Ga naar hoofdinhoud

De leerlingen van Jezus moeten oog krijgen voor de nood van de mensen. Dat is iets nieuws in de tijd van Jezus; dat een rabbi zijn leerlingen, zijn volgelingen uitzendt om iets goeds voor mensen te doen.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van de H. Joannes de Doper (Katwijk) en de H. Willibrord (Oegstgeest), weekeinde van 11 en 12 juli 2015, om 19.00, 10.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Eucharistieviering beluisteren vanuit de H. Joannes de Doper te Katwijk (MP3)

Preek beluisteren vanuit de H. Joannes de Doper te Katwijk (MP3)

Preek: B2015DHJ15BAUFX

Lezingen

E.L: Amos 7, 12-15
Ps: 85 (84), 9ab-10, 11-12, 13-14
T.L: Efeze 1, 3-14 of 3-10
All: Matteüs 11, 25
EV: Marcus 6, 7- 13

Homilie

Vandaag horen we hoe Jezus zijn leerlingen de wereld inzendt met een opdracht. Dit is het eerste van twee belangrijke momenten in het Evangelie waarop Jezus zijn leerlingen uitzendt. Het tweede is na Jezus’ verrijzenis. Dan zegt Hij: Gaat uit over de hele wereld en verkondigt het Evangelie aan heel de schepping. Dan geeft Hij hen de opdracht om te dopen en alle mensen tot zijn leerlingen te maken. Vandaag de eerste zending. Als ze van deze zending terugkomen, zullen ze rapport uitbrengen over wat ze meegemaakt hebben. Wanneer Jezus zijn leerlingen uitzendt, geeft Hij hen niet alleen een opdracht, Hij geeft hen macht over onreine geesten. Dan staat er: Zij dreven veel duivels uit, zalfden veel zieken met olie en genazen hen. Marcus beschrijft dit heel beknopt, de andere evangelisten zijn hierover uitvoeriger.

Jezus zendt zijn leerlingen uit met het oog op de mensen die zij zullen ontmoeten. Dat is wat we noemen: een pastorale zending. Zijn leerlingen moeten oog krijgen voor de nood van de mensen. Dat is iets nieuws in de tijd van Jezus; dat een rabbi zijn leerlingen, zijn volgelingen uitzendt om iets goeds voor mensen te doen. Of de mensen die zij ontmoeten dan geestelijk verward zijn, met vreemde ideeën rondlopen, psychisch belast zijn of in of van ziekten en armoede te lijden hebben, de leerlingen moeten oog krijgen voor de nood van de mensen en daar iets aan doen. Om die twee dingen gaat het, het leren zien en er iets aan doen. Daartoe gaf Jezus macht over onreine geesten.

Wanneer de leerlingen op pad gaan, doen ze dat werk niet uit zichzelf. Het is niet hun eigen bekwaamheid. Het waren vissers, een tollenaar en nog wat anderen. Het waren geen geneesheren van huis uit. Nee, ze doen hun nieuwe werk vanuit Christus. Zij brengen de Boodschap van Christus bij de mensen en die Boodschap is genezend, is herstellend, die verdrijft boze geesten, ongezonde gedachten en waanideeën. Wanneer ze de Boodschap van Christus brengen, worden mensen gezond. Er gebeurt van alles. Dat gebeurt niet vanuit hun eigen kracht, maar omdat ze Jezus bij de mensen brengen, zijn leer, zijn Boodschap en daarbij goede dingen voor de mensen doen.

Daarbij moeten ze nog iets leren. Want omdat ze dat niet vanuit zichzelf doen en ook niet voor zichzelf, maar vanuit God en voor God (Pro Deo), moeten ze erop leren vertrouwen dat God voor hen zorgt. We noemen dat Voorzienigheid. Ze moeten leren vertrouwen op Gods Voorzienigheid.

Elke tijd opnieuw moeten we nadenken: Waar was Jezus nu eigenlijk mee begonnen en wat was het nieuwe van zijn zending? Toen Franciscus van Assisi zijn zending kreeg, gebeurde dat in een klein kerkje in San Damiano, bij een kruis. Daar hoorde hij de stem van Jezus tot hem zeggen: Herstel mijn huis.

