Ga naar hoofdinhoud

Het is duidelijk dat Petrus maar één taak heeft. Als mensenvisser wordt hij aangesteld tot herder om Jezus kudde te weiden. Petrus houdt de kudde bijeen rond Christus de Goede herder.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van de H. Willibrordus (Wassenaar), de H. Laurentius (Voorschoten), weekeinde van 23 en 24 augustus 2014, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2014DHJ21A

Lezingen

E.L.: Jesaja 22,19-23
Ps.: 138 (137), 1-2a, 2bc-3, 6 en 8bc
T.L.: Romeinen 11,33-36
VE.: Matteüs 16,18
Ev.: Matteüs 16,13-20

Homilie

Kent u het beeld van Petrus op het Sint Pietersplein? Imposant, stoer, breed en met een paar enorme sleutels in zijn hand. U weet wel van die oude sleutels, soms afgebeeld met een kruis in de baard van de sleutels. Hier in de Willibrordus vooraan in het glas in Lood ziet u hem ook. In zijn sleutel ziet u drie kleine kruisjes. Dat kruis is natuurlijk symbolisch, verwijzend naar ons geloof dat de weg naar de hemel via het kruis van Christus gaat.

Daarom is het misschien aardig om de vraag te stellen wat die sleutels nu kunnen betekenen. Er staat sleutels, in het meervoud. Dat heeft mij wat verbaasd. Het eerste waar ik aan denk is de beeldspraak die Jezus over zichzelf gebruikt. Hij zegt: Ik ben de deur van de schaapstal, ik ben de weg, de waarheid, het leven, niemand komt tot de Vader, tenzij door Mij. Johannes zegt in de Apocalyps: Schrijf aan de engel van de gemeente in Filadelfia: “Dit zegt hij die heilig en betrouwbaar is, die de sleutel van David heeft – wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen … (Openb. 3,7)”. Kijken we naar de eerste lezing uit het Oude Testament dan zien we dat de profeet Jesaja ook dit beeld gebruikt als hij namens God spreekt over Eljakim, de zoon van Chilkia: “Ik zal hem de sleutel overhandigen van het huis van David; wanneer hij opendoet, kan niemand sluiten, wanneer hij sluit, kan niemand openen (Jes. 22,22)”. We zingen het in de Advent: O kom, o kom, Emanuel. Gij sleutel Davids, kom en open ons het heiligdom. In dat lied is Christus de sleutel van het heiligdom.

Er is over de sleutels van het Rijk der hemelen veel gediscussieerd en er zal nog veel gediscussieerd worden. Is het Rijk der Hemelen in dit begrip de Kerk? Of meer algemeen het leven in het Nieuwe Verbond met God en elkaar, dat op aarde begint en in de hemel zijn voltooiing vindt? In de protestante theologie is veel gediscussieerd of de sleutelmacht van Petrus is overgegaan op zijn opvolgers, de pausen. Anderen zeggen dat Jezus die sleutelmacht uiteindelijk aan alle apostelen heeft gegeven, bij hun uitzending over de wereld.

Wat kan Jezus bedoeld hebben toen Hij tegen Petrus zei: Ik zal u de sleutels geven van het Rijk der hemelen? Ik moest denken aan wat de evangelist Johannes schrijft: “… Ik zeg u: wie niet door de deur maar langs een andere weg de schaapskooi binnengaat, hij is een dief en een rover. Maar wie door de deur binnengaat is de herder van de schapen. Hem doet de deurwachter open.”

Het is duidelijk dat Jezus onze toegang tot God de Vader is, Hij is de toegang tot Gods koninkrijk, Hij is de weg die daarheen leidt. Ik ben daarom geneigd de sleutels zo te duiden dat Petrus ons het juiste zicht opent op Jezus. Het is zijn belijdenis waarop Jezus zegt dat Hij Hem de sleutels toevertrouwt.

