Ga naar hoofdinhoud

Het alledaagse, wat zo eigen is als eten en drinken, slapen en opstaan, dat is niet wat het lijkt te zijn. Dat is een wónder, dat is vreemder dan je denkt, oneindig bijzonder. Zo aards en toch zo van de hemel.

Eucharistieviering in de parochie te ‘s-Gravenzande (voor alle kerken van de HGMP), door pastoor Michel Hagen.  A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2003DHJ27B

Lezingen

Afwijkende lezingen gekozen voor Oogstdankdag. (zie zondag 11, jaar B)

E.L.: Gal. 5, 22-25 en 6, 6-10
Ev.: Mc. 4, 26-33

Homilie

“Dank voor het wonder van de natuur.” Wanneer ik over dit thema nadenk, vandaag op Oogstdankdag, dan gaan mijn gedachten al snel meerdere kanten op. Want als je spreekt over het wonder van de natuur, dan heb je het niet alleen over de producten uit de kassen van het Westland of zoveel andere producten die hiervandaan de hele wereld overgaan, dan heb je het natuurlijk over veel meer.

Als ik een kind zie spelen dat een vlinder probeert te vangen, of dat vol verwondering kijkt naar een rups in een doosje, als je mensen ziet genieten van jonge poesjes of jonge hondjes, van een jong veulen of een kalfje, van jonge lammetjes en geitjes, dan is dat niet alleen maar vertederend, het heeft te maken met die oergevoelens van leven en levensdrang. Jong leven vraagt bescherming. En de bereidheid om die bescherming te bieden komt spontaan in je hart op.

Het thema voor deze viering heeft natuurlijk een diepte die we graag verder willen onderzoeken. Het wonder van de natuur. Twee woorden, wonder en natuur. Eerst het tweede, ‘natuur’, zo alledaags, zo aards, zo dichtbij en vertrouwd als je eigen lichaam als wind en regen, als vallende bladeren in de herfst. Natuur, met zijn schitterende cirkelgang van sterven en opnieuw tot leven komen. Het andere is ‘wonder’, zo ver weg, zo onwerkelijk, zo van boven, uit de hemel, alles doorbrekend, ongrijpbaar, niet van ons mensen maar van God, mysterieus en moeilijk te begrijpen. Die twee woorden zijn bij elkaar gebracht, het wonder ….. van de natuur.

Oftewel, dat wat zo alledaags is, wat zo eigen is als eten en drinken, slapen en opstaan, dat is niet – wat het lijkt te zijn. Dat is een wónder, dat is vreemder dan je denkt, oneindig bijzonder. Zo aards en toch zo van de hemel.

Het sterkst voel ik dit bij jonge ouders als ik een doopgesprek met hen heb. Dan gebruiken jonge mensen spontaan het woord ‘wonder’. Dan kunnen ze ademloos naar hun eigen kind kijken, zien hoe het vredig slaapt, hoe het begint te lachen, vader en moeder gevoelens worden wakker. Maar ook de geboorte zelf ervaren ze, met alle pijn, moeite en spanning als een wonder.

Het is goed om hier een keer bij stil te staan, bij het wonder van het gewone. Want dan komen we dichter bij de taal van Jezus. Jezus zag in al de gewone dingen, hoe zijn Vader aan het werk is. En kijkend naar de natuur, herkent Hij hoe God het in het geestelijk leven doet, hoe God de grote plannen uitvoert. In het werk van de boer op het land, in de tuin waar een mosterdboompje groeit, overal herkent Hij de hand van zijn Vader.

Oogstdankdag wordt ook wel dankdag voor het gewas genoemd, maar we zouden het ook ‘dankdag voor de gave van het leven’ mogen noemen. Want als ik luister naar de lezingen en hoor over de vruchten van het land, dan denk ik, zou er ook niet een dag moeten zijn dat ouders komen danken voor hun kinderen, dat kinderen komen danken voor hun ouders? Dat mannen komen danken voor hun vrouwen en vrouwen voor hun mannen? Een dankdag voor het leven, om stil te staan bij wat we zijn en ons niet blind te staren op wat we hebben of niet hebben. Dankdag voor het leven, als een dankdag om God Zelf, dank voor het licht van de zon, de lucht die we ademen, het water, het brood, het dak boven je hoofd, de baan die je hebt. Dankdag, juist ook omdat we weten dat er nog duizenden en miljoenen zijn zonder dak, zonder dagelijks brood, zonder baan, zonder man of vrouw, zonder kinderen.

