Ga naar hoofdinhoud

Continuing story? Of dragen wij wel vruchten? Laten we Gods liefde zo aannemen dat we zijn liefde beantwoorden en eruit leven, dan nadert de voltooiing met spoed.

Eucharistieviering 1 en 2 oktober 2005, in de parochiekerken van de H. Willibrord, de H. Jozef en De Goede Herder te Wassenaar, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2005DHJ27A

Lezingen

E.L.: Jer. 5, 1-7
T.L.: Fil. 4, 6-9
Ev.: Mt. 21, 33-43

Homilie

Het lijkt alsof Jezus in zijn parabel vandaag niet helemaal origineel is geweest. De overeenkomst tussen de eerste lezing van de profeet Jesaja en het evangelie met deze parabel van Jezus, zal u ongetwijfeld zijn opgevallen.

De profeet Jesaja zingt een lied van zijn vriend en de wijngaard. Het was een schitterende wijngaard, met de beste planten, zorgvuldig gekweekt en verzorgd, alles geïnvesteerd wat er nodig was, maar de wijngaard gaf slechts wilde vruchten; niet te eten, niets waard voor de handel, alleen goed om weg te gooien en door de mensen vertrapt te worden. Weg met die wijngaard.

En Jezus? Het gaat opnieuw over een wijngaard, ook een met een omheining en een wijnpers en een wachttoren. Maar deze geeft geen wilde vruchten; nee er is een ander probleem, de pachters willen de pacht, het deel van de opbrengst, niet afdragen.

We hoeven Jezus niet te beoordelen op zijn originaliteit, want die staat boven twijfel, Hij is zo origineel als de Heilige Geest, zo oorspronkelijk als God de Vader, wat doet Jezus hier in deze parabel? Hij maakt van het verhaal van Jesaja een vervolgverhaal, een continuing story, maar tegelijk brengt Hij er nieuwe elementen in. Hij vertaalt het verhaal naar zijn eigen tijd en Hij past het toe op de mensen van zijn tijd en op Zichzelf.

Dat wat Jesaja vertelde ging over Israël in de tijd van de profeten. Het was een waarschuwing. God heeft jullie zoveel gegeven, Hij heeft van Israël een volk gemaakt, Hij heeft het een land gegeven, Hij heeft haar een wet gegeven, Hij heeft haar godsdienst gezuiverd en verdiept, Hij heeft Israël voorspoed en zegen gegeven, ja alles, maar Hij ziet niets anders dan haat, afgunst, bedrog, ongeloof, ontrouw, geweld en afgodendienst. Dus zegt Jesaja: ‘God zal zijn wijngaard van de hand doen, Hij zal haar verwaarlozen, Hij trekt zijn hand van haar af en zal haar overlaten aan plunderaars en wilde beesten.’

Het is de geschiedenis zoals we die kennen uit het Oude Testament. Als uiteindelijk de tegenslag toeneemt, de welvaart afneemt, als vijanden de overhand krijgen, dan komt er berouw en keert Israël terug naar God, en omdat God barmhartig is, zal na verloop van tijd alles weer langzaamaan ten goede keren.

Hoe gaat Jezus hier nu mee om? Jezus voorspelt in deze parabel zijn eigen lijden en dood. Hij zegt bovendien wie daar verantwoordelijk voor zijn. Hij neemt de geschiedenis van de profeten op in zijn verhaal. Zij werden ook niet erkend, zij werden ook mishandeld. En dan zegt Hij: ‘Tenslotte stuurde de landeigenaar zijn zoon naar hen toe, in de veronderstelling dat ze zijn zoon toch wel zouden ontzien.’ Maar toen de wijnbouwers de zoon zagen, zeiden ze onder elkaar: ‘Dat is de erfgenaam; vooruit laten we hem vermoorden en ons zijn erfenis toeëigenen.’

Valt het u op wat voor visie Jezus heeft op zijn eigen dood, wat zijn visie is op God zijn Vader en ook wat zijn visie is op de redenen waarom Hij gedood zal worden. Voor Jezus is zijn dood niet een politiek steekspel. Hij wordt niet gekruisigd omdat de Romeinen Hem gevaarlijk vinden. Hij wordt ook niet gekruisigd omdat hij een soort revolutionaire hippie is. Hij wordt niet gekruisigd, omdat Hij gevaarlijk is voor het zuivere geloof. Nee, Hij wordt gekruisigd omdat de machthebbers de voordelen van het geloof voor zichzelf willen houden. Jezus wordt gekruisigd omdat de hogepriesters geen liefde hebben voor God en niet bereid zijn zichzelf aan God te geven. Dat alles doet Jezus wel en zo komt hun gebrekkige houding aan het licht. Dus keren zij de rollen om en maken van Jezus de Godslasteraar, de charlatan en oproerkraaier, dan blijft hun eigen schuld buiten beeld, hun ongeloof, hun egoïsme, hun manipuleren en hun onzuivere houding.

