Ga naar hoofdinhoud

Wij mensen staan niet zo sterk in ons geloof. Daarom gaat Christus met ons op weg. Wanneer we naar hem luisteren, zal Hij zijn Woord ook tot ons spreken.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van de H. Joannes de Doper (Katwijk) en de H. Willibrord (Oegstgeest), weekeinde van 29 en 30 april 2017, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2017TMP03A

Lezingen

E.L: Handelingen der Apostelen 2,14 + 22-32
Psalm: Ps. 16, 1-2a. 5. 7-8. 9-10. 11
T.L: 1 Petrus 1, 17-21
All. Vers. Lucas 24, 32
EV: Lucas 24, 13-32 of 13-35

Homilie

Zoals vaker is ook dit een bijzonder Evangelie. Twee leerlingen verlaten de groep en ze verlaten Jeruzalem. Ze willen de teleurstelling van Jezus’ kruisdood achter zich laten. Ze maken zich los van de kring rondom Jezus, ze hebben wel geruchten gehoord van wat de vrouwen hebben verteld, maar ze kunnen niet geloven dat Jezus is verrezen uit de doden. Ze hebben natuurlijk ook geen idee wat ze zich daarbij moeten voorstellen. Waar lijkt dit op?

Van de week lazen we in de Handelingen van de Apostelen hoe Petrus en andere leerlingen voor het Sanhedrin werden geleid. Bij dat verhoor sprak een zekere Gamaliël, een Farizeeër en een wetgeleerde, die bij het hele volk in aanzien stond tot het Sanhedrin. Hij liet de apostelen een ogenblik naar buiten brengen en zei: “Mannen van Israël, bedenkt wel wat jullie met deze mannen gaan doen. Vóór onze tijd immers trad Teudas op, die beweerde dat hij iemand van betekenis was en bij wie zich een groep van ongeveer vierhonderd man aansloot. Hij werd gedood en allen die op hem vertrouwden, werden uiteengejaagd. Na hem, in de dagen van de volkstelling trad Judas de Galileeër op en sleepte veel volk mee, en allen die op hem vertrouwden, werden verstrooid. Wat ons geval betreft zeg ik u: bemoeit u niet met deze mensen maar laat ze hun gang gaan. Gaat deze opzet of dit werk van mensen uit, dan zal het op niets uitlopen. Gaat het echter van God uit, dan zult gij hen niet uiteen kunnen slaan; anders zou misschien blijken dat gij tegen God in verzet zijt (Hand. 5, 34-39).”

Ooit trad dus Teudas op. Vierhonderd man sloten zich aan, maar toen hij werd gedood, hield het op. Later trad Judas de Galileeër op, populair bij het volk, hij begon een opstand die hard werd neergeslagen door de Romeinen. Nu heb je Jezus, hij is populair, heeft twaalf apostelen, ruim 70 leerlingen, soms bijeenkomsten van duizenden mensen. Hij is gedood en nu verlaten deze twee leerlingen de groep. De geschiedenis herhaalt zich.

Wat is verrijzenis? De vorige eeuw werd er populair en simpel gezegd dat Jezus niet lijfelijk verrezen was, maar dat de leerlingen zelf, door hun liefde voor Jezus en omdat ze vonden dat zijn Boodschap door moest gaan, zijn verrijzenis zelf hebben bedacht of gecreëerd of opgeroepen of hoe dan ook.

Het Evangelie van vandaag laat het tegendeel zien. Zo is de verrijzenis niet. Dat is geen verrijzenis. Je kunt je de teleurstelling, het debacle, nauwelijks voorstellen. Totale desillusie. Alles is over, alles is voorbij. Dat gevoel trof niet alleen deze twee leerlingen, bij de twaalf en de 70 was het niet veel anders.

