Ga naar hoofdinhoud

Is dit alles dus wel zo nieuw; is onze tijd dus wel zo anders? Moeten we inderdaad heel nieuwe strategieën ontwikkelen om in deze tijd het Evangelie te kunnen verkondigen?

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van de H. Joannes de Doper (Katwijk), en de H. Laurentius (Voorschoten), weekeinde van 30 april en 1 mei 2016, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2016TMP06C

Lezingen

E.L: Handelingen der Apostelen 15, 1-2. 22-29
Psalm: 67 (66) 2-3, 5, 6 en 8
T.L: Apokalyps 21, 10-14.22-23
Vers: Johannes 14, 23
EV: Johannes 14, 23-29

Homilie

Er is niets nieuws onder de zon. Kent u dat gezegde. We kennen het uit het boek Prediker: “Wat gebeurd is zal weer gebeuren: nieuw is er niets onder de zon. Er is wel eens iets waarvan men zegt: ‘Kijk, dit is iets nieuws!’ Maar dat is niet zo: in vroeger tijden was het er ook al” (pred. 1,9-10).

Met andere woorden, de vorm verandert, maar kijk je goed, dat was er al eerder zoiets. Wij staan in onze tijd te kijken van de nieuwe smartphones, de breedbeeldschermen en de snelle computers. Maar God leerde ons spreken met elkaar zonder telefoons, God gaf ons een schepping met een hemelsbreed beeld en God gaf ons een verstand dat ver voorloopt op de computer. De vorm verandert, maar echt uitvinden is eigenlijk voor de mens niet weggelegd, de mens ontdekt wat er aan mogelijkheden in de natuur en in de materie is aangelegd. De echte uitvinder is God die aan het begin staat van alles. De mens komt in wezen niet verder dan namaken.

Hoe kom ik op deze gedachte? Dat is naar aanleiding van de eerste lezing van vandaag; het apostel-concilie, zoals het wel genoemd wordt. Velen van ons herinneren zich het Tweede Vaticaans Concilie van 1965 tot 1968, het waren mijn jaren op het kleinseminarie. De bisschoppen, rondom Petrus, de paus, kwamen samen om een aantal zaken te bezien. Dat is niet nieuw, net als de laatste bisschoppensynodes van 2014 en 2015 over het gezin in deze tijd. Het eerste concilie van jeruzalem, het apostel-concilie, vond plaats ruim voor het jaar 50, dus 15 of 16 jaar na Jezus’ kruisdood. De brief die toen werd opgesteld, waarvan we zonet in iedere geval een deel hebben gehoord, is in zekere zin de oudste brief van de apostelen. Deze brief was waarschijnlijk vrij kort; de brief van paus Franciscus over het gezin, “Amoris Laetitia”, is zeker niet kort, dat is een boekwerkje geworden van zo’n 200 pagina’s.

Kijken we naar het apostelconcilie, dan zien we dat de discussies, de meningsverschillen, de partijen die ieder hun belang of overtuiging verdedigen, ook niet nieuw zijn. Net als toen, moeten de apostelen ook nu de vrede bewaren en de partijen bij elkaar houden, zonder aan de waarheid afbreuk te doen.

De boodschap van de brief van de apostelen is kort en duidelijk: “De heilige Geest en wij hebben besloten u geen zwaardere last op te leggen dan het strikt noodzakelijke: Dat is: u te onthouden van spijzen die aan afgoden geofferd zijn, van bloed, van verstikt vlees en van ontucht. „Als gij uzelf daarvoor in acht neemt zal het u goed gaan. Vaarwel !”

Kort gezegd, blijf ver van alles wat met de afgoden te maken heeft en blijf ver van ontucht. De heidenen hoeven niet de hele Wet van Mozes te onderhouden, maar deze twee punten moeten ze wel vasthouden.

Nu zijn wij anno 2016 in een nieuwe tijd beland. Petrus en Paulus en de apostelen toen, moesten Christus verkondigen in een tijd waarin iedereen in God of in goden geloofde. Of het nu Romeinse, Griekse, Perzische, Germaanse of wat voor goden ook waren; mensen geloofden. Het Christendom gaf met Christus een nieuwe richting aan hun geloof.

Het nieuwe van de tijd waarin wij hier in het Westen zijn beland, is dat het atheïsme enorm is toegenomen. Het is bijna mode geworden om te zeggen dat je nergens in gelooft. Was het enige tijd geleden nog eerder mode om in iets te geloven, het Ietsisme, inmiddels hoor je erbij als je nergens in gelooft.

Het Ietsisme is dus het Nietsisme geworden. Maar als datgene waar we mee begonnen, waar is, dat er niets nieuws onder de zon is, dan zou dit dus ook niet nieuw zijn en dat denk ik inderdaad. In het Oude Testament lees je voortdurend dat het Volk van God losraakt van God en achter de afgoden aanloopt. Zelfs tijdens de uittocht uit Egypte roepen ze dat de vleespotten en de groenten in Egypte beter waren dan het voedsel in de woestijn.

Maar Nietsisten, mensen die zeggen in niets te geloven, geloven over het algemeen wel in de wetenschap, ze geloven ook dat uit niets toch iets kan komen of ze geloven dat deze materie, of het licht of de massa of de snaren of zulke krachten altijd hebben bestaan. Ze geloven meestal ook in de evolutie van de mens, en de meesten geloven in zichzelf. En dat alles is niet nieuw. De Joden in de tijd van Mozes gingen meer geloven in de goden van Egypte, omdat die zorgden voor vruchtbaar land met komkommers en tomaten en voor voldoende gras voor de schapen, zodat ze vlees te eten hadden. Het moderne Nietsisme lijkt eigenlijk verdacht veel op de afgoden van toen.

Is dit alles dus wel zo nieuw; is onze tijd dus wel zo anders? Moeten we inderdaad heel nieuwe strategieën ontwikkelen om in deze tijd het Evangelie te kunnen verkondigen? Waarschijnlijk niet. We moeten weer net als Mozes, net als de profeten, net als Petrus, Paulus en de apostelen en al de mensen na hen, de afgoden ontmaskeren en dat duidelijk maken aan de mensen van deze tijd; of zij het willen horen of niet, ook daarin is er niets nieuws onder de zon. Wat bovendien blijft is dat waar het allemaal om draait, de navolging van Christus, elkaar liefhebben zoals Hij ons heeft liefgehad, ofwel: God beminnen en de naaste. Dan zullen, als zij willen en bereid zijn te veranderen, Ietsisten en Nietsisten en ook Weetniet-isten de waarheid kennen die Christus is. Amen.

Voorbede

Jezus spoort ons aan te vragen om de heilige Geest, de Helper. Bidden wij dan vol vertrouwen:

Wij bidden voor de Kerk, dat alle gelovigen door de Geest helder mogen zien waar onze tijd in dwaalt en waar de moderne mens in achter loopt. Bidden wij om mannen en vrouwen die het profetenwoord ook in onze tijd laten klinken. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze samenleving waarin oude mythen door nieuwe zijn vervangen, maar waarin de mens nog steeds niet bevrijd is van eigenbelang en ikzucht; bidden we om de heilige Geest voor Kerk en wereld. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochiegemeenschap, vragen wij om eenheid en saamhorigheid, dat meningsverschillen en partijdigheid nooit het laatste woord hebben, maar dat de heilige Geest ons tot eenheid smeedt in de navolging van Christus. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, dat alle crisissen in huwelijken, gezinnen en families worden overwonnen door dienende liefde, opdat allen één worden in Christus. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top