Ga naar hoofdinhoud

Jezus zegt: “Bekeert U”. Tot iedere generatie opnieuw, tot iedere individuele mens, op het meest ongelegen moment. Voor die bekering geldt hetzelfde als wat geldt bij de roeping: “Nu, meteen, niet uitstellen, al het andere is afleiding en op de afleiding volgt de verleiding.”

Eucharistieviering 21 januari om 19.00 uur en 22 januari 2006 om 09.30 uur, in de parochiekerk van de H. Willibrord en de H. Jozef te Wassenaar, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2006DHJ03B

Lezingen

E.L.: Jona 3, 1-5. 10
T.L.: 1 Kor. 7, 29-31
Ev.: Mc. 1, 14-20

Homilie

Als kind had ik soms een hekel aan mijn huiswerk. De meeste dingen gingen me gemakkelijk af, maar aan een paar vakken had ik een hekel. Natuurlijk moest ik toch van tijd tot tijd mijn huiswerk maken. Op zo’n moment, zoals meer kinderen, was ik erg vindingrijk in het vinden van ontwijkingmanoeuvres. Één uitspraak van mijn moeder is me hierin altijd bijgebleven. Als ik weer zat weg te dromen, iets enorms zat uit te vinden, ineens alle aandacht had voor een klein prulletje, dan kon mijn moeder zeggen: “Dat is afleiding”, “je laat je afleiden”. Dat zag ze goed, want de beste en meest belovende ideeën kwamen natuurlijk op als ik weer plaatsnamen of jaartallen uit de geschiedenis moest leren.

Afleiding. Wat is afleiding? In oorlogssituaties of in een gevecht maken de partijen schijnbewegingen, die leiden de aandacht van de tegenstander af, zodat je op een belangrijke plaats door kan stoten. Maar ook een goochelaar of magician leidt voortdurend de aandacht af, zodat je niet ziet wat hij ondertussen doet. Een gebaar, een blik, een aantrekkelijke assistente, opvallende kleding, rook, geluid, licht, het helpt allemaal om te verhullen en de aandacht af te leiden.

Dicht bij het woord afleiding staat verleiding. De tegenstander wordt verleid om een uitval te doen en loopt in een hinderlaag. Afleiding kan verleiding worden, wanneer je met de afleiding meegaat, toegeeft. Bij afleiding verlies je het goede uit het oog, bij verleiding ga je meedoen met wat verkeerd is.

Vandaag lezen we in de brief aan de Christenen van Korinte dat Paulus zegt: “Zij die met het aardse omgaan, moeten er niet in opgaan; want de wereld die wij zien, gaat voorbij”. Dat heeft Paulus niet van zichzelf. Eerder heeft Jezus al over zijn leerlingen gezegd “Zij zijn niet van de wereld, zoals Ik niet van de wereld ben”. Gods kinderen zijn in de wereld, maar niet van de wereld. Het oude beeld van nomaden, van pelgrims, mensen die op tocht zijn, is daarbij heel doeltreffend. Je hebt hier geen vaste verblijfplaats, hecht je hart niet aan deze wereld, maar aan Gods eeuwige koninkrijk, want waar je schat is daar is je hart.

Jezus heeft een hart dat vrij is van zonde. Alle menselijke hartstochten kent Hij, maar Hij wordt er niet door bepaald of door beheerst. Zijn ene en eigenlijke hartstocht is Gods wil, Gods liefde, Gods reddingsplan, Gods barmhartigheid en Gods vergeving. Jezus kent de bekoring, alle bekoringen kent Hij, maar vanuit zijn oorspronkelijke relatie met God heeft Hij een krachtbron waardoor Hij niet toegeeft aan welke afleiding of verleiding dan ook. Daar kunnen wij veel van leren. Hij toont ons de voltooide staat, het doel, terwijl wij met vallen en opstaan daarheen moeten groeien.

Vandaag horen we Jezus tegen Petrus en Andreas zeggen: “Kom, volgt Mij; Ik zal van jullie mensenvissers maken.” Stel nu dat Petrus op dat moment had gezegd; “Dat is goed, maar laat me even mijn netten opruimen en de boel netjes achterlaten”. Als Andreas had gezegd, “ja dat is goed, maar laat me eerst onze boot goed verkopen, dan hebben we wat financiële reserve voor de komende tijd”. Als Jacobus en Johannes hadden gezegd: “ja, dat is goed, wij komen zo. We hebben onze netten klaar, we willen nog één vangst doen, dan brengen we gelijk wat vis mee voor onze tocht”. Heel redelijk toch!? Iedereen kan op elk moment allerlei redenen aanvoeren om niet meteen mee te gaan.

Om die redenen hebben ze in de oudere kloosters een klok die op bepaalde momenten geluid wordt. Het klokje van gehoorzaamheid. Dan leg je het werk neer, je staat op om naar de abdijkerk te komen, want het is tijd voor de liturgie. Onmiddellijk, meteen, terstond.