Het is wonderlijk hoe Jezus hun de ogen opent. Hij doet dat heel geleidelijk. Zonder geloof kunnen ze Hem niet zien, zonder geloof kunnen ze Hem niet herkennen. Hij loopt daarom met ze mee, Hij luistert, Hij stelt vragen. Dan volgt de tweede fase. Hij begint te vertellen en uit te leggen, Hij roept in herinnering wat de profeten gezegd hebben. Zo doorbreekt Jezus stap voor stap de teleurstelling en hun gevoel van hopeloosheid.

Maar voordat we verder gaan. Waar zit precies de kern van hun teleurstelling? Die zit erin dat de leerlingen door Jezus anders over God dachten. Vóór Jezus leek het dat de farizeeën steeds God aan hun kant hadden, dat de Romeinen, de machtigen, ook God aan hun kant hadden. Dat de onmachtigen, de kleinen, de onreinen, de mislukten, de zieken en de gehandicapten, door God niet werden gezien. Jezus had God op een nieuwe manier verkondigd, Hij had vergeving verkondigd en bevrijding van zonden, Hij had de hemel verkondigd als het huis van de Vader waar iedereen die zich bekeert, die in Jezus gelooft en die bereid is Hem te volgen, welkom is. Dit was iets Goed Nieuws, dit was een hoop die niet eerder was gevoeld. Daarom was de teleurstelling extra groot. Nu hadden de farizeeën, de sadduceeën, de hogepriester, de oudsten, de wetgeleerden met steun van de Romeinen toch weer het gelijk aan hun kant gekregen. God stond dus toch aan hun kant.

Deze leerlingen kunnen het niet anders zien. Het einde van Jezus is precies hetzelfde als dat van al zijn voorgangers. Het is weer op niets uitgelopen.

Zo loopt Jezus dus met hen mee. Hij luistert, Hij neemt het woord over, Hij legt uit en met name spreekt Hij over het lijden: “O onverstandigen, die zo traag van hart zijt in het geloof aan alles wat de profeten gezegd hebben. Moest de Messias dat alles niet lijden om in zijn glorie binnen te gaan?”

Het lijden was de noodzakelijke weg van de Messias. Dat lijden was een weg tot overwinning en glorie. Dat lijden was niet een mislukking, was geen bewijs dat God Hem had afgewezen, dat lijden was niet een overwinning van de tegenstanders. Zo moest Jezus de dood overwinnen en het eeuwig leven toegankelijk maken. Terwijl Jezus zo met hen spreekt begint hun hart te gloeien. Ze horen opnieuw de woorden van Jezus, maar ze herkennen Hem nog steeds niet. Hun geloof wordt gewekt, hun ogen moet nog open gaan.

Dan gaat Hij binnen om bij hen te blijven. De Eucharistie is het teken dat Jezus bij ons blijft, Hij treedt binnen om bij ons te blijven. Dan is er zijn teken van het laatste Avondmaal, zijn teken, zijn woorden. Dan zien ze pas dat Hij Zelf in hun midden is. Dan gaan ze pas verstaan wat verrijzenis is. Dan durven ze te geloven, en gaan ze kijken met nieuwe ogen. Dan is het echt Pasen. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die in Christus ons allen ten leven wekt.

Wij bidden voor alle gelovigen, dat zij in de Eucharistie kracht vinden om te geloven, dat zij de Sacramenten van Christus mogen ervaren als zijn levenstekens, tekenen van zijn Verbond, dat zij van Hem getuigen als de Levende die bij ons blijft. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor alle mensen die twijfelen aan de verrijzenis – voor hen die niet geloven in de Eucharistie – voor hen die het lijden zien als mislukking en louter verlies – dat Christus hun nabij is, aan hun zijde meeloopt en hun de ogen opent. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochiegemeenschap en onze parochiekernen, wij vragen om verdieping van ons Paasgeloof, dat wij op onze beurt mensen nabij zijn, zodat anderen door onze goede woorden en goede daden Gods nabijheid bewust worden en groeien in geloof. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat wij meer en meer in de naaste Christus zien, die we mogen dienen, voor wie we mogen zorgen, die we mogen liefhebben en door wie we de zin van ons bestaan leren vinden. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top