Wanneer onze geest vrij wordt door Christus, door Gods genade, dan mogen wij de kracht vragen dat God niet alleen onze bedoelingen en verlangens zuivert en inspireert, maar dat dit ook doorwerkt in heel ons menselijk bestaan, in ons doen en laten; dat we de kracht krijgen het goede te willen en het goede te doen, naar de maat van Christus; ook ons lichaam mag delen in die vrijheid, heel de mens wordt verlost.