Ga naar hoofdinhoud

Op tweede Pinksterdag vieren we nog steeds het feest van de Heilige Geest. Tegelijk worden we ons bewust dat we een zending hebben, de Heilige Geest stuurt ons eropuit.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van de H. Willibrord (Oegstgeest), 5 juni 2017, om 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2017TMPHPI2A

Lezingen

E.L: Handelingen 19, 1b-6a
Psalm: Ps. 104 (103),1ab, 24, 17-18, 30-31
T.L: —
All. Vers. Johannes 14, 16
EV: Johannes 14, 15-17

Homilie

Op Het Pinksterfeest, sprak ik in mijn preek over de geboorte van de Kerk, de Kerk, het Lichaam van Christus en het volk van God. Ook sprak ik over hoe belangrijk de Kerk is in Gods ogen. Jezus bouwt de Kerk als een huis, op Petrus, de rots en stelt Petrus aan als een herder voor zijn kudde. De Kerk heeft geen aardse, menselijke of natuurlijke oorsprong, zoals ook Jezus Zelf zijn oorsprong in God heeft. Het belang van de Kerk zit erin dat God door de Kerk de mensheid te hulp komt en redding biedt. De wereld kan zichzelf niet redden. God wil zijn reddingsplan met de mensheid voortzetten door de Kerk.

Daartoe geeft God zijn Geest aan de Kerk. Er is maar één Geest die ongeschapen is, die niet vanuit de schepping komt, dat is God de heilige Geest, de Geest van de Vader en de Zoon. Buiten de heilige Geest, zijn er nog talloze geesten. Natuurlijk de door God geschapen geesten, heilige engelen en gevallen engelen. Daarnaast de geesten die hun ontstaan in de schepping vinden, zoals de menselijke geest, maar ook de tijdgeesten, geesten die door mensen in het leven worden geroepen, ideologieën en meningen die het karakter van een geestelijke werkelijkheid krijgen en macht uitoefenen op de mensen.

Omdat deze wereld zichzelf niet kan redden, heeft God zijn Zoon gegeven. Gods reddingsplan is al begonnen bij Adam en Eva. God heeft zijn reddingsplan vorm gegeven in het Volk Israël, met de wet van Mozes en met de verbonden, met de profeten, de psalmen en de tempel-liturgie. De wereld kan zichzelf niet redden omdat zij zich in het begin, dat betekent in haar wortel, van God heeft afgekeerd en in eigenmachtigheid zelf het heil wil realiseren, zonder God. God wil de wereld verlossen van die mentaliteit. Dat wordt zichtbaar in Jezus Christus. Daartoe sticht Jezus zijn Kerk midden in de wereld. Zo noemt onze paus de Kerk ook graag een veldhospitaal, dicht bij de mensen.

Het belang van de Kerk zit hierin dat God zijn reddingsplan wil voortzetten in de Kerk, als Lichaam van Christus in de tijd, zijn mond, zijn handen en voeten, om de Blijde Boodschap te blijven verkondigen en het goede te doen dat God voor de Kerk heeft bereid en om onder de leiding van de heilige Geest de weg door de tijd te gaan naar de voltooiing die God voor ogen staat. Die Kerk in het groot en in het klein is Gods instrument van redding, anders gezegd: een instrument , een middel tot heil, tot heel maken, tot bevrijding, verlossing. Ook wij zijn dus instrument in Gods hand tot redding van de wereld.

Vergelijken we dat met gewone voorbeelden. De reddingsbrigade aan het strand in Katwijk of Wassenaar. De leden van de reddingsbrigade worden getraind, ze moeten waakzaam zijn, ze moeten de juiste middelen hebben, ze geven hun tijd, dikwijls vrije tijd. Ze volgen cursussen, jaar in, jaar uit, herhalingscursussen, want ze moeten de ontwikkelingen bij houden. Ze staan daar niet voor zichzelf aan het strand, al kunnen ze op een rustige dag ook best genieten van het mooie weer, maar ze zijn daar voor anderen.

Of neem de brandweer, soms gaat het alleen om een gebouw, maar soms gaat het ook om mensenlevens. Zij moeten weten wat een brand is, wat wel kan en wat niet kan. Ook zij worden getraind en moeten zich blijven oefenen, ook zij gaan op herhaling en moeten paraat staan voor de onverwachte momenten dat een situatie zich aandient.

Wat voor voorbeeld we ook bedenken voor mensen die de taak hebben anderen te redden, altijd is er de vorming en training, de oefening, de opfrissingscursus, de waakzaamheid en de inzet waarbij het gaat om de naaste in nood.

Iemand van de reddingsbrigade moet eerst zelf goed leren zwemmen. Hij of zij moet de gevaren van de zee kennen. Iemand van de brandweer moet verschillende soorten branden kennen en weten hoe branden geblust moeten worden en hoe je de gevaren kunt trotseren om iemand uit het vuur te redden.

Toen Jezus zijn leerlingen riep, zijn ze bij Hem in de leer gegaan, drie jaar lang. Meer tijd kreeg Jezus niet, langer had Hij ook niet nodig. Jezus zond tijdens zijn leven zijn leerlingen uit in praktijkstages en ze kwamen vol vuur terug, toen ze zagen wat het resultaat was van de Blijde Boodschap van Jezus, en toen ze merkten hoe heilzaam hun genezende handelingen waren, waarbij ze begrepen hoe dit woord en dit werk elkaar ondersteunden.

Dan de Kerk van nu; wij staan in hun voetspoor. Allemaal samen lopen we in de navolging van Christus. Iedere gedoopte is geroepen om eerst zelf gered te worden, om bevrijd, genezen, geheeld te worden, in relatie met God en de naaste. Dat is de eerste fase. Die hebben de leerlingen, de apostelen en de vrouwen die meegingen, zelf heel concreet ondervonden. Vergeving en genezing. De sleutel van de redding zit hem in de werken van de vergeving.

Daarna kregen zij hun zending om de wereld in te gaan. Om te leven als geredde mensen, vrij in de wereld, als lammeren tussen schapen, in de vrijheid van de kinderen Gods. Gebonden aan het woord van Christus, gebonden in zijn Nieuwe Verbond, staan zij vrij in de wereld, om in de wereld het reddende werk van Christus voort te zetten. Dat is de vitale kerk die God voor ogen staat. Daartoe heeft Hij ons geroepen en uitgezonden. Daartoe geeft Hij de heilige Geest op dit Pinksterfeest; aan u en mij. Amen. Alleluia.

Voorbede

Bidden wij op dit Pinksterfeest tot God, onze hemelse Vader.

Wij bidden voor de Kerk; wij vragen om de heilige Geest, dat God opnieuw zijn Geest zendt, om in de harten het vuur van Gods liefde te ontsteken, we bidden om de geest van wijsheid en onderscheiding, de Geest van kracht en moed. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze samenleving, in deze dagen bijzonder voor de politiek, dat gezond verstand het wint van partij-ideologie, dat menselijke waardigheid het wint van korte termijn winst, dat de goede krachten zich bundelen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochiegemeenschap, wij vragen om het vuur van de heilige Geest, vuur in onze liefde, vuur in onze moed, vuur in onze hoop, vuur gepaard aan wijsheid en geduld, vuur in onze kracht om vol te houden en staande te blijven in deze wereld. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, wij bidden dat de taal van Gods liefde; Gods Blijde Boodschap, een nieuwe eenheid schept in de gezinnen, met een nieuwe zingeving, die bevrijding en redding brengt. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top