Ook over Jezus wordt al tweeduizend jaar gediscussieerd. Het gebeurt geregeld als iemand een eigen uitleg heeft, dat hij een eigen kerk sticht. Mensen beroepen zich op goddelijke openbaringen en wanen hun uitleg als de enige ware. Dit verscheurt de Kerk en dat is al een teken dat God er niet achter staat. Om Jezus te kennen en te verstaan komen we uit bij de belijdenis van Petrus: “Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God.”

Elke tijd opnieuw moeten wij onze blik op Jezus vernieuwen, onze bril schoonpoetsen, zodat we werkelijk zien wie Hij is. Wij steunen op een belijdenis waarvan Jezus zegt dat de oorsprong ervan niet ligt in een menselijk inzicht is, niet in menselijk intellect, maar in een openbaring van God de Vader. Niet Petrus beroept zich hier op een goddelijke openbaring, het is Christus die verklaart dat dit een openbaring van de Vader is.

Natuurlijk steunt de macht van Petrus op de macht van Christus. Dat zien we aan het einde van het Evangelie van Matteüs: Jezus kwam op hen toe en zei: ‘Mij is alle macht gegeven in de hemel en op de aarde. Ga dus op weg en maak alle volken tot mijn leerlingen, door hen te dopen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest, en hun te leren dat ze zich moeten houden aan alles wat ik jullie opgedragen heb. En houd dit voor ogen: ik ben met jullie, alle dagen, tot aan de voltooiing van deze wereld (Matt. 28,18-20).’

Wat ik mooi vind is dat Jezus hierbij twee dingen noemt: Doopt hen en leert hun te onderhouden wat Jezus heeft opgedragen. Ik moet dan ook denken aan de twee geboden die Jezus ons voorhoudt: “Gij zult de Heer uw God beminnen met geheel uw hart, geheel uw ziel, geheel uw verstand. Dit is het voornaamste en eerste gebod. Het tweede daarmee gelijkwaardig: Gij zult uw naaste beminnen als uzelf. Aan deze twee geboden hangt heel de wet en de profeten.” Petrus moet ons dit steeds voor ogen houden en waar maken. Zo opent hij ons de poort, zo brengt hij ons bij Christus die de weg, de deur en de sleutel is tot God de Vader.

In afbeeldingen zie je wel dat Petrus twee sleutels vasthoudt, een gouden sleutel en een ijzeren sleutel. Ook daar hebben de kunstenaars hun gedachten bij gehad. Misschien het gebod tot God en het gebod tot de naaste. Toch noemt het Evangelie geen aantal. Het kunnen er twee zijn of drie of zeven of acht of tien. De twee geboden zoals ik ze net noemde, of ons inzicht in de Drieëenheid, de zeven sacramenten, de acht zaligsprekingen, de tien geboden.

Het is goed om de beeldspraak van de sleutels niet te beperken tot een begrip. Het is duidelijk dat Petrus maar één taak heeft. Als mensenvisser wordt hij aangesteld tot herder om Jezus kudde te weiden. Jezus is de deur tot de schaapstal. Hier op aarde mag de Kerk die schaapstal zijn. Petrus houdt de kudde bijeen rond Christus de Goede herder. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God, onze Vader.

Wij bidden voor de Kerk, bijzonder vandaag voor onze paus Franciscus, die de zetelt op de stoel van Petrus. Dat hij alles wat hem is toevertrouwd, inzet om mensen, binnen en buiten de Kerk, tot Christus te brengen. (Laat ons [zingend] bidden.)

Wij bidden voor onze wereld, voor alle mensen in oorlogsgebieden, voor slachtoffers van geweld en voor vluchtelingen, bidden wij bijzonder voor de Christenen die vervolgd worden en verjaagd, dat zij hulp en veiligheid vinden en dat ook wijzelf in Nederland hen onderdak bieden. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor onze parochie, dat we elkaar ondersteunen in woord en daad, in navolging van Christus, dat we ons laten aanvuren door de Geest, in liefde voor God en de naaste, dat we durven te geven zoals Christus Zich gegeven heeft. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat allen in Christus de sleutel mogen zien tot een heilig, vruchtbaar en gelukkig leven, tot opbouw van Gods Koninkrijk. (Laat ons bidden.)

Intenties

Back To Top