Ga naar hoofdinhoud

Niet wij maken God tot een persoon. God maakt ons tot personen. Het idee wat een persoon is, zijn wij langzaam gaan inzien, maar in God vindt het zijn volheid.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van De H. De Goede Herder (Wassenaar) en de H. Joannes de Doper (Katwijk), weekeinde van 27 en 28 juli 2013, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: C2013DHJ17C

Lezingen

E.L.: Genesis 18,20-32
Ps.: 138 (137), 1-2a, 2bc-3, 6-7ab, 7c-8
T.L.: Kolossenzen 2,12-14
All.: Mt. 11,25
Ev.: Lucas 11,1-1

Homilie

Er is kortgeleden een nieuw boek van de bekende dominee Carel ter Linden verschenen met de titel: Wat doe ik hier in godsnaam? Inmiddels is hij bij Knevel en van de Brink geweest, heeft hij radio-interviews en andere interviews gegeven en zie je op het internet blogs passeren die ingaan op zijn boek. Waar komen al deze reacties vandaan? Is zijn vraag over God in de breedte van belang, ook voor ons Katholieken, of is zijn boek toch vooral een boodschap aan zijn protestantse geloofsgenoten?

Wanneer je deze discussies volgt, hoor je mensen al snel de vraag stellen of er een persoonlijke God bestaat. Voor de schrijver van het boek Genesis, die vertelt over Abraham, de eerste lezing van vandaag, is God zo persoonlijk als wat. God spreekt met Abraham, stelt hem vragen, geeft hem antwoord, neemt hem in vertrouwen en kondigt hem aan wat er gaat gebeuren. In dit verhaal is God zo persoonlijk dat Abraham met Hem in een soort handjeklap tot een deal probeert te komen. Op basis van zijn persoonlijke relatie met God hoopt hij het onheil voor Sodom en Gomorra, en met name voor zijn Neef Lot en familie, af te wenden. Abraham is hier bemiddelaar en voorspreker bij God.

Ons probleem is dat als we over een persoonlijke God spreken, we God meteen herleiden naar onze menselijke ervaring van een persoon. God is geen oude man met een lange baard, bovenop een wolk. Toch zegt Jezus dat ze de Mensenzoon zullen zien komen op de wolken des hemels. Het ene moment zegt Jezus: Zeg maar Vader tegen God. Het andere moment zet Jezus: God is Geest. Dan is ineens de voorstelling van een menselijke persoon verdwenen. Wij worden door Jezus uitgenodigd dit brede spectrum van God mee te bezien.

Wanneer ik Carel ter Linden zo beluister, denk ik dat er te weinig filosofie in de opleiding tot dominee wordt gegeven. Juist de filosofie laat in de geschiedenis zien hoe denkers in alle tijden met deze vragen bezig zijn geweest. Carel ter Linden zegt dat hij het geloof in een persoonlijke God heeft verloren door de vraag naar het lijden. Zo lijkt hij een vertegenwoordiger te zijn van de God is dood theologie, die volgde op de Jodenvervolging in de Tweede Wereldoorlog. De vraag hoe God de moord op miljoenen mensen van zijn Volk kon laten gebeuren, werd voor velen een doodlopende vraag. Omdat zij geen goed antwoord vonden, werd God als een persoonlijke God afgeschreven.

Soms verwijten mensen ons dat we God willen redden. Is God niet op zijn minst mede verantwoordelijk voor al dat lijden en al die ellende? God heeft toch de mogelijkheden gemaakt, dan kan God het toch verhinderen? Zij denken zich God als een ultiem almachtige god die met een soort tirannieke willekeur de ene mens redt en de ander laat creperen. Wij hoeven God niet te redden, God hoeft zichzelf ook niet te redden. Niet God gaat verloren als wij niet meer in Hem geloven, het is andersom. Wij gaan verloren als wij niet meer in God geloven. Tweeduizend jaar geleden heeft God in Jezus alle verantwoordelijkheid voor onze zonden en ellende op zich genomen en de kruisdood ondergaan. Zo heeft God zich met ons verzoend in de hoop dat wij ons met Hem verzoenen en met Hem de weg ten leven gaan.

