Ga naar hoofdinhoud

Het gaat vandaag in het Evangelie om een bijzondere vorm van naastenliefde. Hoe corrigeer je elkaar? Dat is niet eenvoudig maar wel belangrijk. We gaan te rade bij Hem die ons voorgaat op de weg van de naastenliefde.

Eucharistieviering in de kerken van de H.H. Laurentius en Elisabeth (kathedraal) de H. Liduina (Hillegersberg) en de Pax Christi, weekeinde van 5 en 6 september 2020, om 17.00, 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2020DHJ23A

Lezingen

E.L: Ezechiël 33, 7-9
Psalm: Ps. 95 (94), 1-2, 6-7, 8-9
T.L: Romeinen 13, 8-10
All: 2 Korinte 5, 19
EV: Matteüs 18, 15-20

Homilie

“Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede, daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de Wet en de Profeten” (Matteüs 22, 37-40).

Deze tekst horen we op zondag over 7 weken, maar vandaag zien we al een toepassing. God beminnen en de naaste beminnen als jezelf. Jezus heeft daar al eerder een duidelijke uitleg over gegeven: “Alles, wat gij wilt dat de mensen voor u doen, doet dat ook voor hen. Dat is Wet en Profeten” (Matteüs 7, 12).

Vandaag dus zijn oproep tot een broederlijke of zusterlijke terechtwijzing. Maar dat is lastig. Laten we eerst een extreem voorbeeld nemen. In het centrum van Leeuwarden, in de nacht van 13 september 1997, Meindert Tjoelker. Hij werd het symbool van wat we zinloos geweld zijn gaan noemen. Google je daarop verder, dan kom je talloze voorbeelden tegen. Moet je iemand corrigeren? Loop je dan niet het risico zelf in de problemen te komen?

Wanneer je nu leest over toen, dan bleek Meindert niet alleen een opmerking gemaakt te hebben over de fiets, maar ook uitgedaagd te hebben: Kom maar op. Bovendien hadden de twee groepen al wat pilsjes op.

Dat is niet de broederlijke of zusterlijke vermaning zoals Jezus het bedoelt. Maar ook als je het wel op de manier van Jezus doet, blijft het lastig. Hoe corrigeer je de kinderen als ze volwassen zijn?

Het voorbeeld van Meindert Tjoelker kan ons ook daarin helpen. Hij reageerde uit verontwaardiging. Waarom een fiets omgooien en een trap geven? Maar daarna, speelden andere emoties een rol. “Moet je hier komen …”. Op zo’n moment staat niet de ander meer centraal, maar het ego. Dan is het niet meer een correctie maar wordt het haantjesgedrag, in dat geval met dodelijke afloop.

Een ander corrigeren valt niet mee. Jezus houdt ons daarom een stapsgewijze benadering voor: “Wanneer uw broeder gezondigd heeft, wijs hem dan onder vier ogen terecht. Luistert hij naar u, dan hebt gij uw broeder gewonnen. Dat is stap een. Onder vier ogen. Persoonlijk. Terechtwijzen betekent ook niet de oren wassen, uitmaken voor van alles en nog wat. Het gaat erom je broeder of zuster terug te winnen. Duidelijk maken dat dit niet de weg is. Zoals Paulus in de tweede lezing zegt: Zorgt dat gij niemand iets schuldig zijt. Uw enige schuld blijve de onderlinge liefde. De broederlijk of zusterlijke vermaning moet gefundeerd zijn in de liefde voor de naaste, alleen dan zal het vruchtbaar zijn.

Dan noemt Jezus een tweede stap: “Maar luistert hij niet, haal er dan nog een of twee personen bij, opdat alles beruste op de verklaring van twee of drie getuigen”. Een liefdevolle correctie kan iemand aannemen of niet. Neemt de ander het aan en verbetert zich, dan is dat de winst. Maar zo niet, dan ben je er niet klaar mee. De zorg om de ander maakt dat je het nog een keer probeert. Nu niet onder vier ogen, want de ander blijft bij zijn of haar standpunt. Dan zijn er getuigen nodig, dan wordt de kring breder, dan krijgt het een meer formele, officiële sfeer. Maar ook dan gaat het om de liefde, om de ander te winnen en niet om de eigen positie of het eigen gelijk te halen.

