Ga naar hoofdinhoud

Gewetensonderzoek: Laten we doen wat wij kunnen en de weg bereiden voor Zijn komst. Dan zal Hij doen wat Hij kan. Hij zal ons hart raken, ons innerlijk genezen en maken tot Gods kinderen.

Eucharistievieringen in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, weekeinde van 15 en 16 december 2001, 19.00 en 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2002ADV03Agewetensonderzoek

Lezingen

E.L: Jes. 35, 1-6.10.
EV: Mt. 11, 2-11

Homilie

Een gedachte ter inleiding op het gewetensonderzoek.

Het is de derde zondag van de Advent. Nog iets meer dan een week en we vieren de geboorte van Christus. Maar is dat vreemd? Jezus toen, en Jezus nu. Met welk licht kijken wij naar Hem en met welk licht kijken we naar onze wereld. Anno 2001 gaat het om een andere geboorte, maar wel om dezelfde Christus. Jezus werd eens geboren als een kind, groeide, leefde onder ons en werd vermoord. Zijn tweede geboorte is door de dood heen, in de hemel. Maar in die tweede geboorte blijft Hij dezelfde die hier eens geboren werd, hier leefde en stierf. Maar wat zou zijn leven, zijn lijden, zijn sterven en verrijzen betekenen als Hij alleen in de hemel verder leeft en niet ook nu verder zou leven in ons? Dan gaat het niet alleen om de idee Jezus, om zijn idealen, zijn dromen en herinneringen. Ze zijn niet los te maken van Hem. Alles wat hij gezegd en gedaan heeft, valt samen met Hem Zelf. Jezus is één. Hij is de levende. Wil zijn geboorte die wij straks met Kerstmis vieren, voor ons ook een wedergeboorte worden, dan vraagt dat van ons een daad van vertrouwen. Dat Hij werkelijk degene is die mijn leven verandert. Die mij tot een volkomen mens maakt. Die mijn hart verandert.

Het vraagt dat wij naar de oproep van Johannes de Doper luisteren en de weg bereiden voor zijn komst. Dat wijzelf doen wat wij kunnen. Dan zal Hij doen wat Hij kan. Hij zal ons hart raken, ons innerlijk genezen en maken tot Gods kinderen.

Met Johannes willen we nu ons geweten onderzoeken. Laten we het daarom even stil worden in onszelf. We zien een profeet in de gevangenis. Die gevangenis zet zich voort in de tijd. Die gevangenis neemt veel vormen aan. Gods Woord, ons geloof, onze diepste waarden; ze zitten soms in een gevangenis in onszelf. Ons diepste innerlijk, onze relatie met God, blijft gevangen in allerlei boeien. Wat zijn de boeien die ons verhinderen om meer te leven naar Gods bedoeling? Zij we nogal tevreden met onszelf? Zijn we bang om in de wereld uit de boot te vallen? Zijn we net als Johannes de Doper gaan twijfelen of Jezus wel echt de Messias is? Zijn we gaan twijfelen aan God? Lezen we de Bijbel op onze manier, verwachten we speciale dingen van God en als die niet gebeuren, slaat de twijfel of het ongeloof toe? Geloven we dat Jezus ook nu nog de kracht bezit ons uit die gevangenis te bevrijden?

We maken het even stil om God ons twijfelend hart te laten aanraken, opdat wij groeien in geloof en vertrouwen.

We zingen de acclamatie: ‘Zie in ontferming naar ons om.’

Een tweede domein waarin we onszelf mogen onderzoeken is onze relatie met onze naasten. Heel concreet thuis, werk, school, de buurt, maar ook de naasten ver weg, ontwikkelingslanden, achterstandsgroepen. Kunnen zij op mij rekenen? Of hoe praten we over elkaar? Hoezeer laten we ons toch gevangen nemen door deze maatschappij, door de media als we spreken en denken over Moslims, over Israël en Palestina. Laten we ons bevrijden door Jezus, om meer te doen zoals Hij? Laten we soms de angst regeren? Doemdenken? Praten we negatief, praten we mee met negatievelingen? Kijken we alleen naar de duisternis van de gevangenis? Of durven we te kijken naar de goede tekenen, verstaan we het antwoord van Jezus: “Kijk, lammen lopen, blinden zien en doven horen de Blijde Boodschap”. Zijn wij voor elkaar brengers van een Blijde Boodschap? Hoe zijn wij een naaste voor de ander? Voor God en de mensen?

We maken het even stil om ons opgesloten hart door God te laten aanraken, opdat wij groeien als Getuigen van Gods Blijde Boodschap.

We zingen de acclamatie: ‘Zie in ontferming naar ons om.’

Een derde domein is de relatie met de natuur en onszelf. Wordt de natuur niet steeds meer gevangene van onze wil tot productie, tot bezit? Willen we gaandeweg niet alles naar onze hand zetten? Is er niet een bevrijding van de natuur nodig? Maar vraagt bevrijding van de natuur niet eerst dat wijzelf bevrijd worden? Is de natuur niet gaandeweg onze gevangen geworden terwijl wijzelf gevangen zijn van allerlei driften, verlangens, ideeën of eigenmachtig gedrag? Durven wij echt goed te doen, gewoon mateloos goed doen? Niet reageren uit angst, niet reageren uit gevoelens van jaloersheid, uit irritatie, uit hooghartigheid, uit bezitterigheid maar eenvoudig, wijs en liefdevol, vertrouwensvol en zorgzaam, zoals Jezus? Werk ik aan mezelf naar zijn model, naar zijn idee, met zijn hulp? Is Jezus wel echt levend voor Mij, kan en mag Hij mij beïnvloeden?

We maken het even stil om God ons gesloten hart te laten aanraken, opdat wij open gaan voor God, onze naaste en de natuur. Opdat wij onszelf gaan zien als kind van God.

We zingen de acclamatie: ‘Zie in ontferming naar ons om.’

Back To Top