Jezus spreekt aan het slot van dit evangelie ronduit tot de Joodse gezagsdragers, de theologen, zij die het voor het zeggen hebben, de hogepriesters en de oudsten van het volk, als Hij zegt: ‘Daarom zal het Rijk Gods u ontnomen worden en gegeven worden aan een volk dat wel de vruchten daarvan opbrengt.’

Weet u wie dat volk is, dat volk dat wel de vruchten opbrengt? Dat zouden wij moeten zijn. Wij Germanen en Goten en Galliërs, wij volken uit het Westen, die van nature niets met Israël te maken hebben, die in de vorige eeuwen achter Wodan en Donar aanliepen en niets wisten van Gods liefde. Aan ons en zoveel andere volken, is dat Rijk van God gegeven, met de bedoeling dat wij wel vruchten dragen. Dus is nu de vraag: ‘Dragen wij wel vruchten?’ Of is het ook nu een continuing story, overkomt ons hetzelfde als toen Israël? Het geheim is trouwens veel groter. De apostel Paulus laat er iets van zien als hij zegt dat Israël aan de andere volken moet gaan zien hoe goed God voor hen is en zo ontdekken dat Jezus inderdaad de Messias is. Dat ze jaloers worden en zo tot geloof komen.

Maar hoe kan Israël jaloers worden op Christenen die zelf niet de vruchten dragen, die meedrijven op de golven van de tijd, die zich de luxe en welvaart laten aanleunen, die wel geloven in iets, maar God niet bedanken. Hoe moet Israël ontdekken wie Jezus is, als de Christenen, zij die hun naam ontlenen aan Christus, feitelijk Jezus nog maar nauwelijks kennen? ‘Daarom zal het Rijk Gods u ontnomen worden en gegeven worden aan een volk dat wel de vruchten daarvan opbrengt.’ Gaan ook die woorden over ons? Wat zal God doen? Zal Hij hetzelfde met het rijke Westen doen als met Israël tweeduizend jaar geleden? Of nog langer geleden, zoals in de tijd van Jesaja?

Dat zou best kunnen, want het kwaad straft op den duur zichzelf. Daar hoeft God weinig voor te doen. Maar voor het zover is, zal God eerst zijn genade vergroten, eerst geeft Hij ons allen nog een kans, eerst overstelpt hij ons met goedheid, neemt de welvaart toe en groeit de vrede. Eerst opent Hij zijn hart met nog meer liefde in de hoop dat wij zijn liefde zien en zeggen: ‘Als God zo goed is voor ons, dan moeten we Hem toch wel bedanken, dan moeten we toch ook doen wat Hij vraagt. Als God keer op keer ons zijn liefde bewijst, dan moeten wij Hem toch eindelijk wederliefde schenken en gaan leven naar zijn bedoeling.’

Pas dan, als wij, hier in het rijke Westen, ons dan nog niet bekeren, zal de geschiedenis opnieuw haar loop nemen, de continuing story van alle eeuwen, en zal God weer opnieuw beginnen met anderen, net zolang tot ….. zijn Rijk definitief doorbreekt. Maar laat het nu reeds doorbreken bij u en mij, laten we Gods liefde zo aannemen dat we zijn liefde beantwoorden en eruit leven, dan nadert de voltooiing met spoed. Amen.

Voorbede

Bidden wij vol vertrouwen tot de Vader die ons oproept tot daden van geloof, hoop en liefde.

Bidden wij voor Gods Kerk, bidden wij dat alle gelovigen wereldwijd vruchten dragen door hun gelovige inzet, dat zij niet blijven steken in mooie woorden, maar dat hun daden spreken van Gods liefde. Laat ons bidden.

Bidden wij voor de wereld waarin we leven, om vrede die steunt op gerechtigheid, om respect die steunt op waarheid, op zorg die steunt op liefde. Dat ook de wereld mag erkennen dat Christus onze Heer is. Laat ons bidden.

Bidden wij om bevordering van de oecumene, om een helder verstaan van ieders oprechte bedoelingen, om een uitzuivering van alle kleinmenselijkheid, om trouw aan het Evangelie en samenwerking in de dienst aan de wereld. Laat ons bidden.

Bidden wij voor de gezinnen, dat groot en klein samenwerken en Christus in hun hart sluiten. Dat zij zich in Christus’ leven en in zijn persoon verdiepen en Hem leren kennen als de Levende. Laat ons bidden.

Intenties

Back To Top