Ga naar hoofdinhoud

De stem van de hemelse Vader zegt dat wij moeten luisteren naar Jezus, zijn Zoon. Maria, zijn moeder, zegt tegen ons: Doe maar wat Hij je zeggen zal. Luisteren en doen, daar gaat het om, dat is de basis van de navolging van Christus.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van de H. Joannes de Doper (Katwijk) en de H. Willibrord (Oegstgeest), weekeinde van 5 en 6 augustus 2017, om 19.00, en 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2017GVVDHA

Lezingen

E.L: Daniël 7, 9- 10. 13- 14
Psalm: Ps. 97 (96), 1-2, 5-6, 9
T.L: 2 Petrus 1, 16-19
All. Vers. Matteüs 17, 5c
EV: Matteüs 17, 1-9

Homilie

Wie is Jezus? Die vraag staat op de achtergrond van dit Evangelie. Omdat Jezus in onze tijd zo dikwijls wordt getypeerd als gewoon mens, wil ik daar in deze preek wat over mediteren. Ik begin met de vraag: “Wat voor kleed droeg Jezus?” Op iconen draagt Jezus soms mantel van zijn veroordeling, de rode spotmantel die feitelijk zijn koningsmantel werd. Maar wat droeg Jezus gewoon tijdens zijn leven? Bij zijn kruisdood staat er dat er werd gedobbeld om zijn kleed. De soldaten wilden het niet scheuren, omdat het uit een stuk geweven was van bovenaf (Johannes 19,23). Dat kleed, dat Jezus dagelijks droeg was waarschijnlijk een kleed met de crème-witte kleur van wol. Dat kleed werd plotseling stralend wit als het licht.

Over dat kleed is een legende ontstaan dat dit kleed door Maria was geweven. Dat kan en zal waarschijnlijk ook zo zijn, maar de diepere betekenis is toch dat dit kleed zijn Lichaam betekent, zijn Lichaam dat door de heilige Geest was geweven in de moederschoot van Maria, van bovenaf, dat is vanuit de hemel. Zo zei Jezus tegen Nicodemus (Johannes 3,3): “… Ik zeg u: als iemand niet van bovenaf geboren wordt kan hij het Rijk Gods niet zien.” De Evangelist Johannes trekt die gedachte door naar alle mensen die Jezus navolgen (Johannes 1,13): “Zij zijn niet uit bloed noch uit begeerte van het vlees of de wil van een man, maar uit God geboren”. En in de Apocalyps zijn het degenen die het Lam hebben nagevolgd, die in Hem zijn gedoopt en zo hun klederen hebben wit gewassen in het Bloed van het Lam (Openbaringen 7, 9-14).

In Psalm 24 (vers 3 en 4) zingen we: “Wie mag bestijgen de berg van de Heer, wie in zijn heiligdom staan, die rein is van handen en zuiver van hart, die zijn zinnen niet zet op wat kwaad is, zijn evenmens niet bedriegt”. En vandaag horen we: “In die tijd bracht Jezus Petrus, Jakobus en Johannes boven op een hoge berg, waar zij alleen waren. … zijn gelaat begon te stralen als de zon en zijn kleed werd stralend wit als het licht”.

Het is als een hemels visioen, waarin Petrus, Jacobus en Johannes een glimp van de verborgen heerlijkheid van Jezus mogen zien. Die verborgen heerlijkheid is zijn volmaakte zuiverheid naar ziel en lichaam, in woord en gedachte, in doen en laten. Zoals we zingen in Psalm 24: “Wie mag bestijgen de berg van de Heer, … ? Die rein is van handen en zuiver van hart …”

Tegelijk is hier meer aan de hand. Jezus is niet alleen zuiver van hart en in doen en laten, zijn diepste wezen komt uit God voort, komt van bovenaf. Het gezicht van Jezus begint te stralen als de zon. Johannes de evangelist schrijft aan het begin van zijn evangelie: “En het licht schijnt in de duisternis maar de duisternis nam het niet aan”. Hier wordt zichtbaar wat Jezus een andere keer zegt: “Ik ben het licht van de wereld. Wie Mij volgt, dwaalt niet rond in de duisternis, maar zal het licht van het leven bezitten” (Johannes 8,12)

