Ga naar hoofdinhoud

We mogen allemaal iets bijdragen aan het offer van Christus. Elke poging de liefde te laten overwinnen. Elke poging stand te houden in geloof. Elke tegenslag die we moeten dulden en uithouden en het toch niet opgeven.

Eucharistievieringen in het weekeinde van 21 en 22 mei 2011, om 17.00 en 09.30, en 11.00 uur in de parochiekerken van De Goede Herder en de Heilige Jozef te Wassenaar, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2011TMP05A

Lezingen

E.L.: Handelingen 6,1-7
Ps.: Psalm 33 (32), 1-2, 4-5, 18-19
T.L.: 1 Petrus 2,4-9
VE.: Johannes 14,6
Ev.: Johannes 14,1-12

Homilie

Verleden week was het roepingenzondag. Vandaag horen we over de roeping van zeven diakens. We horen hun namen en twee van deze namen kunnen wat bekender klinken, want ze zijn de afgelopen tijd al gepasseerd. Het gaat om de diakens Stephanus en Filippus. Stephanus hebben we herdacht als de martelaar die gestenigd wordt en die in Navolging van Jezus stervend bidt voor zijn moordenaars. Over Filippus hoorden we deze weken dat hij door de Geest geleid een Ethiopiër tot het doopsel brengt en vervolgens meteen door de Geest weer wordt verder geleid naar een volgende plaats.

Dit past goed bij wat de tweede lezing ons voorhoudt: Ieder van ons is geroepen een levende steen te zijn in de Kerk als Gods bouwwerk. Maar hoe doe je dat? Hoe word je een levende steen?

Het is ook niet zo’n gemakkelijke beeldspraak. Een steen is koud en hard, vast en onbeweeglijk. Maar daardoor ook stevig en sterk. Het lijkt erop alsof wordt verder gedacht op de uitspraak van Jezus naar Petrus: Jij bent de steenrots. Dan gaat het om stevigheid. Zelfs de machten van het kwaad, het bulderen van de zee, zal de rots niet doen wankelen. Het doet ook denken aan de tempel van Jeruzalem. Die heilige plaats, waar God onze gebeden hoort.

Maar levende stenen, wat zijn dat? Misschien is het goed om meteen een paar andere beeldspraken erbij te nemen. In dezelfde lezing zegt Petrus aan het einde: “Jullie zijn een uitverkoren geslacht. Jullie zijn een koninklijk priesterschap. Jullie zijn een heilige natie. Jullie zijn Gods eigen Volk.”

Die laatste beeldspraak kennen we vanuit het Oude Testament. In het verbond dat God via Mozes sluit zegt Hij: Julie zullen mijn volk zijn en ik zal jullie God zijn. Die beeldspraak trekt Petrus nu door naar de Kerk. Alle gedoopten staan in het Nieuwe Verbond en door Christus worden zij één Volk, Gods eigen Volk. De eretitel voor Israël, gebruikt Petrus voor de Kerk over de hele wereld.

Eigenlijk gebeurt er ook zoiets met hoeksteen en steen. Petrus zegt: “De hoeksteen van het hele bouwwerk is Christus. Als Christus de hoeksteen is, dan zijn jullie de andere stenen van het hele bouwwerk.” Net als Christus heeft ieder van ons een plaats in het grote geheel.

Het lijkt ook op de gelijkenis die Paulus ons voorhoudt als hij de Kerk typeert als Lichaam van Christus. Jezus is het hoofd, wij zijn de ledematen. Het oog kan niet opscheppen tegenover de hand, en de hand kan niet opscheppen tegenover de voet. Maar als het oog niet doet wat hij moet doen, komt er wel duisternis over het lichaam en als de voet niet wil bewegen, dan blijft het lichaam staan. Ieder heeft een taak en een plaats.

