Ga naar hoofdinhoud

Gods goedheid en Gods barmhartigheid is onnavolgbaar voor ons al te aardse verstand, die druist in tegen ons idee over rechtvaardigheid, maar die is tegelijk o zo weldadig als het ons eigen leven betreft.

Eucharistieviering in de parochie van de H. Augustinus, in de kerken van Sint Willibrordus en Sint Jozef (Wassenaar) en de H. Willibrord (Oegstgeest), weekeinde van 23 en 24 september 2017, om 19.00, 09.30 en 11.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek beluisteren (MP3)

Preek: A2017DHJ25AAUFX

Lezingen

E.L: Jesaja 55, 6-9
Psalm: Ps. 145 (144), 2-3, 8-9, 17-18
T.L: Filippenzen 1, 20c-24. 27a
All. Vers. Cf. Handelingen 16, 14b
EV: Matteüs 20, 1-16a

Homilie

Kent u het Bijbelboek Job? Over die man Job die rechtvaardig leeft, maar toch de ene tegenslag na de andere krijgt. Iedereen vraagt zich af hoe dat kan. Vrome vrienden proberen hem duidelijk te maken dat God absoluut rechtvaardig is, dus blijft als enige mogelijkheid over dat Job gezondigd heeft en daarvoor nu gestraft wordt. Maar Job weigert dat aan te nemen, want hij heeft rechtvaardig geleefd. Ze willen Gods rechtvaardigheid doorgronden. Op het laatst komt God uitgebreid aan het Woord: “Toen begon de HEER in storm en wind tot Job te spreken: Wie waagt het daar met woordenkraam mijn bestel te verdoezelen? Weer je als een man, want Ik ga je vragen stellen, jij geeft bescheid. Waar was je toen Ik de aarde begon te bouwen? Spreek op als je zoveel weet. Wie stelde het bestek vast – jij weet dat toch – wie bepaalde de maten? Waarop werden haar zuilen afgezonken? Wie plaatste de sokkels onder het eenstemmig gejuich van de morgensterren en het gejubel van alle zonen van God? Waar was je toen de zee haar poorten beukte, onstuimig los wilde breken uit de moederschoot, toen Ik haar kleedde in wolken en hulde in windsels van morgenslierten, …? Heb jij ooit de morgen ontboden en hem opdracht gegeven om de aarde bij zijn einders te grijpen en de zondaars eraf te schudden? (Job 38, 1-13).” Zo gaat het nog een paar hoofdstukken door.

In onze tijd zouden we misschien zeggen: Beste Job, waar was jij, toen ik in een oogwenk met een oerknal dit heelal tot bestaan riep? Waar was jij toen ik dit zonnestelsel met de precisie van een horlogemaker afzonderde en instelde? Was jij getuige van de eerste zonsopgang, van het eerste leven, van de eerste vis en de eerste vogel, en van de eerste oogopslag van man en vrouw?

In de eerste lezing van de profeet horen we ook zoiets: “Uw gedachten zijn nu eenmaal niet mijn gedachten, mijn wegen niet uw wegen – is de godsspraak van de Heer – maar zoals de hemel hoog boven de aarde is, zo hoog gaan mijn wegen uw wegen te boven en mijn gedachten uw gedachten”.

Waarom begin ik hiermee? Omdat het kan helpen dit wonderlijke evangelie over de werkers in de wijngaard beter te verstaan. Want het is niet logisch om iemand die een uur heeft gewerkt hetzelfde te betalen als iemand die de hele dag heeft gewerkt met zelfs wat overuren. Dit is niet logisch. Zo bouw je geen CAO op, zo regel je ook de arbeidscontracten niet. Iedereen voelt aan dat hier iets wringt. Tegelijk kunnen we goed begrijpen wat Jezus met deze parabel bedoelt, als die landeigenaar zegt: “Mag ik soms met het mijne niet doen wat ik verkies of zijt ge kwaad, omdat ik goed ben’?” Goedheid kun je niet inperken door een idee of gevoel over rechtvaardigheid. Maar zelfs met dit in gedachte blijft de parabel wringen. Daarom begon ik met het verhaal over Job en daarom staat deze tekst van Jesaja vandaag als eerste lezing.

