Petrus gebruikt het beeld van de steen voor Jezus en voor ons. Jezus is de levende steen. Hij is de hoeksteen van het hele bouwwerk. Hij is de steen die alles in zijn voegen houdt en waarin alle krachtlijnen samenkomen. Maar ook wij zijn stenen, wij zijn levende stenen en samen met Hem vormen wij een levende, geestelijke tempel.
Jezus is geen medicijn tegen allerlei problemen, Hij is geen tovenaar die jou een lekker leven geeft, geen middel tegen eenzaamheid of economische recessie, geen onverwachte oplossing in onze politiek, Maar, meer nog dan je misschien toegeven wil: Hij maakt het verschil.
Waar wij samen komen in zijn Naam, daar zijn wij Kerk, daar is Hij in ons midden, daar leren we samen van Hem hoe Hij zachtmoedig is. Daar worden wij andere mensen, en gaan wij anders naar huis dan dat we gekomen zijn.
We zijn ontsnapt aan twee verschrikkelijke ideologieën: Het Nazisme en het Communisme. Maar de derde ideologie, daar zijn we ingestonken. We doen er volop aan mee, we geloven er zelfs in, we beroemen ons erop, we voelen ons er superieur door. Zonder dat we het door hebben: Het Materialisme.
Zou het niet geweldig zijn wanneer we naar onze naaste keken met de ogen van Jezus? Dat we in de mensen om ons heen tegelijk ook kinderen van God zien? We kunnen in hun woorden Gods woord horen klinken, wij kunnen in hun daden Gods goedheid zien. Wij kunnen zien hoe God hen ziet, en hoe Hij hen en ons bedoeld heeft. Dan tillen we mensen op naar God en drukken we elkaar niet terug naar de aarde.