Als we nu naar die tempel kijken en we zoeken wat onze plaats in de tempel is. Er is in de tempel een heiligdom. Sommigen hebben hun plaats in het heiligdom, ik denk aan de kosters, misdienaars, koorleden en de priesters. De tempel heeft ook een grote voorhof, waar veel mensen langskomen. Ik denk dan aan de wijkcontactpersonen en de diaconie. Onze tempel in Wassenaar heeft een toren met klokken, ik denk dan aan pers en publicatie. We hebben hier glas en lood ramen, ik denk dan aan de catechese.

Wij zijn levende stenen in een levende kerk, waarvan Jezus de hoeksteen is. Wij zijn ledematen in het ene lichaam van Christus. Wij zijn Gods eigen Volk, wij zijn een priesterlijk geslacht.

Over dat laatste wil ik het ook even hebben. De priester, zoals we die in het Oude Testament tegenkomen, is iemand die offers opdraagt. Jezus is de hogepriester, Hij het Lam van God, heeft zichzelf gegeven, dat is de hoogste eredienst. Dat is ook wat wij hier vieren, zijn offer, zijn zelfgave. De priester-voorganger vervult dit werk binnen de gemeenschap, binnen het volk, binnen het huis. Maar toch is ieder afzonderlijk ook lidmaat van dat priesterlijk volk. Ieder brengt iets in bij dat offer. Wat nog aan het offer van Christus ontbreekt is dat wat wij in de tijd, in het leven van alle dag, kunnen toevoegen. Ieder van ons mag iets bijdragen. Daarvan is de collecte de uitbeelding. De collecte is behalve praktisch, we maken tenslotte kosten als kerkgemeenschap, ook symbolisch. Wat wij naar het altaar brengen, behalve brood en wijn, behalve de collecteschaal, is alles wat wij inbrengen in Gods koninkrijk.

En wat brengen wij in? Elke poging de liefde te laten overwinnen. Elke poging stand te houden in geloof. Elke tegenslag die we moeten dulden en uithouden en het toch niet opgeven. Zoveel kleine dingen, maar ook zware gebeurtenissen. We geven het aan God, zoals Jezus heel zijn werken, zijn verkondiging, maar ook zijn lijden en kruisdood aan de vader heeft gegeven.

Hier zijn de graankorrels vermalen tot brood. Hier zijn de druiven geperst tot wijn. Hier geven wij het leven in Gods hand en ontvangen het terug als Brood van Leven, Lichaam van Christus, als Kelk van de redding, Bloed van Christus. Hier zijn wij kinderen van de Vader. Hier vieren we zijn Nieuwe Verbond met ons. Hier horen we dat wij zijn kinderen zijn, hier ontmoeten we elkaar als broers en zussen.

Dan is het Evangelie vandaag de bekroning. Welkom in het huis van de Vader. Daar wordt alle beeldspraak werkelijkheid. Daar zijn wij kinderen van de ene Vader, daar komen wij thuis als broers en zussen. Daar zien we hoe onze inspanningen zijn huis mede hebben opgebouwd. Amen.

Voorbede

Bidden wij tot God die ons roept en zendt.

Bidden wij voor de Kerk, voor de gedoopten, dat allen zich bewust mogen zijn van hun roeping en zending. Vragen we dat allen zich laten invoegen als levende stenen in de ene tempel, als echte ledematen van hetzelfde Lichaam van Christus. Laat ons bidden.

Bidden we voor onze wereld, vragen wij om meer bezinning, meer rust, meer toewijding. Dat mensen zich werkelijk bewust zijn van de diepere waarden, dat zij zoeken naar de zin en de betekenis van ons bestaan. Dat zij dat ook in onze kerk mogen vinden. Laat ons bidden.

Bidden we voor onze nieuwe bisschop Johannes van den Hende, om inspiratie en kracht voor zijn nieuwe taak. Vragen we Gods genade voor hem, dat hij het Evangelie weet te verkondigen en de gelovigen in de Randstad weet te bereiken. Laat ons bidden.

Bidden we voor de parochianen in ons cluster, voor gezinnen, voor alleenstaanden, voor jong en oud, dat iedereen zich geroepen mag weten voor een persoonlijke bijdrage aan Gods koninkrijk. Laat ons bidden.

Intenties

Back To Top