Niet wij maken God tot een persoon. God maakt ons tot personen. Het idee wat een persoon is, zijn wij langzaam gaan inzien, maar in God vindt het zijn volheid. Mede daarom openbaart God zich door Christus en de Heilige Geest als drie in een. Ik moet dan denken aan Psalm 94: 7 En dan zeggen ze nog: ‘Dat ziet de HEER niet, dat dringt niet door tot Jakobs God.’ 8 Kom toch tot inzicht, domsten van dit volk; stompzinnigen, worden jullie nooit wijzer? 9 Hij die ons oren gaf, zou Hij niet horen? Die het oog heeft gevormd, zou Hij niet zien? 10 Hij die volken vermaant en mensen onderwijst, zou niet straffen? 11 De HEER kent de gedachten van de mensen, Hij weet hoe zinloos ze zijn.

De Bijbel leert ons dat wij geschapen zijn naar Gods beeld en gelijkenis; niet dat wij God geschapen hebben naar ons idee. Dit inzicht is fundamenteel. God heeft ons tot bestaan geroepen, en doet dat nog steeds. Ons probleem is dat wij een beeld van God willen maken dat we daarna kunnen analyseren en beredeneren. Vervolgens willen we God ter verantwoording roepen voor het feit dat we bestaan, voor het feit dat er ellende is en ziekte. En als we er niet uitkomen blijft er van God niet veel méér over dan een ethisch appel, dat ons toevallig in onze evolutie is aangewaaid.

God is Persoon, wij moeten Persoon worden. In de kiem zijn wij persoon vanaf de eerste celdeling, omdat God ons vormt naar zijn beeld en gelijkenis. Zoals Hij ons vormt in de moederschoot, zo vormt Hij ons in de opvoeding, in de studie en in het maatschappelijk leven. In die wonderlijke evolutie van het leven is de mens niet gevormd door toeval, maar door Gods roepen. De mens is pas mens geworden, inclusief zijn denken en redeneren, door het besef dat God bestaat. Dat heeft hem boven het dierlijke leven uitgetild. Juist die eerste stap naar het transcendente is de basis geworden van de geestelijke ontwikkeling van de mens en heeft zijn brein gestimuleerd tot verdere groei. Wanneer de mensheid in de eenentwintigste eeuw zich gaat beperken tot wetenschap, in de illusie dat het wetenschappelijk denken de echte ontwikkeling is, dan zet de mensheid een stap terug in de evolutie en herleidt zichzelf tot geavanceerde gereedschapsgebruikers.

Jezus zegt: Vraagt en gij zult verkrijgen. Laten we om geloof vragen en om inzicht. Of moeten we eerst vragen om een nederige geest, want zonder dat maakt het geloof geen kans. Amen.

Voorbede

Wij bidden als kinderen tot God onze hemelse Vader.

Wij bidden voor alle mensen die God zoeken, dat ze zich niet laten ontmoedigen door het geroep van deze tijd, dat zij Jezus voor ogen houden als Gods Zoon. Vragen we om een geest van eenvoud en ontvankelijkheid, opdat we leven in geloof en liefde. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor onze samenleving, wij vragen om openheid voor het mysterie, het transcendente, voor alles wat ons verstand en de wetenschap te boven gaat. Wij bidden dat juist het mysterie van het leven ons vervult met eerbied voor God onze Schepper en Vader. (Laat ons bidden.)

Wij Bidden voor onze parochie van de H. Augustinus. Wij vragen om innerlijke vrijheid, dat we ons niet gevangen laten nemen door wat anderen zeggen, maar verder gaan op de weg van geloof. Wij vragen om een mentaliteit van navolging van Jezus Christus. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor ouders, kinderen en kleinkinderen. Wij vragen om een geest van uitwisseling en gesprek, van geloofsverdieping en filosofie. Wij vragen ook om een houding waarbij allen de handen uit de mouwen steken en de ander nabij zijn. (Laat ons bidden.)

Back To Top