In de Missen door de week konden we de afgelopen dagen verhalen horen uit het boek Exodus. Daarin lazen we dat als Mozes met God gesproken had, zijn gezicht begon te stralen. Mozes deed daarom een doek voor zijn gezicht. Bij Jezus is het de overtreffende trap. Zijn gezicht begon te stralen als de zon. Dit was niet slechts de afglans van Gods Woord op het gezicht van Mozes maar de stralende zon van Gods Woord dat vlees geworden is. Dit is het Licht dat leven is. Ooit zei Jezus tegen de bevolking die zich niet bekeerde: Hier is meer dan Jona, hier is meer dan Salomo. Zo kunnen we nu met de leerlingen zeggen: Hier is meer dan Mozes, hier is meer dan Elia.

Ik begon met de vraag: Wie is Jezus? Er zijn er maar twee die daar antwoord op kunnen geven, dat is zijn Vader en dat is zijn moeder. Vandaag openbaart de hemelse Vader dit aan de leerlingen en aan ons, als Hij zegt: “Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn behagen heb gesteld; luistert naar Hem”. Mozes en Elia verdwijnen naar de achtergrond. Toen de leerlingen hun ogen opsloegen, zagen zij niemand dan alleen Jezus. Er is dus geen twijfel over wie de Vader bedoelt. Jezus is mijn Zoon, naar hem moeten jullie luisteren. De verheerlijking op de berg wordt door de Evangelist Johannes in zijn evangelie niet vermeld. Hij zag dit al eerder gebeuren, bij de bruiloft van Kana. Daar zegt de moeder van Jezus tegen de dienaren (Johannes 2,4): “Doe maar wat Hij u zeggen zal”. Zo openbaarde Jezus te Kana in Galilea zijn heerlijkheid.

Vandaag horen we aan het slot dat Jezus zijn leerlingen op het hart drukt: “Spreek met niemand over wat jullie hebben gezien, voordat de Mensenzoon uit de doden is opgestaan”. Als Jezus afdaalt van de berg, net als Mozes dat ooit deed met de stenen platen van Gods Verbond, treft Jezus daar beneden mensen aantreffen die niet of te weinig geloven, zelfs zijn leerlingen. Zijn Licht straalt in de duisternis, maar de duisternis kan het licht niet aan. Pas als Jezus uit de doden is verrezen, zullen de leerlingen de betekenis begrijpen van wat hier gebeurd is, en zullen ze weten wie Hij is. Dan zullen ze ook de kracht ontvangen om van Hem te getuigen, ja zelfs met hun bloed. De stem van de Vader sprak: “Dit is mijn Zoon, de Welbeminde, in wie Ik mijn behagen heb gesteld; luistert naar Hem”. Dat is ook waarvoor wij hier in de kerk zijn, om naar zijn Woord te luisteren en vervolgens in de praktijk te doen wat Hij heeft voorgedaan. Dat is: De naaste lief te hebben en te dienen en zo onze kleren wit te wassen, om zuiver te worden naar ziel en lichaam en zo te getuigen dat Hij het Licht van de wereld is, Jezus Christus, onze Heer. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die ons uitnodigt naar zijn Zoon te luisteren.

Wij bidden voor de Kerk, dat alle gelovigen luisteren naar de Zoon, dat ze zijn Woord ter harte nemen en Hem navolgen in heel hun doen en laten. Wij bidden bijzonder voor alle ambtsdragers in de Kerk, dat zij als eersten zijn Woord in de praktijk brengen in eenvoud en soberheid, in naastenliefde en trouw. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze wereld. Dat de glans van aardse schoonheid mensen niet afleidt van de glans van Gods Woord. Dat het kunstlicht van de wereld mensen niet verleidt en van God wegvoert. Dat bij alle mensen van goede wil de ogen en oren open gaan om het gelaat van Christus te zien en zijn Woord te horen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen. Dat wij samen in eenvoud leren doen wat Jezus ons voorhoudt, dat ook wij meer en meer kinderen van God worden, kinderen van zijn welbehagen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, wij vragen dat de glans van Christus’ aanwezigheid onze huizen mag verlichten, zodat groten en kleinen met concrete daden van goedheid een licht mogen zijn voor de naasten. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top