De lezingen van vandaag kunnen ons helpen om de diepte in te gaan, verder te kijken. En dat is goed, want wij moderne mensen worden soms lui. Het mag allemaal niet te moeilijk zijn, het moet een beetje licht blijven, niet te zwaar. Het niveau van de doorsnee televisieprogramma’s, de beknoptheid van krantenartikels, de luchtigheid van de roddelbladen, en de nietszeggendheid van de spelprogramma’s. Maar als je nooit verder komt dan dat niveau, als je nooit een stukje verder kijkt, dan mis je veel, heel veel.

Jezus ziet in het werk van de boer op het land, hoe in het zaad groeikracht zit. De man weet niet hoe! En hoeveel wij anno 2003 ook weten over nucleïnen, aminozuren, genen en chromosonen, het wonder dat erachter steekt blijft ongrijpbaar. Ook in onze tijd mogen wij ons verbazen net als die boer in de tijd van Jezus, omdat het zaad ontkiemt, want hij weet niet hoe.

Dat gebeuren draagt Jezus over op het Rijk van God. Die zaadkorrels van Gods Koninkrijk, zijn uw daden van liefde en vertrouwen, dat zijn mensen als kinderen van geloof, dat is trouw en geduld, vrede, zachtheid en ingetogenheid, alles waarin Gods Geest aan het werk is; zaadkorrels van Gods koninkrijk.

Twijfelt u wel af en toe aan de kracht van de liefde? Denkt u wel eens, nu moet ik maar hard zijn, nu moet ik maar even de liefde vergeten, nu moet ik maar eens geweld hanteren, nu moet ik maar eens de botte bijl gebruiken. Denkt u wel eens: ‘Goed zijn, geduldig zijn, trouw zijn,’ wat bereik ik ermee? Maar dat zijn juist de zaadkorrels met kiemkracht van Gods koninkrijk. Let wel, de tegenstander heeft ook zaad, en ook dat heeft kiemkracht. Ongeduld, kortzichtigheid, haat, argwaan, angst, wantrouwen en roddel, of juist hoogmoedigheid, jaloersheid, eigendunk en eigenbelang. Je kunt het rijtje zo lang maken als je wilt, ook dat is zaad en ook dat schiet op en draagt vrucht en plant zich voort.

Hoe doorbreek je dat? Kwekers weten daar alles van. Je moet goed zaad selecteren. Heel secuur zijn, daar zijn aparte instanties voor. En zaad vraagt goede aarde, voldoende zon, water en voeding. Beschutting tegen storm, wind, hagel en stortregens. Alles op zijn tijd. Met de kassen weten we beter dan ooit hoe je in een goed milieu optimale vruchten kunt oogsten.

Is het dan niet vreemd dat we in onze leefwereld vaak ramen en deuren open hebben voor alle invloeden die je maar kunt bedenken? Voor ieder van ons geldt dat als we vruchten willen dragen, we de goede zon nodig hebben, het goede water en de goede voeding. En is dat niet de reden dat we hier zijn?

Oogstdankdag. Geloven in de kiemkracht van het goede en je inzetten om de goede omgeving te scheppen, zodat het goede zaad kan ontkiemen. Dat is een uitnodiging aan gezinnen, aan werkgevers en scholen, aan clubs en verenigingen. Kijken met de ogen van Jezus en zien dat in al dat kleine iets van Gods koninkrijk aan het groeien is. Moge naast de zichtbare vooral ook de onzichtbare vruchten hier op het altaar komen, vruchten van goedheid, liefde, geloof en vertrouwen, zoveel goeds dat teken is van het wonder van de natuur, wonder van Gods schepping, wonder van Gods Koninkrijk, wonder van het Leven. Amen.

Back To Top