Ga naar hoofdinhoud

Een wereld, waarin negen van de tien, 90% wel gelooft en toch niet gered wordt. Omdat het in hun geloof meer om henzelf draait dan om God. De vraag is of dat wel ‘Geloof’ is, of dat dat niet het gewone, algemene religieuze is. Er lijkt niet veel veranderd.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, weekeinde van 13 en 14 oktober 2001, 19.00 en 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2001DHJ28C

Lezingen

E.L: 2 Kon. 5, 14-17
EV.: Luc. 17, 11-19

Homilie

U kent natuurlijk de parabel van de barmhartige Samaritaan. Een van de mooiste parabels van Jezus. We kennen ook het gesprek van Jezus met de Samaritaanse aan de put. Samaria, Samaritanen, ze werden door de Judeeërs niet gezien. Zoiets als nu Israël en de Palestijnen. Er was dan wel geen oorlog, maar de verhoudingen waren slecht. Dan valt het op dat juist bij de Samaritanen bijzondere dingen gebeuren. Nu niet een parabel van een barmhartige Samaritaan, maar de geschiedenis van de dankbare Samaritaan.

Boven aan uw boekje staat een titel: ‘Gered’. Het komt uit de slotzin van dit Evangelie: ‘Sta op en ga heen; uw geloof heeft u gered’. Maar daarover heb ik nu juist een vraag. Jezus zegt dat tegen die ene Samaritaan, die is teruggekeerd. Maar ze zijn toch alle tien genezen. Zijn ze dan niet alle tien gered? Is dat niet het belangrijkste, dat ze van hun melaatsheid genezen zijn, dat ze gereinigd zijn, rein in de ogen van de Wet van Mozes, rein in de ogen van de mensen, waardoor ze weer gewoon de stad in kunnen, naar hun familieleden toe? Ze zijn genezen. Zijn ze dan niet gered?

In onze tijd staat gezondheid met stip bovenaan ons verlanglijstje. Een God die ons kan genezen is een geweldige God. Die mag er zijn. Daarom zal de medische wereld, de farmacie, maar ook alternatieve geneeswijzen met alles wat daarbij hoort, altijd in de belangstelling staan, groot aanzien hebben en ook veel geld kosten. Gezondheid heeft een goddelijke status gekregen.

Alle tien zijn zij dus genezen, hebben hun gezondheid terug. Maar, wat is dan het verschil? Het geloof misschien? Jezus zegt tegen de Samaritaan: ‘Je geloof heeft je gered’. Maar geldt dat dan niet voor alle tien? Alle tien kwamen naar Jezus toe, roepend: ‘Jezus, Meester, ontferm U over ons.’ Luid roepend, in geloof. Gehoorzaam aan de wet, ze blijven netjes op afstand. Ze geloven het woord van Jezus en gaan op weg, ze gehoorzamen Hem. En dankzij dat geloof ontvangen zij hun reiniging en zo hun gezondheid terug. Je kunt dus moeilijk zeggen dat ze niet geloven. Wat is het verschil?

Ze geloven, ze gehoorzamen, ze worden gereinigd en ontvangen alle tien hun gezondheid terug. En Jezus vraagt: ‘Waar zijn dan de negen anderen? Is er niemand teruggekeerd om aan God eer te brengen dan alleen deze vreemdeling?’

Kijken we even naar de eerste lezing. Daar hebben we het goede voorbeeld. Maar valt het u op dat het ook hier om een vreemdeling gaat, Naäman, een Syriër. Hij gehoorzaamde, dompelde zich zeven maal onder en zijn huid werd gereinigd. Dan keert hij terug naar de profeet en zegt. ‘Nu weet ik dat er in Israël een god is en nergens anders’. Dat is Naäman. Hij keert terug en tot de profeet die hem die opdracht had gegeven getuigt hij van zijn geloof in God.

Ze hebben dus in Naäman het goede voorbeeld, juist deze negen mannen uit Israël. Want dat verhaal van Naäman was juist hen bekend, meer dan de man uit Samaria. Vandaar die vraag van Jezus: ‘Is er niemand teruggekeerd om aan God eer te brengen dan alleen deze vreemdeling?’

Wat is dan het verschil tussen de Samaritaan en de negen anderen. Een paar woorden spelen een hoofdrol. Eerst ‘dankbaarheid’. Vol dankbaarheid wierp hij zich voor Jezus’ voeten neer. En ook ‘eer’, ‘Is er niemand teruggekeerd om aan God eer te brengen dan alleen deze vreemdeling?’

Nu kun je natuurlijk veronderstellen dat die negen anderen naar de priester en zo naar de tempel zijn gegaan, daar zullen ze toch wel het vereiste offer hebben opgedragen, en zo God eer gebracht. Moeten ze dan persé terugkeren naar Jezus?

Daar zit inderdaad een verschil. Ze vinden geen reiniging in de tempel, ook niet door de priester, evenmin door de afzondering en ook niet door hun eigen kracht. Hun leven is ellendig geworden, aan de rand van de maatschappij. Ondanks priesters, tempel etcetera. In hun ellende weten ze Jezus te vinden: ‘Jezus, meester, ontferm U over ons’. Maar als ze genezen zijn, weten ze Hem niet meer te vinden.

Net als dat de profeet Elisa voor Naäman een vertegenwoordiger werd van de ware God, en Naäman dus naar Elisa terugkeerde, zo keert de Samaritaan naar Jezus terug. Door deze genezing weet hij dat Jezus een vertegenwoordiger is van de ware God, meer dan de priesters, meer dan de tempel, meer ook dan Elisa, tien keer meer, want de genezing is tienvoudig.

De Samaritaan vindt redding door zijn geloof, maar niet zozeer redding in de genezing, in de reiniging, dat is een teken aan de buitenkant, dat moment is geweest, nu komt de toekomst. De Samaritaan krijgt een persoonlijke boodschap van Jezus, hij krijgt een zending en een woord van genade. ‘Sta op, ga heen, je geloof heeft je gered. Dit geloof van deze Samaritaan gaat dieper dan dat van de negen anderen. Het is niet moeilijk te geloven in een goddelijke macht, het is niet moeilijk te geloven dat er iets is, dat er mensen genezing vinden bij de paranormale beurs of bij wie dan ook. Het verschil is dat je wel wordt genezen, maar niet wordt gered. De redding bestaat erin dat je een band met Jezus opbouwt en je door Jezus bij de Vader laat brengen.

Daar zit het verschil. De negen anderen draaiden om zichzelf. Geloof kan heel egoïstisch zijn. We kunnen alles vragen aan God, we willen alles hebben, hebben er ook nog iets voor over, maar het draait daarbij steeds om onszelf.

Deze Samaritaan geeft iets af. Hij beseft door het teken van de reiniging dat God hier bezig is en hij komt terug om God eer te brengen.

Een wereld, waarin negen van de tien, 90% wel gelooft en toch niet gered wordt. Omdat het in hun geloof meer om henzelf draait dan om God. De vraag is of dat wel ‘Geloof’ is, of dat dat niet het gewone, algemene religieuze is. Er lijkt niet veel veranderd.

Verleden week hadden we Oogstdankdag. Ik ben blij dat het toen een behoorlijk gevulde kerk was, dat mensen de moeite namen om terug te komen en God te bedanken en eer te brengen. Laten we dat ook in deze viering doen en morgen en volgende week en steeds weer. Zo’n geloof zal ook onze redding zijn. Amen.

Back To Top