Ga naar hoofdinhoud

Bemin God met een overdaad aan liefde, een voor de wereld overdreven liefde.

Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, weekeinde van 9 en 10 november 2002, 19.00 en 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2002DHJ32A

Lezingen

E.L: Wijsh. 6, 12-16
EV: Mt. 25, 1-13

Homilie

Twee weken geleden hoorden we Jezus zeggen: ‘Ge zult de Heer uw God beminnen, met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand – en uw naaste als uzelf’. Dat is nogal wat, dat is met hoofd en lijf, met hart en handen, met alles wat je bent en alles wat je hebt.

Ik moest daar deze week aan denken in een doordeweekse viering. Toen gaf ik het voorbeeld van een vrijwilliger die thuis wel eens mopperende huisgenoten had die vonden dat hij toch wel erg veel tijd aan de Kerk gaf. Ik vroeg toen voor de neus weg: ‘En hoeveel tijd besteden zij aan de televisie, of aan sport, of aan kaarten, of aan andere dingen?’ Daar moesten we even om lachen, maar zo is het in onze werkelijkheid. Het is helemaal geaccepteerd wanneer je vijf avonden in de week televisie kijkt, dat doet haast iedereen. Het is helemaal geaccepteerd als je twee of drie keer in de week gaat trainen. Dan scheppen mensen over je op: ‘dat is een echte sporter, die heeft er alles voor over’. Het is ook geaccepteerd als je twee keer of drie keer in de week gaat bridgen. Niemand vindt het gek als je twee keer in de week gaat oppassen bij je kleinkinderen.

In dat licht staat die opmerking van Jezus van twee weken geleden, op de dertigste zondag: ‘Ge zult de Heer uw God beminnen, met geheel uw hart, geheel uw ziel en geheel uw verstand – en uw naaste als uzelf’. Jezus roept ons op om voor het koninkrijk van God helemaal te gaan. Meer nog dan welke andere bezigheden die we in dit leven tegenkomen.

Vergelijk het met hygiëne. Stel dat je zou zeggen: ‘In het ziekenhuis moeten ze natuurlijk hygiënisch werken, de dokter in zijn praktijk ook, maar thuis maakt het niet uit en op school ook niet en bij de sport ook niet. Hygiëne is er alleen voor het ziekenhuis en de dokter. Dan is dat op de duur dweilen met de kraan open. Nee, hygiënisch leven is een houding, die je overal in meeneemt.

Vergelijk het met wetenschappelijk werken. Stel dat je zou zeggen: ‘Op school en op de Universiteit en in het laboratorium, ja daar moet je systematisch werken, daar moet je opschrijven wat je doet, controleren en verbeteren. Maar thuis en op mijn kantoor en in de kunst en de muziek, in de sport en de hobby, daar hoeft dat allemaal niet. Daar doe je gewoon wat je zelf denkt of wat je leuk vindt en waar je zin in hebt. Het maakt niet uit, vrijheid blijheid, als je het maar naar je zin hebt.’ Dan wordt het gaandeweg een chaos, in het verkeer, in de ambtenarij, in transport, treinen, bussen, maar ook de supermarkt. Als daar niet alles op zijn plek staat. Het is logisch, geordend, voorspelbaar. Die ordening en systematiek loopt door heel het leven heen, die zijn gevangen in regels, afspraken, overeenkomsten, normen en waarden. Dat kun je niet reserveren voor school of universiteit.

Dit is allemaal logisch, vanzelfsprekend, ik hoef het amper te noemen. Zo logisch en vanzelfsprekend is het voor Jezus dat je God de eerste plaats in je leven geeft. Niet alleen in de kerk, of vlak voor het slapen gaan of tijdens een bijbelcursus of een godsdienstig programma op de TV. Nee, altijd; net als hygiëne, net als geordend werken. Ja maar mag je dan niet creatief zijn, mag je dan nooit impulsief zijn, mag je dan nooit eens wat losser of minder precies? U kent het antwoord. Die vraag komt voort uit angst en wantrouwen. De grootste creatieve geesten wisten in hun creativiteit ordening aan te brengen. Natuurlijk moet je niet leven als in een steriele kamer, dan wordt je op de duur nog zieker. Maar dankzij gezonde hygiëne zijn we gezond. Dus natuurlijk loop je niet de hele dag over God te praten of over Kerk of over de Bijbel, maar Hij is erbij, als een metgezel, als een bron van inspiratie.

