Ga naar hoofdinhoud

Op deze vijfde zondag worden we geconfronteerd met dood en leven. Christus is de verrijzenis en het Leven.

Eucharistieviering in de parochiefederatie H. Laurentius (RRM), in de kerk van de H. Liduina (Hillegersberg) en de HH. Laurentius en Elisabeth (kathedraal), weekeinde van 25 en 26 maart 2023, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door plebaan Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek beluisteren (MP3)

Preek: A2023QDR05AAUFX

Lezingen

E.L: Ezechiël 37, 12-14
Psalm: Ps. 130 (129, 1-2, 3-4ab, 4c-6, 7-8)
T.L: Romeinen 8, 8-11
Vers. Johannes 11, 25a, en 26
EV: Johannes 11, 1-45

Homilie

Kent u het doodsbeenderen visioen van Ezechiël? Dat begint zo: “Gods Geest nam mij mee en zette mij neer in een dal dat vol beenderen lag. Hij leidde mij er in alle richtingen tussendoor, en ik zag hoeveel er over heel het dal wel lagen en hoe dor ze waren. Daarop vroeg Hij mij: ‘Mensenkind, zouden deze beenderen nog tot leven kunnen komen?’ (Ezechiël 37, 1-3). Dan zegt God tegen Ezechiël: “… Mensenkind, deze beenderen zijn het volk Israël. Bij hen leeft de gedachte: Onze beenderen zijn verdord, onze hoop is vervlogen, het is met ons gedaan” (Ezechiël 37, 11).

Herkent u dit? Welke gedachte leeft bij ons? “Onze beenderen zijn verdord, onze hoop is vervlogen, het is met ons gedaan”. Wie is er nog in deze wereld die Gods wil zoekt? Onze eigen kinderen hebben het geloof verloren. Kerken worden gesloten, priesterseminaries sluiten, wie gelooft nog in eeuwig leven? wie gelooft nog in Christus? wie gelooft nog in zijn weg van zachtmoedigheid en gehoorzaamheid aan God de Vader? “… Zal de Mensenzoon bij zijn komst het geloof op aarde vinden?” (Lucas 18, 8).

Als de zon schijnt, als kinderen hun Eerste Heilige Communie doen, als er een gezinszondag is waar leven en vrolijkheid is, dan kan de stemming wat opgewekter zijn, maar wanneer we kijken naar de wereld om ons heen, dan is dat visioen van Ezechiël een trieste hedendaagse werkelijkheid. En toch is dat visioen een boodschap van hoop. God zegt: “Ik ga uw graven openen; in massa’s zal Ik u uit uw graven wegvoeren …”.

Wat is dood en wat is leven? Zoals we ons twee weken geleden konden afvragen wat is dorst en wat is honger en verleden week wat is blind zijn en wat is zien? Nu: wat is dood en wat is leven? Paulus zegt in de tweede lezing: “Als Christus in u is, blijft wel uw lichaam door de zonde de dood gewijd, maar uw geest lééft, …”. Met ander woorden, eens sterft mijn lichaam, eens keert mijn lichaam terug tot de stof waaruit het is genomen, maar als Christus in mij is, zal mijn geest leven door Hem.

Vandaag kinkt door het Evangelie de vraag: Wat is dood en wat is leven? Het begint deze keer met een zieke: “In die tijd was er iemand ziek, een zekere Lazarus uit Betanië, …” Wat doen wij als iemand ziek is? Behalve de dokter of het ziekenhuis, de medicijnen of de therapie, bidden wij voor de zieke, we vragen Gods hulp zodat de zieke zelf het volhoudt en zodat de medici de goede keuzes maken en doen wat ze kunnen. We bidden, we vragen Gods hulp.

Dat gebeurt ook hier. De zussen van Lazarus sturen Jezus de boodschap: “Heer, hij die Gij liefhebt, is ziek.” Wat verwachten zij? Dat Hij komt, hem de handen oplegt, hem geneest en doet opstaan. Dat is wat wij allemaal hopen, dat je niet eens naar de dokter of naar het ziekenhuis hoeft. Maar Jezus wacht. Hij haast zich niet. Hij wacht net zo lang tot Lazarus dood is. Hoe reageren wij als de huisarts te lang wacht, of als de ambulance niet komt of te laat?

