Ga naar hoofdinhoud

Zoek steeds te ontdekken welke richting God je aanwijst en gá daarvoor. Voel je vrij om te doen wat Hij je vraagt; dat is echte vrijheid.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, weekeinde van 27 en 28 juni 1998, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C1998DHJ13C

Lezingen

E.L: 1 Kon. 19, 16b. 19-21
EV: Lc. 9, 51-62

Homilie

Stel dat u iemand ontmoet die niets van Jezus weet. Die vraagt aan u: “kunt u mij iets over Jezus vertellen? Wat was Hij voor persoon, hoe ging hij om met mensen, met vrienden en vreemden?”. Wat zou u dan antwoorden? Zou u een soort persoonsbeschrijving kunnen geven? En als u dat dan gedaan hebt, hoe weet u dan of die beschrijving klopt? De meesten beschrijven Jezus als een vriendelijk en beminnelijk mens, rustig en tactvol, iemand die mensen op hun gemak stelt, niemand overvraagt, geen onredelijke eisen stelt. Ze geven een beschrijving van de ideale mens zoals zij zich die voorstellen.

Maar dan zitten we vandaag met een probleem. De leerlingen die Hem het beste gekend hebben, hebben verhalen van Hem verteld, waarin hij radicaal, onredelijk en veeleisend is.

Wie is Jezus? Hoe is Jezus? Met die vraag waren we verleden week ook bezig, wie zeggen de mensen dat Hij is? Hier in deze lezing, kunnen we aan zijn manier van optreden en aan wat Hij zegt, horen en zien wie Hij is en hoe Hij is.

Een vraag: Wat is belangrijker? Je roeping of je thuis-situatie? Kan God je roepen op een manier die dwars op je gevoel staat? Kan God zo veeleisend zijn? Nemen we een voorbeeld uit dit Evangelie: “Heer, laat mij eerst teruggaan om mijn vader te begraven”. Jezus zei tot hem: “Laat de doden hun doden begraven; maar gij, ga heen en verkondig het Rijk Gods”.

Wij zijn geneigd een zin als deze over te slaan of zo om te buigen dat hij toch nog redelijk klinkt. Maar dan missen we de kracht en de radicaliteit, dan missen we de scherpte die ons wakker houdt. Nee, de bedoeling is dat we uitspraken van Jezus in zijn volle betekenis proberen te zien.

Als deze man zegt: “Heer, laat mij eerst teruggaan om mijn vader te begraven”. Wat bedoelt hij dan? Weten we of zijn vader al dood is? Het zou toch vreemd zijn dat hij nu met Jezus zou staan te praten, terwijl zijn vader thuis ligt opgebaard. Juist in die tijd was het zeer gebruikelijk om de dode nog dezelfde dag te begraven. Hij zal dus waarschijnlijk met een oosterse spreekwijze bedoelen dat hij thuis wil blijven tot zijn vader overleden is, en dat hij zich daarna pas vrij voelt om met Jezus mee te gaan. Maar we weten ook niet of zijn vader ziek is of bejaard. We weten niet of het over een periode van weken of jaren zal gaan.

Maar wat dan nog, wat kan Jezus daar nu op tegen hebben? Kent u de voorbeelden nog uit de strenge kloosters. Een zuster, eenmaal ingetreden, mocht niet eens bij het overlijden van haar ouders naar huis. Zal die regel uit dit Evangelie komen? Het zou kunnen. Wat bedoelt Jezus dan met deze houding? Want op andere momenten is Hij juist Zelf heel begaan met zieken en zwakken. Hij is Zelf de Goede Herder die het verloren schaap achterna gaat. Wat kan Hij er nu op tegen hebben dat deze man nog een periode thuis blijft en zich later alsnog bij Hem aansluit? Zou Jezus dan niet veel meer kans maken dat mensen zich bij Hem aansluiten.

Door deze houding van Jezus worden twee dingen duidelijk. Het koninkrijk van God heeft bij hem de allerhoogste prioriteit. Wie zich in wil zetten voor Gods Koninkrijk moet leren al het andere op de tweede plaats te stellen. De beste argumenten zijn niet goed genoeg; voor je ouders zorgen, dat is: “Eert uw vader en uw moeder”, nota bene het vierde van de tien geboden. Jezus laat zien dat zelfs een gebod van God door ons gebruikt kan worden als een argument om je roeping te ontwijken. Door zijn Woord, dat zo cru en radicaal over ons komt, laat Jezus merken dat je keuzes moet maken.