Dit is misschien een wat lange inleiding op de uitleg van het Evangelie van vandaag. Het is met het Rijk der hemelen als met tien meisjes. Vijf dom en vijf verstandig. Ge zult de Heer uw God dienen met heel uw verstand. Hoe ging het met een bruiloftsfeest in Israël ten tijde van Jezus? De bruidsmeisjes moesten klaar staan met de lamp als de bruidegom kwam. Dat blijkt uit het voorbeeld dat Jezus geeft. Dat is de regel. De meisjes begeleiden de bruidegom met brandende lampen naar de bruiloftszaal. Dan mogen ze met de bruidegom het feest binnen.

Wat is nu dat domme en wat is het verstandige van deze meisjes? De een houdt er rekening mee dat de bruidegom ook wat langer weg kan blijven. De ander gaat er helemaal van uit dat de bruidegom wel in de loop van de avond aankomt en dat dan meteen het feest kan beginnen.

Wat zegt dat nog meer? Het betekent dat de verstandige meisjes met het hart bij de bruidegom waren. Hij moet van ver komen, er kan onderweg veel gebeuren, zij leven zich in zijn situatie in. De domme bruidsmeisjes hadden al de aandacht bij het feest. Zij waren niet zozeer gericht op de bruidegom, nee ze hadden niet meer dan de minimale verplichting, de brandende lamp.

Het is als de wetsbetrachting op de wijze van de Farizeeën. Je doet wat er voorgeschreven is, meer niet. Dat is ons verbond met God, zeiden ze. Zo is de afspraak. Daarvan zegt Jezus: ‘Als uw gerechtigheid die van de Farizeeën niet vér overtreft, zult Gij het Rijk Gods niet binnengaan.’ En een andere keer zegt Hij: ‘Als iemand u vraagt één mijl met hem te gaan, ga er twee. Vraagt iemand uw onderkleed, geef ook uw bovenkleed. Slaat iemand u op de ene wang, keer ook de andere toe.’ Alleen met een overdaad aan gerechtigheid, de dubbele maat van de liefde, wat onze wereld grotelijks overdreven zal vinden, kom je dat koninkrijk binnen.

Met dat Koninkrijk heeft Jezus het niet in de eerste plaats over de hemel. Dan heeft Hij het nog over ons leven op aarde, en daarmee in het verlengde het rijk der hemelen. Zo ook deze meisjes. Dat rijk van God laat op zich wachten. Werken voor het Rijk van God vraagt geduld, volharding, vertrouwen, waakzaamheid, geloof in Gods belofte, trouw aan zijn Verbond, langdurige inzet en doorzettingsvermogen.

De domme meisjes wilden op een gemakkelijke manier een feestje hebben. De verstandige meisjes hadden iets over voor de bruidegom. Wie alleen maar goed doet om in de hemel te komen, maar niet méér dan gewoon, die loopt de kans op de duur moe te worden, dan raakt de olie op. Wie werkelijk gelooft, en bereid is méér te doen dan gewoon, die is als de weduwe van Sarepta, die een kruik had waarin altijd voldoende olie overbleef (Luk. 4, 26. 1 Kon. 17, 9), om goed mee te doen en zelf nog van te leven. ‘Een verstandige meid is op de toekomst voorbereid’, inderdaad letterlijk; die zorgt voor een volle kruik geloof, hoop en liefde, die investeert dubbel, niet alleen precies dat wat je nodig denkt te hebben als het allemaal gaat zoals je zou willen.

De heer uw God beminnen, ook met je verstand, met wijsheid, met dubbele inzet. Als verstandige bruidsmeisjes die klaar staan met meer dan voldoende olie, met het hart bij de bruidegom, meer dan bij het feest, die krijgt het feest erbij; een groter feest dan alles wat de wereld ons kan bieden, God Zelf. Amen.

Back To Top