Ga naar hoofdinhoud

Zondag horen we een schitterend verhaal van David (Sam. 26, 2-23). Koning Saul zoekt uit afgunst David te doden. Dan krijgt David plotseling de kans om zijn vijand uit te schakelen, hij hoeft maar toe te steken. Maar, zegt David: ‘Nee, dood hem niet! Wie slaat ongestraft de hand aan de gezalfde van de Heer?’ Het lijkt misschien naïef, maar het is groots. David beantwoordt kwaad met goedheid. Hij spaart een leven in plaats van het te nemen. Waarom? Hij zegt: ‘Wie slaat ongestraft de hand aan de gezalfde van de Heer?’ David ziet Saul niet als een vijand, hij blijft hem zien als de koning, door God gezalfd. Hij blijft Saul zien in zijn relatie met God. Dat is wat Jezus ook ons voorhoudt.

Jezus geeft daar in het verhaal van de verloren zoon een mooi voorbeeld van (Lucas 15, 11-32). Als de verloren zoon weer thuiskomt, is de oudste zoon in alle staten, woedend. Zijn vader moet naar hem toekomen. Dan zegt die oudste zoon: ‘Nu die zoon van u is teruggekeerd …, die zoon van u, die alles heeft gedaan wat God verboden heeft …’ Dan zegt de vader: ‘Die broer van jou, was dood en is levend geworden’. Jezus vraagt aan ons dat wij elkaar blijven zien door de ogen van de Vader, elkaar als broers en zussen blijven zien. Dat we menselijke zwakheden incalculeren, niet met een berekend risico, maar met een voorschot van liefde. Jezus vraagt dat we onze vijanden blijven zien als kinderen van God, die altijd kans maken op bekering. Jezus heeft tot het laatst die houding ingenomen. Zelfs voorbij de dood, voorbij de afrekening, voorbij de ondergang: De vijanden hebben Hem klein gekregen, ja zelfs voorbij zijn vernietiging. Hij hield vol: ‘Vader’, zo bad Hij voor zijn moordenaars, ‘vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen’. Zo vraagt Jezus het ook aan ons.

Wij leven relatief in vrede. We kunnen ons eigen domein goed afschermen. Geen Christenvervolging, alhoewel, er is een sluipende Christenvervolging bezig die terrein wint. Geen bloedvergieten, we leven veilig, alhoewel, wereldwijd is dat anders. Maar hier hebben we het niet slecht. Toch vraagt Jezus ook ons, niet alleen je bovenkleed, met status en aanzien af te geven, maar ook je onderkleed, waarin je jezelf zo veilig voelt (Lucas 6, 27-38). Hij vraagt aan ons dat we elkaar zien als kinderen van de ene Vader. Doe dát voor de ander, wat jij hoopt dat de ander ook voor jou doet.

Plebaan Michel Hagen
Katholiek Nieuwsblad #4 – Week 7 2022

Back To Top