Ga naar hoofdinhoud

Ontdek Hem als het enige échte voedsel, als Degene die jouw leven betekenis en richting geeft, ontdek Hem zo totaal tot je weet dat je in feite geen ander voedsel meer nodig hebt. Tot je één bent met Hem en jijzelf bode bent geworden van zijn koninkrijk.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk en H. Machutus te Monster, 9 en 10 augustus 2003, 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2003DHJ19B

Lezingen

E.L.: 1 Kon. 19, 4-8.
Ev.: Joh. 6, 41-51

Homilie

Vandaag een voorbeeld van een profeet die levensmoe is. Kent u dat gevoel? Of hebt u wel eens iemand meegemaakt die levensmoe is? In dit geval niet door een defect zoals bij schizofrenie of iemand die manisch depressief is of bij een neurose o.i.d., maar door de last van het leven. Acute depressiviteit doordat het je allemaal teveel wordt. Je komt wel eens mensen tegen die de negentig ruim gepasseerd zijn, en die zeggen: ‘Ach pastoor het mag zo wel een keertje. Het hoeft allemaal niet meer zo van mij’. Je komt mensen tegen die zeggen: ‘Nou in dit ondermaanse is het allemaal niet zo geweldig, als Onze Lieve Heer me komt halen, vind ik het best’… Woorden als: ‘Het hoeft niet meer.’ ‘Ik zie het niet meer zitten.’ ‘Van mij mag het wel een keer.’ ‘Ik heb het allemaal wel gezien.’ Evenzoveel uitdrukkingen van mensen die hun levenslust verloren hebben en verwachten dat er bij God iets beters op hen wacht.

Maar vandaag een profeet, een man van God, die naar het schijnt in eenzelfde situatie verkeert. Echter niet door zijn leeftijd, niet door ziekte, maar door een zware last die hij draagt omdat hij voor God opkomt. Elia in de woestijn. Vreemd eigenlijk, hij heeft net een grandioze overwinning behaald op de Baäl profeten. Hij alleen heeft met vuur uit de hemel antwoord gekregen van God. Maar nu wordt hij gezocht en zijn aartsvijanden staan hem naar het leven. Gevlucht naar de woestijn. Altijd maar in zijn eentje opkomen voor God, altijd maar in zijn eentje opkomen voor waarheid en rechtvaardigheid. En dat teken uit de hemel dan? Dat zou hem toch enorm moeten stimuleren, een kick geven, ‘Ik heb gelijk gehad, God staat aan mijn zijde, ik heb me niet vergist. Dit is de waarheid, hier moet ik voor opkomen.’

Maar nee, hij is ook maar een mens van vlees en bloed. God heeft geantwoord met vuur, maar het kwaad laat zich zo gemakkelijk niet overwinnen. Nu is hij weer op de vlucht. En hier ligt hij en zegt: ‘Heer, het wordt mij teveel; laat me sterven, ik ben niet beter dan mijn vaderen.’ Waar haal je als mens de kracht vandaan om de goede weg te kiezen? Om tegen onrecht en ongeloof en ontrouw en oneerlijkheid op te komen? Waar haal je de kracht vandaan om er steeds weer tegenin te gaan, als boosheid alle troeven heeft, als bedrog heerst en geweld aan de macht is? Waar haal je de kracht vandaan om door te gaan als niemand je meer steunt, als mensen juichen zolang het hun niets kost en ze zelf buiten schot blijven, maar het af laten weten als het te dicht op hun huid komt? Waar haal je als profeet de kracht vandaan om Gods Woord te blijven verkondigen als niemand wil luisteren, laat staan gehoorzamen aan God. Als iedereen zegt: ‘Dat maak ik zelf wel uit.’ ‘Ik heb ook een eigen verstand.’ ‘Wie zegt dat jij gelijk hebt?!’

Elia ging onder de bremstruik liggen en sliep in. Als hij daar lang blijft liggen zal hij werkelijk uitdrogen, verzwakken en letterlijk inslapen. Maar opeens stoot een engel, een gezant van God hem aan, en zegt tot hem: ‘Sta op en eet.’ Tot twee keer toe. Woestijnvoedsel en woestijndrank. Brood en water. Onverwacht als brood uit de hemel. En gesterkt door dat voedsel liep hij veertig dagen en veertig nachten tot hij de berg van God bereikte. Van levensmoe en uitgeput tot een bovenmenselijke inspanning.

