, rekenen we af met de dienaren van de Kerk?

Of is het andersom, voelen we ons geroepen om zelf ook als dienaar van Christus die genodigden bijeen te brengen. Dan weet je wat je te wachten staat. Maar je staat wel heel nabij in dienst van de ene Koningszoon en je werkt mee aan het welslagen van de bruiloft tussen de hemel en de aarde.

Het zijn dagen waarin we meer met het Koningshuis meeleven. Zulke dagen komen er nog meer, omdat andere leden van het koningshuis reeds een hoge leeftijd hebben bereikt. Maar straks herneemt dat alles weer zijn gewone loop. Dan klinkt blijft de vraag klinken of wij willen meeleven met dat andere Koningshuis, Gods huis, meeleven met het Koninkrijk der Hemelen.

Wij worden straks genodigd aan zijn Maaltijd. Het is goed je genodigd te weten, niet omdat je zo goed bent, ook niet omdat je zo slecht bent. Het loopt door elkaar, ook in ons eigen innerlijk. Nee, we zijn genodigd omdat de Zoon ons liefheeft, met de liefde van een hemelse bruidegom. Mag ons antwoord bij de Communie, een passend antwoord zijn, wanneer we van harte Ja zeggen op zijn Verbond. Amen.

Back To Top