Ga naar hoofdinhoud

Wij kunnen in de leer bij Johannes de Doper. Leren getuigen van Gods goedheid en barmhartigheid, niet voor jezelf, maar omdat je weet dat God ook goed is voor de anderen.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van de H. Joannes de Doper (Katwijk), de H. Willibrord (Oegstgeest), weekeinde van 13 en 14 december 2014, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Eucharistieviering beluisteren vanuit de H. Willibrord te Oegstgeest (MP3)

Preek beluisteren vanuit de H. Willibrord te Oegstgeest (MP3)

Preek: B2015ADV03BAUFX

Lezingen

E.L: Jesaja 61,1-2a.10-11
Kant: Lc. 1, 46-48, 49-50, 53-54
T.L: 1 Tessalonicenzen 5, 16-24
All: Jes. 61, 1 (zie Luc. 4,18)
EV: Johannes 1,6-8.19-28

Homilie

Getuigenis geven, getuigen zijn. Weet u waar dat sommige mensen aan doet denken: Zieltjes winnen. In onze tijd klinkt getuigenis van je geloof soms negatief, het heeft voor sommige mensen de klank van opdringerigheid. Het woord getuigenis geven, wordt ook wel eens afgedaan als EO stijl, of alleluja met je handen in de lucht.

Het is zoals met veel dingen, op een goed moment wordt ergens negatief over gesproken, er wordt een karikatuur van gemaakt en dat blijft hangen, waardoor een woord in onbruik raakt. Dat is niet altijd een probleem, maar soms heb je geen passende andere woorden en dan is het wel lastig.

Er was een tijd dat getuigen en zieltjes winnen helemaal niet negatief klonk. Het sloeg op missionarissen die oprecht betrokken waren op hun mensen in de missiegebieden en hen Christus verkondigden. Want Christus kennen gaat alles te boven. Dan heb je mensen gewonnen voor Christus. Dat is goed voor henzelf en goed voor hun land. Je hebt een zieltje gewonnen. Daar lag ook het geloof aan ten grondslag dat het doopsel redding voor de ziel betekent.

In de vorige eeuw kwam een negatieve ommekeer in kijken naar geloof en doopsel en ook naar de verkondiging van het geloof in andere culturen en landen. De secularisatie kwam op, steeds vaker werd de spot gedreven met kerkelijke tradities en rituelen, er groeide een vijandigheid, waarbij Kerk en geloof als achterhaald werd bestempeld, als negatief en belemmerend voor de vooruitgang. Maar na verloop van tijd, als het debacle van het materialistische maatschappijbeeld, eerst in de Sovjet Unie en gaandeweg steeds meer in het Vrije Westen zichtbaar wordt, en men de geestelijke ontreddering steeds duidelijker voelt, ontwaakt langzaamaan een nieuwe kijk op het geloof in Christus en beginnen sommigen wakker te worden uit die negatieve roes, die blik waarmee decennia lang met name naar de katholieke Kerk werd gekeken.

Wat is getuigenis geven? Daarvoor gaan we in de leer bij Johannes de Doper. We lezen vandaag: “Er trad een mens op, een gezondene van God; zijn naam was Johannes. Deze kwam tot getuigenis, om te getuigen van het Licht opdat allen door hem tot geloof zouden komen.” Johannes staat daar niet voor zichzelf, hij treedt daar niet op om beroemd te worden of rijk, zoals moderne conferenciers. Ook niet om een nieuw geloof of een nieuwe kerk te stichten. Hij treedt op om mensen terug bij God te brengen. Toch brengt hij ook iets nieuws. Het gaat bij Johannes met name om geloof, om vertrouwen op God, om een nieuwe instelling van het hart. Dat vindt hij wezenlijker dan de toepassing van de Wet zoals de Farizeeën dit voorstaan. Geloof en vertrouwen in de Blijde Boodschap; dat God bekommerd is om ons mensen.

