Ga naar hoofdinhoud

God als eerste keuze, maar met het andere erbij. Niet God óf je naaste, niet bidden óf werken, niet wetenschappelijk óf gelovig, maar allebei: wetenschap én geloof, bidden én werken, God én je naaste.

Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus, te Poeldijk en O.L.V. Tenhemelopneming te ‘s-Gravenzande, weekeinde van 19 en 20 oktober 2002, 19.00 en 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2002DHJ29A

Lezingen

E.L: Jes. 45, 1. 4-6
EV: Mt. 22, 15-21

Homilie

Kijkt u wel eens naar debatten, zoals debatten bij lijsttrekkers of presidenten, kandidaten voor het premierschap. Onlangs hebben we ze kunnen volgen in Duitsland. We hebben zelf de hype rond Pim Fortuyn meegemaakt. Dan volgen er polls, wie het hoogste scoort bij de kijkers. Die cijfers nemen ze dan mee in de prognose voor de einduitslag bij de verkiezingen. Kijkcijfers en scoren bij het publiek is enorm belangrijk geworden voor de politieke carrière. De uitstraling: rustgevend, vertrouwenwekkend, maar ook dynamisch en alert, deskundig en zorgvuldig, menselijk en gewoon, maar ook net voldoende eigenzinnig en apart. Debatten met spitse opmerkingen afgewisseld met kennis van zaken. In het groot, maar ook in het klein, thuis, op school, op je werk, in de vriendenclub, aan de bar. Iemand die rad van tong is, scoort al snel.

En wie ervaart dan niet dat licht triomfantelijke gevoel dat in je opkomt wanneer je je tegenstanders te slim af bent. ‘Zo die heb ik even een raak antwoord gegeven’. Op een zelfde manier kun je vandaag bewonderend kijken naar Jezus die hier met een goed gevonden opmerking zijn opponenten van repliek dient. Hij doorziet meteen hun dubbelhartigheid, ondanks hun mooie woorden aan het begin. En zijn antwoord is de geschiedenis ingegaan: ‘Geef aan de keizer wat de keizer toekomt en geef aan God wat God toekomt.’

Hoe zullen de leerlingen daarna hebben gereageerd? ‘Meester dat hebt u hen goed gezegd.’ ‘Geweldig Rabbi, daar hebben ze niet van terug.’ ‘Heer Jezus, waar haalt U het vandaan?’ Zou Jezus nog een dagje hebben lopen nagenieten over zijn eigen opmerking? Ik denk het niet. Dat zijn onze menselijke en vaak kleinmenselijke verlangens en ideeën, waardoor wij ook kleinmenselijk genieten.

Het begon al zo gespannen. De Farizeeën gingen beraadslagen hoe ze Jezus in zijn eigen woorden konden vangen. Het was dus geen leuk begin. Het is bijna ondenkbaar dat Jezus plezier heeft gehad in een soort overwinning door zijn woordenspel. Nee, Hij was veel eerder bedroefd vanwege hun negatieve houding, hun ongeloof, hun kwade bedoeling om Hem uit te schakelen. Het begint met deze poging Hem in zijn eigen woorden te vangen en Hem zo uit te schakelen, het zal eindigen in verraad en moord.

Het antwoord van Jezus is dan ook niet zomaar een slim woordenspel. Heel zijn wezen staat erachter, heel zijn manier van leven en zijn diepste overtuiging. Door de liefde in Jezus’ hart is het leven één grote optelsom van goede dingen. Maar voor hen die de liefde niet in het hart hebben is het altijd dit of dat, maar nooit allebei. Dat is in het klein al herkenbaar. Ik droog af of ik doe de afwas, maar niet allebei. Ik stofzuig of ik ruim op, maar niet allebei. Ik help even bij oma of ik ga naar de kerk, maar niet allebei.

Dit óf dat; niet omdat het echt zo wezenlijk is, maar omdat de ruimte in ons hart te klein is voor allebei. Jezus zegt in een andere omstandigheid: ‘Als iemand je vraagt één mijl met hem te gaan, ga er twee.’ ‘Vraagt iemand je bovenkleed, geef hem ook je onderkleed.’ Slaat iemand je op de ene wang, keer ook de andere toe.’

