Ga naar hoofdinhoud

Rijkdom bij God komt alleen binnen bereik wanneer je de aardse rijkdom los kunt laten. Uit onszelf kunnen we dat niet. Maar met Gods hulp wordt alles mogelijk.

Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Adrianus te Naaldwijk en de H. Bartholomeus te Poeldijk, weekeinde van 14 en 15 oktober 2000, 19.00 uur en 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2000DHJ28B

Lezingen

E.L.: Wijsh. 7, 7-11
EV.: Mc. 10, 17-30

Homilie

Hebt u ze gezien? Coby en Stefan? U kent ze toch wel, van dat TV-programma: ‘Ja, ik wil een miljonair’. Zo’n programma waar de helft van de bevolking schande van spreekt, maar wel kijkt. Een teken van de tijd, waarin de waarde van het huwelijk voor velen al weinig meer voorstelt en waar vaak diezelfde helft met heimelijke gevoelens van afgunst denkt: ‘Het is toch ook wel handig, zo’n rijke vent’.

Wat hebben allerlei mensen allemaal over voor geld? De kranten staan er vol van, veel minder verheven dingen dan zo’n TV-programma, ze hebben er heel veel voor over! Wat te denken van: drugshandel, diefstal, zwart geld, belastingontduiking, wapenhandel, porno en kinderporno, prostitutie, mensenhandel. En wat hebben wij allemaal over voor geld? Ook heel veel: We zeggen met de mond, ‘ach geld maakt niet gelukkig’, maar als we horen dat iemand een miljoen met de staatsloterij heeft gewonnen, denken we toch bij onszelf, ‘als ik dat gewonnen had, wat had ik dan kunnen kopen?’ En we laten de postcodeloterij maar doorlopen, het wordt toch automatisch afgeschreven, en wie weet.

Rijk zijn. Het is vandaag niet anders dan tweeduizend jaar geleden. Nu hebben wij in onze tijd nog het één en ander van Jezus geleerd, zodat we toch wat kritischer naar de rijkdom kijken. Of we echt wat geleerd hebben, moet natuurlijk blijken in het gewone leven, maar in theorie weten we het wel. Voor de leerlingen in de tijd van Jezus was het nog moeilijker. Daar heerste de opvatting dat rijkdom een zegen van God was, een rijke zat blijkbaar goed in Gods ogen. Daarom dit waar gebeurde verhaal van de rijke jongeling. Het omgekeerde van de TV-serie ‘Ja ik wil een miljonair’ nu het programma: ‘Ja, ik wil een arme Jezus’. De rijke jongeling doet niet mee, Jezus is te arm, hoe liefdevol Hij hem ook aankijkt. Doet u mee met dat programma: ‘Ja, ik wil een arme Jezus’, geeft u zich ook op? We zijn tenslotte naar de kerk gekomen voor Hem.

Er heerst dikwijls een misvatting over die rijke jongeling, we weten overigens niet eens of hij zo jong was. Hij was zeer in goede doen, dan kun je ook al wat ouder zijn. De meesten denken aan een soort verwend joch, dat gemakkelijk goede sier wil maken bij Jezus. Maar zo is het niet. Ik denk dat deze rijke jongeling ook in onze ogen een voorbeeldig leven leidde. Als Jezus tegen u zou zeggen, in een persoonlijk gesprek: ‘Je kent de geboden: Gij zult niet doden, gij zult geen echtbreuk plegen, gij zult niet stelen, gij zult niet vals getuigen, gij zult niemand iets tekort doen, eert uw vader en uw moeder.’ Zou u dan Jezus recht in de ogen kunnen kijken en zeggen: ‘Dat heb ik allemaal vanaf mijn jeugd af onderhouden.’ Of denkt u dan plotseling: ‘gij zult niemand iets tekort doen’ – ik neem wel eens iets mee van de baas – ‘gij zult niet vals getuigen’ – een leugentje om bestwil hoort daar ook bij. En wanneer hebt u voor het laatst geknield? Dat is hier niet zo gemakkelijk. Deze jongeman knielt voor Jezus. Wanneer hebt u tijd gemaakt om over uw geloof dieper door te denken? Hij komt met een hele wezenlijke vraag: ‘Goede Meester, wat moet ik doen om het eeuwig leven te verwerven?’ En wat eeuwig leven ook precies betekent; wanneer hebt u zich voor het laatst druk gemaakt over de vraag of u in de hemel komt? Ach we leven tenslotte anno 2000, dan geloof je toch dat iedereen wel in de hemel komt, dus zo’n vraag hoef je niet meer te stellen. Maar deze jongeman stelt hem wel en Jezus geeft antwoord.