Wij kunnen in de leer bij Johannes de Doper. Leren getuigen van Gods goedheid en barmhartigheid, niet voor jezelf, maar omdat je weet dat God ook goed is voor de anderen. Daarom wil je hen op Gods goedheid wijzen. Johannes weet uit ervaring dat een leven in harmonie met God en de naaste goed is voor iedereen en vooral ook voor de hele samenleving. Dus roept Johannes op tot bekering, tot verzoening met God en elkaar. Tegelijk weet Johannes dat hij niets méér kan dan getuigen zijn, niets méér dan oproepen tot bekering. Het nieuwe, die nieuwe relatie met God en elkaar, die nieuwe verbondenheid waarin we herboren worden, dat begin van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, dát kan hij niet schenken, dat zal Hij doen die na hem komt.

Johannes zegt: “Ik doop met water, maar onder u staat Hij die gij niet kent, Hij die na mij komt, ik ben niet waardig de riem van zijn sandalen los te maken.” Johannes is zich zeer bewust van zijn kleinheid, van zijn beperkingen. Toch zal Jezus hem later de grootste onder de profeten noemen. Johannes is geen Jona die op de vlucht gaat en later klaagt omdat Ninivé toch niet wordt verwoest. Johannes doet waartoe Paulus ons later zal aansporen: “Blust de Geest niet uit: kleineert de profetische gaven niet, keurt alles, behoudt het goede.”

Johannes verheugt zich over Christus, al weet ook Johannes niet wat Jezus zal gaan doen. Johannes weet evenmin hoe Gods Koninkrijk er uit zal gaan zien. Dat wat Johannes over Jezus zegt: “Midden onder u staat hij die gij niet kent”, zegt Jezus zelf later over Gods Koninkrijk: “De komst van het Rijk Gods kunt ge niet waarnemen. Men kan niet zeggen: Kijk, hier is het, of daar is het. Want het Rijk Gods is midden onder u (Luc, 17,20-21).”

U heeft ongetwijfeld de eerste lezing herkend als de tekst die Jezus voorleest in de synagoge van Nazaret, het dorp waarin Hij is opgegroeid: “De Geest van de Heer God rust op Mij; Hij heeft Mij gezalfd om aan de armen de Blijde Boodschap te brengen. Hij heeft Mij gezonden om te genezen allen wier hart gebroken is, om de gevangenen vrijlating te melden, aan wie opgesloten, zijn vrijheid; om aan te kondigen het genadejaar van de Heer”. Het genadejaar van de Heer begint bij Degene die de Genade van God in Vlees en Bloed is, Jezus Christus. Hij bewerkt een Nieuw Verbond dat herstel betekent van Gods relatie met ons en onze relatie met God. In Jezus wordt werkelijkheid wat God vanaf het begin heeft aangekondigd in zijn beloftes en zijn Verbonden.

Dat moment van genade gaan we vieren met Kerstmis. Laat die vreugde in uw hart toe en durf daarvan op een nieuwe en positieve manier te getuigen. Dan volgt u Johannes de Doper na, dan zult u zowel navolger als voorloper zijn van Jezus Christus, onze Heer, Gods Zoon, onze Verlosser. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God, onze Vader.

Wij bidden voor onze Kerk, verspreid over de hele wereld, om een nieuw en vurig geloof en de moed om te getuigen van Gods goedheid en liefde. Dat we in de leer gaan bij Johannes de Doper en mensen bij Jezus brengen. (Laat ons [zingend] bidden.)

Wij bidden in deze Adventtijd voor alle zoekende mensen; voor hen die verlangen naar een diepere zin in het leven, dat zij mensen ontmoeten die op een hartelijke en oprechte wijze weten te getuigen van Gods liefdevolle verbondenheid met ons. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor onze parochie, dat we gaandeweg een missionaire parochie worden, dat we de nieuwe evangelisatie handen en voeten weten te geven, dat we de mensen bereiken die open staan voor de Blijde Boodschap van Jezus Christus. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat de oudste generatie durft te getuigen van het geloof, van de hoop en van de liefde, zodat de volgende generatie dit kan doorgeven. (Laat ons bidden.)

Intenties

Back To Top