Ga naar hoofdinhoud

Bekering leidt tot de waarachtige liefde.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van: St. Jozef (Wassenaar), Sint Willibrordus (Wassenaar) en de H. Laurentius (Voorschoten), weekeinde van 2 en 3 februari 2019, om 19.00, 09.30 uur en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2019DHJ04C

Lezingen

E.L: Jeremia 1,4-5.17-19
Psalm: Ps. 71 (70), 1-2, 3-4a, 5-6ab, 15ab en 77
T.L: 1 Korinte 12,31 – 13,13 of 13, 4-13
All. Vers. Johannes 1, 14 en 12b
EV: Lucas 4, 21-30

Homilie

Verleden week sprak ik over de roeping van Jezus. Bij zijn doop hoorden we hoe de stem van de Vader tot Hem sprak: “Gij zijt mijn Zoon, de welbeminde, in U heb ik mijn behagen gesteld” (Lucas 3, 22b). We zagen het verleden week toen Jezus het woord van Jesaja op zichzelf toepaste: “De Geest des Heren is over Mij gekomen, omdat Hij Mij gezalfd heeft. Hij heeft Mij gezonden om aan armen de Blijde Boodschap te brengen …” (Lucas 4, 18a). Vandaag trekt de Kerk die lijn door. We zien in de tekst van de eerste lezing van de profeet Jeremia een voorafbeelding van de roeping van Jezus: “Voordat Ik u in de moederschoot vormde, koos Ik u uit; voordat ge geboren werd, bestemde Ik u voor Mij; als profeet voor de volken heb Ik u aangewezen …” (Jeremia 1, 5). Met name deze zin uit Jeremia zien we vandaag terug in het Evangelie: “ Omgord dan uw lenden; sta op en zeg tot het volk alles wat Ik u opdraag. Laat u door hen niet afschrikken … Zij zullen u bestrijden, maar niets tegen u vermogen. Want Ik ben bij u om u te redden” (Jeremia 1, 17.19).

Deze lezing helpt ons de houding van Jezus te verstaan als Hij in Nazaret is, de plaats waar Hij is opgegroeid. Bij het begin van zijn preek zijn de mensen enthousiast omdat “woorden, zo vol genade uit zijn mond vloeiden”. Maar tegelijk klinkt er twijfel bij de toehoorders: “Is dat dan niet de zoon van Jozef?” In dat ene zinnetje, in die vraag, ligt bij Lucas een sleutel om de tekst te verstaan: “Is dat dan niet de zoon van Jozef?” Inderdaad, Hij wordt de zoon van Jozef genoemd, maar wie is Hij echt? Dat is de vraag die bij roeping een rol speelt. Wie ben ik in Gods plan. Wie ben ik? Jezus is voor de mensen de zoon van Jozef, de zoon van Maria. Maar veel wezenlijker is Hij de Zoon van God, de Mensenzoon.

Dat is belangrijk voor ieder van ons. Wie ben ik in Gods plan? Wat is mijn roeping en zending. In het algemeen geldt: “Hoe ziet de wereld mij?” Maar wie ben ik echt, in het diepst van mijn hart? Geboren als kind van mijn ouders, als kind van deze wereld, ben ik opnieuw geboren als kind van God. Wat Jezus van nature is, is ons geschonken in het Doopsel.

De toehoorders uit Nazaret komen niet verder dan hun eigen waarneming en daardoor komen ze niet verder dan hun eigen vooroordeel. Dat is altijd een gevaar. Vooroordelen zijn dodelijk. We zien het als ze Jezus van de helling van hun dorp willen afgooien. Daar zien we hoe de eerste lezing met dat woord dat God aan Jeremia had gericht, nu werkelijkheid wordt bij Jezus: “Zij zullen u bestrijden, maar niets tegen u vermogen. Want Ik ben bij u om u te redden”. We hoorden het in het Evangelie: “Maar Hij ging midden tussen hen door en vertrok”.