Weet u nog waar de lezing verleden week over ging. Ik zal u helpen, het ging over vergeving. Een heer die zijn medewerkers ter verantwoording riep. Een man die een schuld had zoveel als de begroting van een klein land en een andere man die bij hem een schuld had van een paar maandsalarissen. De eerste vraag was: Is het logisch dat die heer die enorme schuld kwijtscheldt, alleen omdat die man hem erom smeekte? Nee dat is niet logisch, het is niet zakelijk en het is misschien zelfs naïef. Zo liet Jezus verleden week zien dat Gods barmhartigheid niet strookt met onze logica. De bekende gelovige 17e-eeuwse filosoof en wiskundige Blaise Pascal zei het zo: “Het hart heeft redenen die de rede niet kent”. Dat geldt voor mensen, het geldt eens te meer voor Gods goedheid en Gods barmhartigheid, die is onnavolgbaar voor ons al te aardse verstand, die druist in tegen ons idee over rechtvaardigheid, maar die is tegelijk o zo weldadig als het ons eigen leven betreft.

Zoiets geldt dus ook vandaag met die werkers in de wijngaard. Harde werkers van het eerste uur krijgen net zoveel als de werkers die nog een uurtje in de koele middagzon hebben gewerkt. Daarom deze vraag: Met wie vereenzelvigt u zich in de parabel van vandaag? Voelt u mee met de werkers van het eerste uur of met die van het laatste uur? Dat is belangrijk, want voelt u zich een werker van het eerste uur, dan blijft dat gevoel van onrechtvaardigheid. Maar voelt u zich een werker van het laatste uur, bent u laat tot inzicht gekomen, laat tot geloof gekomen, laat tot bekering gekomen. Dan bent u God eindeloos dankbaar dat Hij u zo rijkelijk zijn barmhartigheid betoont.

Ik kan me voorstellen dat de gelovige Joden in de tijd van Jezus aanstoot namen aan deze parabel. Zij onderhielden als Godsvolk al generaties de Wet van Mozes, zij waren werkers vanaf het allereerste uur. Farizeeën, die van kindsbeen aan trouw leefden naar de Wet, zouden die door God niet rijker beloond moeten worden dan een tollenaar die zich in zijn ouderdom bekeert en bij God verzoening vindt. Zou het Joodse Volk niet meer bescherming en welvaart moeten krijgen dan de heidenvolken die zich zo laat pas hebben aansloten en die bovendien een light versie van het geloof aanhouden?

Met wie vereenzelvigt u zich, met die werkers van het eerste uur of die van het laatste uur. De bedoeling is natuurlijk dat wij zo groeien in verbondenheid met God dat zijn liefde ons hart gaat vervullen en ons denken richting gaat geven. Dat wij groeien in barmhartigheid en ons verheugen met Jezus, met de Vader en de Geest, met God die naar al zijn kinderen kijkt met ogen van liefde, met zorg en barmhartigheid; dat we ons verheugen met God die al zijn kinderen wil samenbrengen in het huis van de Vader, waar ruimte is voor velen. Amen.

Voorbede

Wij mogen steunen op Gods oneindige barmhartigheid, daarom bidden wij:

Wij bidden voor de voor alle gelovigen, voor alle mensen die Christus willen navolgen, dat God hun harten mag verruimen, zodat zij vreugde vinden in ieder mens die zich vroeg of laat aansluit op de weg van Christus. Dat niemand zich laat bepalen door misplaatste afgunst of jaloezie. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor alle mensen die op een eerlijke manier hun boterham verdienen, dat zij dankbaar zijn voor hun dagelijks brood. Bidden we voor menswaardige arbeidsomstandigheden, voor eerlijke arbeid en een eerlijk loon, dat de mensenrechten wereldwijd worden gehandhaafd. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor onze parochie en onze parochiekernen. Dat we onszelf niet te snel beschouwen als werkers van het eerste uur, dat we vreugde scheppen in Gods barmhartigheid en blijven beseffen dat we die barmhartigheid zelf als eerste nodig hebben. (Laat ons [zingend] bidden):

Wij bidden voor gezinnen en alleenstaanden, voor echtparen, ouders, kinderen en kleinkinderen, om begrip voor elkaar, begrip dat we verschillend zijn, begrip voor elkaars zwakheden, dat de liefde van Christus ons op de been houdt en de liefde onder elkaar versterkt. (Laat ons [zingend] bidden):

Intenties

Back To Top