Ga naar hoofdinhoud

Hoe gedenken wij onze doden? Christus biedt ons een perspectief dat de scherpe kanten van het afscheid zachter maakt, meer nog; waardoor Hij ons hoop en uitzicht biedt voor onze dierbaren en voor onszelf.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerk van St. Jozef (Wassenaar), 2 november 2018, om 19.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: B2018ALLZB

Lezingen

E.L: Wijsheid 4, 7-15
Psalm: Ps. 23
T.L: 1 Tessalonicenzen 4, 13-14 17b-18
All. Vers. Johannes 11, 25
EV: Johannes 11, 17-27

Homilie

Kunt u haar dat nazeggen? Die woorden van Marta: “Ja, Heer ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods, die in de wereld komt.” Dat geloof van Marta is sterk en kwetsbaar tegelijk. Want als ze met Jezus naar het graf van Lazarus gaan en Jezus zegt daar: “Neemt de steen weg.” Dan zegt Marta een beetje paniekerig tegen Hem: “Hij riekt al, want het is al de vierde dag.” Soms klinken onze woorden vaster dan ze in werkelijkheid zijn. Zo kan het ook zijn bij het overlijden van een dierbare. Je kunt vast geloven, maar dan kan het ook ineens heel kwetsbaar zijn, dan weet je het ineens zo zeker niet meer.

Deze avond van Allerzielen is een speciale avond waarin we de overledenen van het afgelopen jaar gedenken, waarbij we nadenken over het eeuwige leven bij God, waarbij we bidden voor de gestorvenen en ook nadenken over ons eigen leven en sterven. Straks noemen we hun namen. Een naam is iets mysterieus. Jezus noemt God bij zijn meest persoonlijke Naam: Vader. De namen uit het Oude Testament houden hun mysterieuze karakter, je kunt God nooit helemaal kennen. Maar de naam ‘Vader’ biedt meteen een vertrouwelijkheid en geborgenheid waarmee Jezus ons een nieuwe band met God geeft.

Zo zijn er vandaag ook de namen van onze dierbaren. Hun namen staan voorin het boekje; doopnamen, waarmee aan het begin van hun aardse leven hun nieuwe geboorte werd gevierd uit water en Heilige Geest. Achternamen, waarmee hun plaats in de geschiedenis van de familie wordt geschetst. Ze hebben nog andere namen, roepnamen, zo kende je elkaar als broer en zus, als man en vrouw, als opa en oma. Of koosnamen die je alleen spreekt als je samen bent.

De naam is meer dan wat letters in de registers van de burgerlijke stand. Daarom schrijven we hun naam op een gedachteniskruisje. Dat kruisje is een symbool van iets veel groters. Hun namen staan onuitwisbaar geschreven in de palm van Gods hand, in het boek van het leven.

Op Allerzielen gedenken we onze dierbaren niet alleen, we bidden ook voor hen. Al tweehonderd jaar voor Christus werden in het Joodse Volk offers opgedragen voor de gestorvenen. Vooral voor hen waarvan bekend was dat hun leven naar Gods geboden en Gods bedoelingen, nogal wat te wensen overliet. Voor hen lieten ze offers opdragen, want ze geloofden in het eeuwige leven. Dat eeuwige leven is geen automatisme. Het is niet een kwestie van doodgaan en vanzelf daar aankomen. Toen al waren de Joodse gelovigen zich ervan bewust dat het leven geschonken wordt, het aardse leven en het eeuwige leven. God geeft ons het eeuwige leven. Daarom is het passend dat we voor hen bidden, opdat hun namen inderdaad onuitwisbaar geschreven staan in Gods hand. Opdat zij leven omdat God hen liefheeft en hen kent.

