Ga naar hoofdinhoud

Twee kerstverhalen voor kinderen: over de stem van Christus blijven horen. Ik wens u dat Zijn stem in uw binnenste blijft spreken. Dat u kracht vindt de goede keuzes te maken. En met zijn hulp teleurstellingen overwint. Zalig Kerstfeest.

Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, 24 december 2002 om 19.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2003KERSTNACHT1BGEZIN

Lezing

EV: Luc. 2, 1-14

Homilie

Kennen jullie het verhaal van de herdersjongen Juda, die hoorde dat er een grote koning geboren zou worden? Ik zal het in het kort vertellen. Engelen zingen ervan en alle herders gaan kijken. Zelfs koningen komen op bezoek. Juda hoort ervan en vindt het heel spannend. Hij kan er haast niet van slapen. Dan gaan ze op pad. Hij mag met zijn vader en de andere herders mee. Hij denkt aan de grote stad Jeruzalem. “Pap, gaan we daarheen? Dat is toch de stad van de grote koning?” “Nee jongen, de engel wees ons naar Bethlehem.” Dan komen ze in de buurt van Bethlehem. Juda ziet een mooi en groot huis. “Kijk pap, daar zal het wel zijn”. “Nee jongen, we moeten naar het veld toe, waar de herders zijn.” “O”, zegt Juda. Hij denkt: “Wat gek, het is toch een grote koning?” Maar niet in die grote stad Jeruzalem en ook niet in dat mooie huis. Juda vindt het al wat minder spannend en is al wat minder enthousiast. Als ze dan uiteindelijk bij een oude vieze stal komen, waar een os en een ezel staan en waar de schapen rondlopen, dan denkt hij: “Is dit nu alles?”

Thuis hebben ze zelf veel meer schapen en wel tien ossen en drie ezels. En deze vieze stal is heel oud, lang niet zo mooi als hun eigen stal. Thuis had hij zijn mooiste herdersstok meegenomen voor de nieuwe koning, misschien zou hij die willen gebruiken als hij eens groot is. Maar nu wil Juda hem niet eens meer geven. Hij kijkt om de hoek van de deur. Daar zit een mevrouw met een klein kindje, en een meneer. De vader van Juda gaat naar binnen en maakt een eerbiedige buiging. Ook de andere herders gaan naar binnen. Ze gaan op de grond zitten rond het kindje in de kribbe.

Dan ziet Juda dat de mevrouw omkijkt, heeft ze hem misschien gezien? Snel glipt hij weg achter de deur en loopt naar buiten. Ze zag er wel lief uit die mevrouw. Maar Juda is boos. Dat is helemaal geen koning, denkt hij, dat is een gewone baby. Dan hoort hij dat de baby begint te huilen. Dat is helemaal vervelend, huilende baby’s. Hij stopt zijn oren dicht, maar het is net alsof hij toch die baby nog hoort huilen. Juda wil weg lopen, maar hij voelt dat het kindje hém roept. Met zijn stok in de hand loopt hij zachtjes de stal in, tot vlak bij het baby’tje. En als hij zijn cadeau in het kribbetje legt, houdt het kindje op met huilen.

Juda begint te lachen. “Hij wilde dat ik ook kwam”, zegt hij, “hij wilde graag mijn cadeau hebben”. “Mag ik hem een kusje geven?” Het mag en het kindje lacht terug. Juda gaat erbij zitten en kan niet ophouden met kijken. Dus een koning hoeft niet in een paleis te wonen. En een koning hoeft geen dure kleren te hebben. Als Hij later groot is, vraag ik of in Hem mag helpen. Want dit kindje Jezus wordt zeker de allerbeste koning.

Nu heb ik nog een tweede verhaal voor jullie, maar eerst nog iets over Juda. Onze herdersjongen was eerst teleurgesteld, maar die stem van het kindje, zo klein als Hij is, drong heel diep door bij Juda. Hij stopte nog zijn oren toe, maar hij bleef de stem van het kindje horen. Dat vind ik bijzonder. De stem van Jezus kan heel diep van binnen klinken. Zo ken ik nog een ander verhaaltje, dat gebeurde een poos geleden in een parochie waar de kinderen van de eerste Communie gewend waren om iets van alle cadeautjes weg te geven aan een goed doel.

Judit deed mee met het communieproject. “Zo Judit”, zei de juf, “wordt het een groot feest?” “Ja, juf, we hebben uitnodigingen gemaakt en opa en oma komen”. “En”, zei de juf, “doe je ook mee met het goede doel? We geven deze keer geld aan de kinderen van Roemenië”. “O ja hoor”, zegt Judit, en even zit zij te rekenen. Hoeveel zal zij krijgen van de visite, vraagt ze zich af. Misschien geven ze allemaal wel één Euro. Dan krijgt zij ……, even telt zij op haar vingers, dan krijgt zij misschien wel twintig Euro. “Ik weet al wat ik geef”, zegt ze. “Juf ik geef de helft van het geld dat ik krijg”. “Zo”, zegt de juf, “Judit, dat vind ik heel wat”.

Als de grote dag aanbreekt gaan ze met zijn allen naar de kerk. Het is vrolijk en ook plechtig en de pastoor had gezegd, als je de Communie hebt ontvangen, probeer dan even te praten met Jezus. Dat had Judit gedaan en in haar gebed had ze tegen Jezus gezegd: “Jezus, dank u wel voor deze mooie dag. Ik geef straks de helft van het geld aan de kinderen in Roemenië”.

Dan komen ze thuis. Opa geeft tien euro en oom Jan geeft vijf Euro. En andere visite geeft ook nog. Ze krijgt allerlei cadeaus, en het wordt reuze gezellig. ‘s Avonds telt Judit het geld en het is ‘zestig Euro’. Daar schrikt ze van. Had ze niet tegen Jezus gezegd dat ze de helft zou weggeven? Maar dit is veel meer dan ze had gedacht. Dan zou ze nu wel dertig euro moeten geven. Judit vindt het reuze moeilijk. ‘s Avonds in bed denkt ze eerst dit en dan weer dat. Als ze denkt: “Ik koop een nieuw computerspel van 50 Euro”, dan is ze even blij, maar als ze dan weer aan Jezus denkt, wordt ze bedroefd. Maar als ze denkt: “Ik doe het gewoon, ik geef de helft en ik koop wel een kleiner spel, want de kinderen in Roemenië hebben helemaal geen computerspelletjes”, dan voelt ze dat Jezus blij is. Daarna valt ze in slaap, en ‘s morgens weet ze precies wat ze zal doen. Het was wel lastig om te kiezen, maar, dacht Judit, dat spel komt wel. Alleen met Jezus erbij, ben ik pas echt blij.

Woordje aan het einde van de viering:

De twee verhalen waren natuurlijk niet alleen voor de kinderen. Het ging ook niet alleen over wel of niet ruimhartig geven. Het gaat ook bij volwassenen, net als bij de herdersjongen om de stem van Christus in ons hart, in ons geweten. Het gaat om keuzes die we maken en om teleurstellingen die we overwinnen. De herdersjongen Juda bleef de stem van Jezus horen en ook Judit bleef de stem van Jezus horen. Ik wens u dat Christus zo geboren wordt in uw leven, in uw hart, dat zijn stem in uw binnenste blijft spreken, dat u kracht vindt de goede keuzes te maken. En met zijn hulp teleurstellingen overwint. En die gedachte van Judit vond ik wel een passende kerstgedachte: “met Jezus erbij, ben ik pas echt blij”. In dat perspectief zeg ik u allen: Zalig Kerstfeest.

Back To Top