Ga naar hoofdinhoud

Wat is nu het specifieke, het meest bepalende van het Christendom, van onze Kerk?

Eucharistieviering in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, weekeinde van 5 en 6 januari 2002, 19.00 en 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2002OPENB1A

Lezingen

E.L: Jes. 60, 1-6
T.L: Ef. 3, 2-3a. 5-6
EV: Mt. 2, 1-12

Homilie

Wat is nu het verschil tussen Jodendom en Christendom? Of tussen Islam en Christendom? Of tussen Boeddhisme en Christendom? Wat is het verschil met het Hindoeïsme, het Taoïsme of het Confucianisme? Andersom gevraagd, wat is nu het specifieke, het meest bepalende van het Christendom, van onze Kerk?

Als ik dat zo aan u zou vragen, dan zouden de meesten natuurlijk meteen het goede antwoord hebben, maar enkele verkeerde antwoorden zouden ook hoog scoren. Wat is het meest eigene? Sommigen zullen zeggen: de paus, want die houdt de boel bij elkaar. Anderen zullen zeggen de dogma’s, want die geven de grenzen aan van wat wel of niet bij het geloof hoort. Weer anderen zullen zeggen, de geloofsleer met de catechismus, of het Evangelie of de Bijbel. Misschien zeggen weer anderen de heiligen of de liturgie. Mensen zullen zeggen: goed zijn voor elkaar of vergeving.

Wat zou u zeggen? Het antwoord ligt zo voor de hand, dat velen er niet aan denken. Toch is het van wezenlijk belang. Het meest eigene is Christus. Daarom heet het Christendom.

Waarom deze vraag aan het begin van deze overweging? Omdat het vandaag feest is van Driekoningen, of anders gezegd, met de officiële benaming: Openbaring des Heren.

Het is goed om je bewust te zijn dat Christus het wezenlijke verschil is tussen het Jodendom en de kerk. Zij kennen wel een messiasverwachting, een christusverwachting, maar Jezus erkennen ze niet als de Christus. Zo ook het verschil tussen Christendom en Islam. Zij kennen Jezus wel als profeet, maar niet als de Christus, als Messias. Met alle religies is Jezus het grote verschil, alle andere verschillen komen daarna.

Soms lijkt dat we ons dit zelf niet meer bewust zijn. Wat maakt het uit of je het over Boeddha of over Mohammed of over Confucius of over Jezus hebt. Je neemt gewoon van ieder de beste uitspraken. Weg met de verschillen. Waarom houden we zo sterk vast aan Jezus? Waarom niet alles in een grote ketel, roeren en hup daar heb je de nieuwe religie voor de volgende 1000 jaar.

Dat is al honderden keren geprobeerd. De meest bekende poging in onze tijd was de New Age. Er zijn al talloze boeken die proberen als een soort Readers Digest, alle mooie uitspraken uit alle religies bij elkaar te zetten. Interessante boeken, leerzaam en waardevol. En toch houden wij onze Bijbel, houdt het Jodendom haar Bijbel en houdt de Islam de Koran. Maar boven de Bijbel staat Jezus. Hij is het wezenlijke verschil.

Onze kracht is tegelijk ons probleem in de onderlinge toenadering. Onze kracht is Christus, maar Hij is voor andere religies dikwijls de steen waaraan zij zich stoten.

Het feest van vandaag heet Openbaring des Heren. Wijzen, magiërs uit het Oosten zoeken de koning van de Joden. Ze vinden een kind in een kribbe, een kind en zijn moeder. Neerknielend brengen zij dit kind hun hulde, alsof ze eindelijk ook hun eigen koning hadden gevonden. Waarom gaan zij eigenlijk op zoek naar de koning van de Joden? Waarom zoeken zij niet de koning van de Perzen, of van Afrika, of van Europa?

Het verhaal zoals Matteüs het ons vertelt schetst deze wijzen als echte zoekers, niet naar zomaar een koning, maar naar de koning van heel de schepping. Die wordt zichtbaar aangewezen door een ster. Een ster die over de grenzen van alle landen en alle godsdiensten heen straalt en die hen door alle landen en over alle grenzen heen de weg wijst. Niet naar een koning van een land, maar naar de koning. De Joden zijn hier duidelijk bedoeld als het volk van God. De koning van de Joden is daarom de koning die regeert namens God.

Drie wijzen, magiërs, astrologen, wetenschappers uit de oudheid, wiskundigen, filosofen, knappe koppen, zij zoeken oprecht. Waarom zeggen zij niet, ach wat maakt het uit. De koning van de Perzen of van de Romeinen of van de Joden. Waarom is Jezus voor hen zo belangrijk en nemen zij geen genoegen met koning Herodes of met wie dan ook?

We weten weinig van hen, maar ze worden geschetst als echte zoekers en met hun kennis en wijsheid zijn ze deze ster op het spoor gekomen. Het zijn echte wijzen. Want ze blijven niet verstrikt in hun wetenschap. Niet die ster is hun god, niet de sterrenhemel, niet hun enorme kennis, waarmee ze ook macht kunnen uitoefenen, nee, het zijn echt grote mensen, hun kennis zet hen op de weg naar God. De tekenen die zij zien, brengt hen niet van de wijs, ze blijven niet hangen bij zichzelf, alsof zij de wijsheid in pacht hebben, nee, hun kennis is een hulpmiddel om de weg te vinden die hen bij Christus brengt.

Er is in onze tijd een soort schroom, een soort schaamte en verlegenheid gegroeid om blij en enthousiast te spreken over Christus, over hoe bijzonder Hij is, dat Hij de enige is die helemaal God is en helemaal mens, zodat je kunt zeggen: ‘Jezus is God’ en ‘Jezus is Mens’, terwijl je beide keren gelijk hebt. We zijn Jezus in het rijtje gaan zetten van al die wijsheidsleraren, met voor onszelf misschien een voorkeur voor Jezus, maar we durven nog maar amper voor Hem op te komen als volkomen uniek en alles overtreffend.

Op deze feestdag gaan we weer in de leer bij deze drie wijzen, drie zoekers. Het is schitterend dat hun zoektocht eindigt bij een kind en zijn moeder. Het is fantastisch dat zij God vinden in een huis, waarin een moeder haar kind verzorgt en voedt. Hun wetenschap komt tot een hoogtepunt in dat wat heel alledaags is, heel gewoon. Hebben ze daarvoor zo’n lange weg moeten afleggen, is dat de zoektocht van hun leven, is dat het waar hun kennis en inzicht hen brengt?

Het is ook voor ons een les. Jezus is uniek. Maar Hij is tegelijk zo gewoon, dat je moet oppassen dat je Hem niet over het hoofd ziet. Hij is God met ons. De volmaakt Andere, en tegelijk zo gewoon, zo eigen, zo vertrouwd.

Mogen we op het feest van Driekoningen zelf weer wat meer groeien in het besef van het bijzondere van Christus. Niet om ons af te zetten tegen anderen, maar om ons die ongelooflijke rijkdom van ons geloof bewust te worden. Die rijkdom kunnen we dan met hen delen die in andere religies andere rijkdommen hebben, maar dit bijzondere missen. Dan wordt Hij alles in allen. Dan wordt de wereld één. Dan is Gods Koninkrijk begonnen. Amen.

Back To Top