Allerzielen is ook een moment om na te denken over de verrijzenis. Jezus zegt in het Evangelie: “Ik ben de verrijzenis en het leven. Wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en ieder die leeft in geloof aan Mij, zal in eeuwigheid niet sterven.” Dat woord is niet alleen van toepassing op onze dierbaren overledenen. Het slaat ook op onszelf. Zo kan Paulus in de tweede lezingen zeggen: “Jullie mogen niet bedroefd zijn zoals de andere mensen, die geen hoop hebben. Wij geloven immers dat Jezus is gestorven en weer opgestaan; evenzo zal God hen die in Jezus zijn ontslapen levend met Hem meevoeren”. Wanneer je een leven leidt in navolging van Jezus, ben je al losgekomen van de dood. De dood heeft geen macht meer over je. Dus je kunt niet op eenzelfde manier bedroefd zijn als mensen die geen hoop hebben omdat ze Christus niet kennen of niet geloven in het eeuwige leven. Jezus zegt dan ook: “In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen. … En als Ik ben heengegaan, kom Ik terug om u op te nemen bij Mij, opdat ook jullie zullen zijn waar Ik ben.”

Het eeuwige leven betekent: Gekend worden door God en ook zelf God kennen. Dat is niet een catechismusles, zelfs niet de Bijbel uit je hoofd opzeggen. God kennen gebeurt alleen door God te ontmoeten, zijn goedheid en liefde te ervaren, naar zijn stem luisteren en doen wat Hij vraagt. Door goed te doen, God en de naaste lief te hebben, werkelijk liefhebben. Alleen zo leer je God kennen. Dat kennen is de kiem van het eeuwige leven. Want wie door God gekend en bemint wordt, deelt in Gods eeuwige leven.

Troost, hoop, perspectief, belofte, geloof, het zijn de woorden die vanavond klinken. Wanneer wij de namen van onze dierbaren noemen, mag dit alles in ons hart zijn. Bij de herinnering en het gemis dat droefheid oproept, klinkt die belofte van Jezus dat wie op hem vertrouwt in eeuwigheid niet zal sterven.

Ik begon met deze vraag: Kunt u haar dat nazeggen? Die woorden van Marta: “Ja, Heer ik geloof vast dat Gij de Messias zijt, de Zoon Gods, die in de wereld komt.” Ook ons geloof is kwetsbaar, net als bij Marta. Zij deinsde terug op het woord van Jezus om de grafsteen weg te halen. Zo kan ons geloof wankelen wanneer we een dierbare verliezen. Daarom is deze avond niet alleen om te bidden voor de overledenen, het is ook bedoeld om ons geloof te versterken, opdat ook wij getroost en gesterkt worden en groeien in geloof dat we eens samen zullen zijn met de Heer en al onze dierbaren. Amen.

Voorbede

Wij bidden in geloof en vertrouwen tot God dat onze dierbaren en ook wijzelf onuitwisbaar geschreven staan in zijn hand.

Wij bidden voor de gestorvenen van het afgelopen jaar. Dat zij alle schaduwen van dit leven achter zich mogen laten en treden in het Licht. Dat zij binnengaan in het huis van de Vader en staan voor Gods aangezicht, dat zij bij Christus zijn en leven in Gods liefde en vrede. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor alle mensen die naamloos zijn gestorven | voor hen die niet de kans kregen te leven | voor hen die het geloof en de hoop op eeuwig leven hebben verloren | voor hen die de weg niet wilden of konden voltooien | bijzonder voor hen die ons gebed nodig hebben, opdat allen tot de voltooiing van hun leven komen. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en parochiekernen. Wij vragen om een waarachtig verrijzenisgeloof, dat we Hem navolgen die de Verrijzenis en het Leven is. Bidden we om de genade van een echte geloofservaring waardoor we God beter kennen, waardoor onze twijfel wordt overwonnen en ons geloof gesterkt. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen; voor allen die het afgelopen jaar een dierbare hebben verloren. Dat het geloof hen helpt het verdriet te verwerken. Dat zij het uitzicht behouden op het leven bij God, waar we eens allen samen zijn met Christus om te leven in Gods liefde. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top