Uit een overvloed van liefde kun je meer geven. Maar wanneer je berekent, je inzet afmeet, nagaat of je er wel voldoende voordeel uit haalt. Dan is het dit of dat. U kent natuurlijk het gezegde ‘kiezen of delen’. Soms moet je kiezen. Kiezen tussen twee kwaden, kiezen tussen twee goeden, kiezen tussen goed en kwaad, kiezen tussen korte termijn voordeel of lange termijn winst, kiezen tussen belangrijk of acuut, kiezen tussen eigen voordeel of andermans belang.

Daartegenover staat de synergie, de ‘win-win’ situatie. Het geheel is meer dan de som van de afzonderlijke delen. Als je Jezus zou vragen: ‘Wat is beter, naar de kerk gaan of je naaste helpen?’ Dan zou Hij antwoorden: ‘allebei, je moet het een doen en het ander niet laten.’ Als je zou vragen: ‘Moet ik mijn eigen geweten volgen, en mijn eigen verantwoordelijkheid dragen of naar de Kerk luisteren en doen wat het geloof vraagt?’ Dan zou Hij antwoorden: ‘Het een én het ander’.

Maar moet je dan nooit kiezen? Het is toch heel dikwijls kiezen of delen? Je kunt je geld maar één keer uitgeven? Je hebt maar vierentwintig uur per dag. Je hebt maar één lijf en je hebt maar één leven. Toch staat er op de orde van dienst een andere slogan: ‘Niet kiezen of delen, maar kiezen én delen’. Ook Jezus kiest, maar Hij kiest ervoor om van de overvloed aan liefde in zijn hart uit te delen aan anderen.

Vandaag kiest Jezus ook, maar Hij kiest ervoor ieder zijn deel te geven. Het bijzondere van zijn opmerking is echter dat er een veel diepere dimensie in ligt. Wat geef je aan de keizer? Datgene wat aan de keizer toebehoort. Dat is geld, belasting, werk, datgene wat de keizer vraagt in ruil voor een veilig bestaan, wegen, handel en andere voorzieningen. Aan de keizer geef je iets van je bezit. Maar wat geef je aan God? Jezus vraagt van wie is die beeltenis op die munt? Die is van de keizer. De keizer heeft deze munt laten slaan. En zonder het te vragen zegt Hij zo ook: ‘Maar van wie draag jij de beeltenis? Jij mensenkind, wiens evenbeeld ben jij?’ Jij bent geschapen naar God beeld en gelijkenis. God heeft zijn beeld in jou gedrukt, jij bent een levende munt, een levende gelijkenis, jijzelf draagt Gods levende Woord. Als jij aan God geeft wat aan God toebehoort, dan geef jij jezelf.

Het verschil tussen de keizer en God is dat de keizer recht heeft op iets van ons bezit. Maar dat God recht heeft op onszelf. En als het dan om kiezen gaat, dan zie je dat Jezus helemaal kiest voor God, zonder de keizer tekort te doen. Dat is zijn voorbeeld aan ons. Zijn eerste keuze is God, maar als je voor God kiest, dan hoort het andere erbij.

Zo kan Jezus zeggen: ‘Het eerste gebod is: ‘bemin God, met heel je hart, met heel je ziel, met heel je verstand en al je vermogens.’ Het tweede gebod is daaraan gelijk: ‘Bemin je naaste als jezelf.’ Niet God óf je naaste, niet bidden óf werken, niet wetenschappelijk óf gelovig, maar zoals je het ook in de kerk vindt: Wetenschap én geloof allebei, bidden én werken, God én je naaste.

Je moet natuurlijk ergens beginnen, je moet eens kiezen waar je hoofddoel ligt, een uitgangspunt voor heel je leven. Dan zegt Jezus: ‘Kies voor God. Zoek eerst Gods Koninkrijk en zijn gerechtigheid en al het andere wordt je erbij gegeven als iets extra’s.’

Kiezen én delen, God én de keizer, goed zijn én naar de kerk gaan. Met Jezus hebben we in iedere geval een perfect voorbeeld hoe het kán. Nu zijn wij aan de beurt. Amen.

Back To Top