De derde fase: “Als hij naar hen niet wil luisteren, leg het dan voor aan de Kerk”. In de tijd dat dit Evangelie werd geschreven betekent dit dat je het voorlegt aan de apostelen of de opvolgers, de bisschoppen. Ook dan gaat het om de liefde, om de ander terug te winnen. Paulus noemt hier in de tweede lezing ook voorbeelden bij: “Want de geboden: gij zult niet echtbreken, niet doden, niet stelen, niet begeren, en alle andere, kan men samenvatten in dit ene woord: ‘Bemin uw naaste als uzelf’. De liefde berokkent de naaste geen enkel kwaad. Liefde vervult de gehele wet. Het betekent in al die gevallen dat je de ander uitnodigt niet voor de eigenliefde te kiezen, niet voor het eigenbelang te gaan, maar de liefde van Christus te volgen. In de broederlijke en zusterlijke correctie moet daarom de liefde de basis zijn.

Dat geldt ook voor de vierde fase. Jezus zegt: “Wil hij ook naar de kerk niet luisteren, beschouw hem dan als een heiden of tollenaar”. Dat is niet bedoeld als een soort hopeloze verzuchting, zo van: “laat maar zitten, bekijk het maar, eigen schuld”. Jezus ging vanaf het begin om met tollenaars en zondaar, Hij was zeer om hen bekommerd, maar de persoonlijke omgang, de uitleg van zijn leer en zijn parabels, waren niet voor hen. Daarvoor moesten ze eerst een oprechte bekering doormaken. Met hen begin je dus van voor af aan. Maar ook dan is het een bekommernis uit liefde.

Een ding mogen we daarbij niet vergeten en dat is het gebed. Dreigt iemand los te raken van God, van Christus en de Kerk, dan spoort Jezus ons aan om te bidden met vertrouwen, gelovend dat God wonderen in de harten verricht. Hij zegt: “Wanneer twee van u eensgezind op aarde iets vragen – het moge zijn wat het wil – zullen zij het verkrijgen van mijn Vader die in de hemel is. Want waar er twee of drie verenigd zijn in mijn Naam, daar ben Ik in hun midden”. Wij zijn hier met meer dan twee of drie, de Heer is in ons midden, daarom bidden we straks eensgezind in geloof dat God zal geven wat goed en nodig is om als netwerk van liefde te bouwen aan een beschaving van liefde. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die ons allen liefheeft als zijn kinderen.

Wij bidden voor alle mensen die Jezus willen navolgen, dat zij echt bekommerd zijn om de naaste, ook als het gaat om een broederlijke of zusterlijke vermaning, dat wij in wijsheid en liefde spreken als dat van ons gevraagd wordt en tevens bereid zijn ook zelf een vermaning aan te nemen wanneer dat van toepassing is. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor slachtoffers van zinloos geweld in onze samenleving en de vele slachtoffers van allerhande geweld wereldwijd, dat zij niet kwaad met kwaad vergelden, maar door Gods genade het kwaad met liefde overwinnen. Bidden we ook voor de daders, dat zij mogen inzien waarom zij zo deden opdat zij zich beteren. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, dat we aandacht hebben voor ons geestelijk leven, dat we eerst de balk uit ons eigen oog halen, voordat we een ander aanspreken. Dat we ook blijven bidden voor elkaar, opdat God zijn genade overvloediger kan schenken. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, nu de vakanties zijn beëindigd en de scholen weer zijn begonnen, dat we niet alleen taal en rekenen leren, maar vooral hoe we liefdevol met elkaar omgaan, zodat we deel uitmaken van een netwerk van liefde om te bouwen aan een beschaving van liefde. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top