Waarom zijn mede-dorpsgenoten zo kwaad? Woest zijn ze, anders jaag je iemand niet de synagoge uit en gooi je iemand niet van de heuvel af. Het zit hem in de vergelijking die Jezus gebruikt. Hij spreekt over de tijd van Elia en Elisa. Dat was een tijd van geloofsafval, van gebrek aan bekering, van een slap geloof en enorme concessies aan de moderne tijd van toen. Toen ging de hemel op slot. Er viel geen druppel meer. Na een jaar denk je, is er misschien iets aan de hand. Na twee jaar denk je, zou God boos op ons zijn. Na drie jaar groeit het besef dat ze als Gods Volk God verlaten hadden. Hoe lang duurt het tot een volk tot inzicht komt. Op het gebed van Elia valt dan de eerste regen.

Jezus vergeleek de bewoners van Nazaret met de Israëlieten van die tijd. Dat viel niet goed. Het klonk zo eenvoudig, die vergelijking, maar het was feitelijk een donderpreek in vriendelijke woorden en dat pikten ze niet.

We kennen de roeping van Jezus als de Goede Herder, als de Verlosser, als de barmhartige Samaritaan. Vandaag zien we Hem in zijn roeping als profeet. Ook dat hoort erbij.

Hoe zou het gegaan zijn als zijn toehoorders zijn woord hadden geaccepteerd? Als ze een zelfonderzoek hadden gedaan en erkend hadden dat ze tekortschoten, dat hun tijd geen ideale tijd was, dat hun dorp niet zo vroom was al het van buiten leek, dat er meer mis was in hun persoonlijk leven dan God van hen zou mogen verwachten. Hoe zou het zijn gegaan als ze hun vooroordelen hadden overwonnen en net als zijn leerlingen zich bij Hem hadden aangesloten?

Dan hadden ze na de profeet Jezus een barmhartige en vergevingsgezinde Jezus leren kennen die aan de ene kant zegt: “Gemakkelijker vergaan hemel en aarde dan dat een haaltje van de Wet wegvalt” (Lucas 16,17), en aan de andere kant de parabel vertelt van de verloren zoon die bij zijn vader terugkeert en vergeving ontvangt (Lucas 15, 11-32).

Als ze zijn woord hadden aangenomen, dan hadden ze de weg kunnen gaan die de apostel Paulus is gegaan, die vaneen vervolger zich bekeerde tot verkondiger. Dan hadden ze geleerd dat bekering leidt tot de waarachtige liefde, zoals we hoorden in de tweede lezing: “De liefde is lankmoedig en goedertieren; de liefde is niet afgunstig, zij praalt niet, zij beeldt zich niets in. Zij geeft niet om de schone schijn, zij zoekt zichzelf niet, zij laat zich niet kwaad maken en rekent het kwade niet aan. Zij verheugt zich niet over onrecht maar vindt haar vreugde in de waarheid. Alles verdraagt zij, alles gelooft zij, alles hoopt zij, alles duldt zij. De liefde vergaat nimmer”. Amen.

Voorbede

Wij bidden tot God die ons eindeloos bemint.

Wij bidden voor de hen die Jezus willen navolgen; dat zij in staat zijn de confronterende woorden uit het Evangelie aan te nemen als een geneesmiddel en zo ontdekken dat bekering leidt tot waarachtige liefde. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, dat mensen niet blijven steken in vooroordelen en verder kijken dan de oppervlakkige buitenkant, vragen wij dat veel mensen Christus leren kennen die door zijn krachtige profetische woord de geneesheer is van de ziel. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, wij vragen Gods hulp opdat het hooglied van de liefde zoals Paulus dat heeft beschreven, een leidraad in ons leven mag zijn, dat we Jezus navolgen en door Hem Gods liefde ontvangen en doorgeven. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen; op voorspraak van Maria, de Moeder van de Heer vragen we om eenheid en liefde, saamhorigheid en begrip, geduld en trouw. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top