De andere kant is tegelijk het schijnbaar nonchalante van Jezus. Het lijkt wel of het Hem niet interesseert of ze Hem nu wel willen volgen of niet. Net als de profeet Elia die ook zo nonchalant lijkt. Hij werpt Elisa zijn profeten-mantel toe. Elisa zegt: “Laat mij eerst afscheid nemen van mijn vader en moeder”. Elia antwoordt: “Ga maar weer terug; heb ik je soms tot iets verplicht?”. Elisa begrijpt het. Zijn keuze moet volledig en vrijwillig zijn. Tegelijk is zijn roeping niet vrijblijvend. Je kiest of je kiest niet. De keuze voor de dienst aan God, of dat nu als profeet is of als priester of religieus of als leek is, het vraagt een absolute keuze, vastberadenheid en volledige inzet. Niet afgedwongen maar van harte. Niet met een somber gezicht maar met vreugde. Jezus reageert ongeveer hetzelfde als Elia.

Jezus reageer weer iets anders als een man naar Hem toekomt die zegt: “Ik zal U volgen waarheen Gij ook gaat”. Zijn enthousiasme wordt door Jezus naar normale proporties teruggebracht; in onze tijd had Hij misschien gezegd: weet waar je aan begint, een leven met God is een leven zonder aardse zekerheid, zonder vaste rustplaats; geen veilig plekje, nog minder dan vogels en vossen, die hebben tenminste nog een nest in de bomen of een hol in de grond. Weet waar je aan begint als je Mij wilt volgen, als je Gods Koninkrijk wilt dienen.

Twee dingen worden zo duidelijk: Met God meedoen is een eigen vrije keuze. Wie kiest moet bereid zijn aan Gods koninkrijk de eerste plaats te geven. “Wie de hand aan de ploeg slaat en omziet naar wat achter hem ligt, is ongeschikt voor het Rijk Gods”.

Vandaag hebben we het beeld van pastoor Verburgh naar zijn nieuwe standplaats mogen begeleiden. Zou hij ooit een standbeeld hebben gekregen, wanneer hij niet als jonge kerel huis en haard had verlaten. Als hij niet thuis was weggegaan, weg van vader en moeder, naar Emmerich in Duitsland om voor priester te gaan studeren, volkomen vrijwillig, maar niet vrijblijvend. Had hij ooit een standbeeld gekregen als hij die moeilijke plaats daar in het Westen van Holland, waar al jaren geen pastoor meer was geweest, waar geen pastorie was, geen kerkgebouw, geen enkele basis of infrastructuur, waar dus nagenoeg niets meer was, als hij die plaats had afgewezen als ‘te moeilijk’. En kijk eens wat er gegroeid is in de eeuwen erna. Een dorp waar van alles kan, waar feest en gezelligheid heerst. Waar het geloof al menige crisis heeft doorstaan.

Steeds weer mogen we bepaalde trekken van Jezus’ persoon en karakter onder de loep nemen. Bij Hem zien we de uitersten bij elkaar komen in een wonderlijk evenwicht: Want zachtheid vraagt ook kracht, liefde vraagt wijsheid, geduld vraagt doortastendheid, vredelievendheid vraagt vastberadenheid, vreugde vraagt zelfbeheersing.

Jezus nodigt ons uit, Hij roept: misschien om juist wél voor vader en moeder te zorgen. Als dat je roeping is, zoek dan geen argumenten om het niet te hoeven doen, redenen die natuurlijk ook belangrijk zijn, tijd voor de kinderen je privé leven, je werk. Misschien vraagt God aan iemand anders juist meer gebed, zoek geen tegenargument, hoe belangrijk het toch is om juist nu weer meer voor je naaste te doen. Zoek steeds te ontdekken welke richting God je aanwijst en gá daarvoor. Voel je vrij om te doen wat Hij je vraagt; dat is echte vrijheid. Gá voor Gods Koninkrijk, net als Frans Verburgh, dan ga je voor goud. Amen.

Back To Top