Wat was dat voor voedsel? … Het was eerder voedsel voor de ziel dan voedsel voor het lichaam. Het was een voedsel dat zijn moedeloosheid en levensmoeheid doorbrak. Voedsel voor ziel en geest en daarna pas voor het lichaam. Wat was dat voor voedsel uit de hemel? Ging het wel om het voedsel zelf, of ging het veel meer om dat wat God door dit voedsel in hem bewerkte? God was bij hem door die engel en door dit voedsel. ‘Sta op’, zei Hij. ‘Sta op uit deze moedeloosheid, Ik ben er, proef maar. Sta op uit je doodswens uit je gebrek aan vertrouwen, sta op uit je twijfel en zelfmedelijden, Ik ben er, sta op en eet, anders gaat de reis je krachten te boven’.

Zo zegt Jezus vandaag: ‘Ik zal hem doen opstaan op de laatste dag’. Opstaan, verrijzen uit apathie, uit ongeloof, opstaan uit alle vormen van dood. ‘Ik ben het levende Brood dat uit de hemel is neergedaald.’ Als de wereld Jezus zou kennen zoals Hij is, als u, als wij allen Jezus zouden kennen in het diepst van onze ziel, veel méér dan u Hem nu al kent, dan zou u weten hoe waar dit woord is: ‘Ik ben het levende Brood dat uit de hemel is neergedaald’.

Misschien denkt u: ‘Maar ik lig toch niet uitgeput neer, ik ben toch niet levensmoe, ik laat het er toch niet bij zitten.’ Maar kijken we eens goed rond. Hoezeer worden u en ik, wij allemaal door deze wereld meegezogen in een cultuur waarin het geld regeert, waarin de materie de laatste norm is en de hemel het nakijken heeft?

Als de kerken verder leeglopen, zeggen we. ‘Wat kunnen wij eraan doen? Het is nu eenmaal zo’. Als veel jongeren maatschappijbreed de idealen verliezen, omdat ze dag in dag uit worden bestookt met gemakkelijk vermaak en goedkoop plezier. Dan zeggen we: ‘Dat is nu eenmaal de tijd. Het is nu eenmaal anders dan vroeger’. Als huwelijken spaak lopen waarvan we weten dat het niet nodig was geweest. Zeggen we: ‘Het gaat nu eenmaal zo, dat overkomt iedereen’. Als zelfs bejaarden zeggen: ‘De hemel, ik weet het niet, er is er nog nooit een teruggekeerd’. Dan zeggen we: ‘Tja ook oudere mensen hebben hun twijfels’. Zijn wij dan niet gaandeweg apathisch geworden, lusteloze, moedeloze twijfelaars? Zijn we zo niet meegelopen met de Baäl profeten van vandaag omdat die nu eenmaal in de meerderheid zijn, en laten we zo de Elia’s van onze tijd niet in de steek?

Jezus nodigt ons uit aan zijn maaltijd. ‘Neem en eet’, zegt Hij. ‘Ik ben het levende Brood dat uit de hemel is neergedaald.’ Maar Jezus eten, is niet alleen liturgie, hier in de kerk. Hem eten betekent: ‘Hem tot de laatste norm van je leven maken, Hem in je leven opnemen, in je hart, in je denken, zodat je niet meer los van Hem komt. Zijn woord tot het jouwe maken, zijn daad tot jouw daad maken, zijn liefde tot jouw liefde, zijn trouw tot jouw trouw, zijn leven tot jouw leven, zijn dood tot jouw dood en zijn verrijzenis tot jouw verrijzenis.’

En als je dan zegt: ‘Ja maar dat kan ik niet, ik kan niet aan Hem tippen, zo’n levensreis gaat mijn krachten te boven. Wees dan niet bang, want Hij zal je voedsel zijn. Hij zal je kracht en je inspiratie en je moed en je trouw en je vrede zijn. Ontvang dit Brood hier in het teken, bidt en dankt en vertrouw je aan Hem toe. Én … ontvang dit Brood – in het leven van alledag – als Hij met je is, door zijn Geest, door de voorzienigheid van de Vader, door zijn inspiratie, door zijn Woord en zijn kracht die jou begeleidt.

Ontdek Hem als het enige échte voedsel, als Degene die jouw leven betekenis en richting geeft, ontdek Hem zo totaal tot je weet dat je in feite geen ander voedsel meer nodig hebt. Tot je één bent met Hem en jijzelf bode bent geworden van zijn koninkrijk. Amen.

Back To Top