Het antwoord van Jezus confronteert ons met de hemelse manier van doen die niet de onze is. Als de zussen Jezus laten roepen zegt Hij: “Deze ziekte voert niet tot de dood, maar is om Gods glorie, opdat de Zoon Gods er door verheerlijkt moge worden.”

Hoe kan Jezus zeggen: “Deze ziekte voert niet tot de dood, …”. Want Lazarus gaat dood. Hij ligt al na een paar dagen in het graf. Als wij met ziekte en dood worden geconfronteerd, staat ons hoofd niet naar diepzinnige theologische of vrome woorden. We willen genezen, we willen van de pijn af, de ziekte maakt ons moe en moedeloos. Maar wat Jezus hier zegt en als uitleg geeft , moet ons aan het denken zetten, nu, hier, vandaag, zodat als wij worden geconfronteerd met ziekte en dood, wij voorbereid zijn. Jezus zegt: “Deze ziekte voert niet tot de dood, maar is om Gods glorie …”

Wat wij liever niet zien of willen zien is dit: Ook ziekte en dood, tegenslag en teleurstelling, moeilijkheden en crisissen, hebben een plek in Gods plan. Sterker nog; heel de geschiedenis van Gods Volk is een geschiedenis van vallen en opstaan, van zonde en bekering, van sterven en tot leven komen, van kleiner worden en weer groeien. Al die gebeurtenissen krijgen een plek in Gods geschiedenis met ons en onze geschiedenis met God.

Kan ziekte dan een functie krijgen? Kan het tot iets goeds leiden; zoals de ziekte van Lazarus? Eigenlijk zeggen we, het zou er niet moeten zijn. Maar dat is niet de werkelijkheid, het is er. Als wij blijven hangen in het idee dat het er niet zou moeten zijn, dan gaan we horen bij de mensen die God de maat nemen, die zeggen, ik geloof niet meer in God, want er is zoveel ziekte, er is zoveel tegenslag en ellende. Als God almachtig is, waarom stopt Hij dan niet de oorlog en waarom geneest God dan niet de kinderen? Dit zien we ook in het Evangelie van vandaag, letterlijk: “Sommigen onder hen zeiden: “Kon Hij, die de ogen van een blinde opende, ook niet maken dat deze niet stierf?” Zij zijn echter blind voor de werkelijkheid en blind voor Gods werken in onze wereld.

Wanneer wij bij tegenslagen bereid zijn de weg met Jezus te gaan, dan zal Hij op zijn tijd zeggen: “Lazarus, kom naar buiten!” Vul nu bij de naam Lazarus uw eigen naam maar in en de namen van zoveel anderen. Vandaag proeven we reeds iets van de vreugde van Pasen. Hij is de verrijzenis en het leven. Dat spreken we uit in onze geloofsbelijdenis. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die ons nieuw leven geeft.

Wij bidden dat Gods Woord ook in onze tijd mensen tot leven wekt, dat Gods Woord de graven van onze moderne samenleving opent, zodat allen die God zoeken en verlangen naar het eeuwig Leven, tevoorschijn komen. (Laat ons [zingend] bidden.)

Wij bidden om bevrijding voor mensen die vastlopen in de race van deze tijd. Wij vragen om inspiratie en bemoediging voor mensen die de zin van het bestaan hebben verloren. En voor hen die in hun relatie op een dood punt zijn beland vragen wij om nieuwe levenskracht in hun liefde. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen, voor beroepskrachten, vrijwilligers en alle parochianen, dat we elkaar ondersteunen in het geestelijk leven, om te leven in de vrijheid van Gods kinderen en te delen in het leven van Christus. (Laat ons bidden.)

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor ouders, kinderen en kleinkinderen, wij dat deze veertigdagentijd ons helpt om te zien welke graven van onze tijd mensen gevangen houden. Wij vragen om Gods liefde die leven geeft en bevrijdt, die ons tot leven wekt en vooruit helpt. (Laat ons bidden.)

Intenties

Back To Top