Die rijke jongeling was echt een goeie. Het had een prima apostel kunnen worden. Dan had er nu een andere naam in de rij van twaalf gestaan, misschien was Judas dan niet gekozen en had het allemaal veel beter gelopen. Er was maar één probleem: rijkdom.

Waarschijnlijk gingen deze gedachten niet bij Coby door haar hoofd. Waarschijnlijk heeft zij niet dezelfde vragen gesteld als die rijke jongeman, zij had maar één vraag: “Hoe sla ik zo’n rijke jongeling aan de haak?” Wat dat aangaat kunnen we meer van de rijke jongeling uit het Evangelie leren. Maar de echte leraar blijft Jezus.

Nu denkt u misschien. Wat moet ik met zo’n Evangelie? Moet iedereen dan zomaar alles verkopen? Het zou toch een mooie boel worden als iedereen alles verkocht, niet meer werkte en als bedelaar overal rond zou lopen om het Evangelie te verkondigen. Dat is niet Jezus bedoeling. Al denk ik dat het er ook dan op vooruit gaat. Er zou zeker minder gevochten en gemoord worden, zoals in Israël en Palestina en op zoveel andere plaatsen in de wereld. Maar niet iedereen wordt net als deze jongeman geroepen om alles te verkopen. Denk aan Zacheüs, die man in de boom, klein en rijk, een tollenaar. Hij bekeert zich en betaalt zijn schuld vierdubbel terug en bovendien geeft hij de helft van zijn bezit aan de armen. Maar toch niet alles. En hij komt ook niet terug om Jezus als leerling van nabij te volgen. Er zijn veel vormen om aan de oproep van Jezus gestalte te geven.

Wanneer we voorlopig eens alleen maar konden zeggen dat we de tien geboden trouw onderhouden, zoals deze man, of de twee geboden van Jezus: God beminnen en je naaste als jezelf; dan weten we dat we het eeuwig leven verwerven. En wil je nog meer? Wil je verder? Wil je de volmaaktheid van Jezus bereiken? Dan is er die volgende stap nodig.

Wat kunt u hiermee? Jezus houdt ons een andere rijkdom voor, rijk zijn bij God, een schat in de hemel verwerven, rijk zijn aan geloof en liefde, aan trouw en geduld, aan eerlijkheid en hulpvaardigheid, rijk aan tevredenheid en oprechtheid.

Wat kunnen wij hiermee? Geef ruim aan de armen, houd je hand niet op de knip, wanneer je meer dan genoeg hebt om te leven, Jezus leefde in de grootste rijkdom in zijn relatie met de Vader, Hij werd arm, werd geboren in een stal, werd niet geaccepteerd, had geen vrouw en kinderen, stierf aan het kruis, armer dan de armste. En toch was Hij rijker dan wie ook.

Gelukkig hoor ik ook nog wel eens zeggen: Pastoor, we zijn weer opa en oma geworden, alles gezond en wel, wat zijn we toch rijk! Dan komt u een beetje in de richting waarin Jezus denkt en spreekt en leeft, Hij had geen bezittingen op aarde, zelfs geen kinderen, geen kleinkinderen, en was toch veel rijker, dat is de rijkdom bij God.

Die komt alleen binnen bereik wanneer je de aardse rijkdom los kunt laten. Succes. Uit onszelf kunnen we dat niet. Maar met Gods hulp wordt alles mogelijk. Amen.

Back To Top