Zo lezen we het ook in het Evangelie: “Terstond lieten ze hun netten in de steek en volgden Hem”. En ook bij de andere twee leerlingen: “Onmiddellijk riep Hij hen. Zij lieten hun vader Zebedeüs met de dagloners in de boot achter en volgden Hem”.

Het Rijk van God is niet bijkomstig, het is niet een leuke meevaller, een koopje bij Blokker; het Rijk van God komt niet op de derde, vierde of vijfde plaats. Het Rijk van God is geen tijdelijke interesse, geen hobby voor religieuze freaks; het Rijk van God is de voltooiing, het doel van de schepping, het grote antwoord op elk waarom; het Rijk van God is het waar het uiteindelijk om gaat; thuiskomen bij God, de schepping tot haar doel brengen, de zingeving van ons bestaan terugkrijgen; “Het Rijk van God is dichtbij”, met die woorden begint Jezus zijn zending. Het Rijk van God is dichtbij.

Hoe anders klonken de woorden van Jona: “Nog veertig dagen en Ninive zal vergaan”. We hebben de dreigende taal gehoord, profeten verkondigden de ondergang, de straf, de eigen schuld, nu is het afgelopen. Jezus hanteert een andere benadering. Hij zegt niet: “Binnen drie jaar zal deze wereld vergaan”; Hij zegt: “Het Rijk van God is genaderd”.

Maar in dat wat daarop volgt is Jezus precies hetzelfde als al zijn voorgangers, van Jona tot Johannes de Doper. Hij zegt: “Bekeert U”. Tot iedere generatie opnieuw, tot iedere individuele mens, op het meest ongelegen moment, tijdens je werk, hier in de kerk, aan de maaltijd, in bed, op school, tijdens de sport, voor de televisie, zegt Hij: “Bekeer je”. Net zoals Jona tot de mensen van Ninive. Waren die zoveel slechter dan de mensen van onze tijd? Ik denk het niet. Als je de verhalen leest is het gewoon een spiegel van onze tijd en onze cultuur. Want voor die bekering geldt hetzelfde als wat geldt bij de roeping: “Nu, meteen, niet uitstellen, al het andere is afleiding en op de afleiding volgt de verleiding.”

Nu kunt u denken: “Ja, goed gesproken, maar dit moeten de mensen horen die niet in de kerk komen”. Inderdaad, dat is zo; maar dan moet u weten, dat u hier in de boot zit en dat u net als deze vier eerste leerlingen geroepen wordt om mensenvissers te zijn. Hier en nu. Mensenvissers, zij die met de netten van liefde mensen redden uit een zee van ontreddering, uit een wereld die verloren gaat. Zij die mensen bij elkaar brengen rondom Christus en hen zo weer terugbrengen in het Verbond met God.

Jezus zei er nog iets bij: “Bekeert u en gelooft in de Blijde Boodschap”. Zoals Ninive gered werd doordat de mensen geloofden in het woord van Jona, en op zijn woord hun levenswijze corrigeerden. Zo wordt de hele wereld gered door te geloven in het Woord van Jezus, zijn Blijde Boodschap, zijn Evangelie, wanneer zij hun leven richten op zijn Woord en zijn Voorbeeld. Laat u niet afleiden, ga mee met Hem; Hij leidt ons rechtstreeks naar zijn Vader, naar Gods Koninkrijk, naar het eeuwig leven, naar die wereld die blijft en waar wij mogen leven als Kinderen van God. Amen.

Voorbede

Bidden wij vol vertrouwen tot de Vader Die alle mensen wil redden en bijeenbrengen in zijn Koninkrijk.

Bidden wij voor Gods Kerk, dat er ook in onze tijd velen antwoord geven op de roep van Christus om mensenvissers te worden. Dat zij zich eerst door Jezus laten meenemen, om door Hem gevormd te worden en zijn werk te kunnen voortzetten. Laat ons bidden.

Bidden wij voor de wereld waarin wij leven, een wereld vol afleiding en verleiding. Bidden wij dat het Woord van Jezus mag klinken in de oren van allen, zodat het wonder van Ninive ook in onze tijd werkelijkheid wordt. Laat ons bidden.

Bidden wij voor alle mensen die in hun zoeken op dwaalsporen zijn beland, die verstrikt zijn geraakt in menselijke bedenksels, in persoonlijke belangen, in louter financiële netwerken en valse messiassen, dat zij mensenvissers ontmoeten die hen bij Christus brengen, zodat Hij hen vrij kan maken. Laat ons bidden.

Bidden wij voor alle Christenen wereldwijd, dat zij echt van onecht kunnen onderscheiden, waarheid van onwaarheid, leiding van afleiding en verleiding, dat zij niet opgaan in het aardse, maar hun hart geven aan Christus en zijn Koninkrijk. Laat ons bidden.

Intenties

Back To Top