Het nieuwe in de uitzending die we vandaag horen is dat Jezus oog heeft voor mensen op een nieuwe manier. De leerlingen moeten net als Israël in de woestijn leren vertrouwen op Gods voorzienigheid. Alleen een stok, vanwege de wandeltocht, vanwege straathonden en wolven. Maar geen voedsel. Dat betekent dat er voor hen gezorgd zal worden. Ze zullen te eten krijgen. Geen kopergeld in hun gordel, kopergeld was waardevast in die tijd. Waar je komt, zullen de mensen je ook iets geven. Je mag sandalen dragen. Blote voeten op de hete wegen is niet aan te raden. Geen dubbele kleding, geen extra reserve. Nee, God zal voor je zorgen. Ben je ergens te gast, blijf daar dan, ga niet shoppen, denk niet: “misschien ben ik daar beter af of daar”. Je komt om iets goeds te brengen en goed is goed genoeg.

“Zij vertrokken om te prediken dat men zich moest bekeren. Zij dreven veel duivels uit, zalfden veel zieken met olie en genazen hen”. Dat is hun en ons werk. Voor onze tijd is dat lastiger geworden, want dokters en ziekenhuizen heb dit werk in zekere zin overgenomen. De eerste Christenen en later zusters en paters, hebben dit werk van Jezus voortgezet en scholen, ziekenhuizen en caritas opgebouwd. Veel van dit werk heeft de overheid de afgelopen eeuwen overgenomen. Hebben wij dan niets meer te doen? Wij hebben nog steeds deze zending: Oog hebben voor de nood van de mensen. Laten de sociale diensten en de scholen en de ziekenhuizen hun werk doen, wij kunnen nog steeds oog hebben voor de mensen om ons heen. Zien waar nood is. In onze tijd is eenzaamheid zoiets, eenzaamheid is dodelijk, mensen verdrijven de eenzaamheid met de televisie, maar dat is vaak geen goed voedsel. Wij kunnen tijd maken om eenzaamheid op te heffen. Of om mensen te halen en te brengen naar de kerk. Er zijn veel dingen die we zouden kunnen doen, zonder dat we daarmee in de wielen rijden van artsen of anderen.

Zo kunnen we meewerken aan catechese. Catechese is een middel om onzuivere geesten, de verkeerde ideeën van onze tijd te bestrijden en te overwinnen. Er is van alles wat wij kunnen doen. Maar eerst geldt dat ieder van ons zich persoonlijk door Jezus aangesproken voelt, net als die leerlingen in het evangelie: Ik roep jou, Ik zend jou. Jij bent in Mij gedoopt, jij bent in Mij gevormd, je deelt mijn Eucharistie, je deelt mijn leven. Deel dan ook mijn goedheid uit aan anderen. Dat is wat wij hier in de Mis komen doen. Zijn leven delen om vanuit Hem naar de mensen toe te gaan. Zo heeft Hij zijn leerlingen toen uitgezonden en zo wil Hij ons, zijn leerlingen ook nu weer uitzenden. Daar hoef je niet zoals zijn leerlingen jong voor te zijn, twintigers en dertigers, dat kan ook op je twaalfde en ook op je tachtigste. Goed-doen is niet leeftijdgebonden. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot onze vader in de hemel.

Wij bidden voor de Kerk in deze tijd, voor allen die gedoopt en gevormd zijn, dat zij doorgaan met het werk waarmee Jezus begonnen is, dat zij oog hebben voor de nood van mensen en daar iets aan doen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld, bijzonder voor de situatie in Griekenland en Europa. Dat alle partijen doen wat gedaan moet worden om deze crisis te overwinnen. Dat niet de zwaksten de dupe worden. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie van de Heilige Augustinus, dat wij allen ons opnieuw laten zenden door Jezus, ieder afzonderlijk en wij samen als gemeenschap. Dat wij er op uitgaan om goed te doen en zo Gods Koninkrijk te verkondigen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtpa­ren, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat allen nadenken hoe ze anderen nabij kunnen zijn in het klein en in het groot. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top