Ga naar hoofdinhoud

Ooit vroeg een moeder mij: “Pastoor, mijn dochtertje is niet gedoopt, kan ze dan niet meedoen met de Eerste Communie? Misschien herkent u dit, in de familie of bij kennissen. Het roept de vraag op waarom ouders hun kind laten dopen. Omdat het anders niet mee kan doen met de Eerste Communie? Omdat het erbij hoort als je Katholiek bent? Omdat het gewoonte is in de familie? Om de erfzonde af te wassen? Dat laatste is inderdaad al een oude overtuiging en theologie van de Kerk. Om bij God te horen? Ook dat hoort bij de kerkelijke leer. Om lid te worden van de Kerk? Ook dat klopt. Maar misschien kan ik nog een andere reden noemen. Ooit kreeg ik een vraag van een meisje: “Pastoor, ik ben niet gedoopt, ben ik dan geen kind van God?” Ze keek er heel beteuterd bij. Zij wilde graag kind van God zijn.

In het doopgesprek met jonge ouders komt deze vraag ook naar voren. Het is dan goed om naar het kleine kind te kijken, zo helemaal van hen samen; dat het leeft, negen maanden heeft het mogen groeien in de schoot, dat het ademt, kijkt, drinkt, lacht en dat alles werkt; een vuile luier is een goed teken. Heeft dat kindje al iets kwaads gedaan? Nee! Maakt het al slechte plannen? Nee! Waarom dan laten dopen? Wij zouden misschien beter zelf ons doopsel hernieuwen, om wat meer te worden als dat kind, zo onschuldig, echt en ontvankelijk. Jezus zegt niet voor niets: “Als gij niet opnieuw wordt als de kleine kinderen, zult gij het Rijk Gods niet binnengaan”. Het kleinste, onschuldigste en meest lieve als voorbeeld voor ons volwassenen. Maar waarom dan toch dat kind laten dopen? Net als de vraag van dat kleine meisje; is dit baby’tje dan niet al kind van God?

Ik ben ervan overtuigd dat God al intens van elk mensenkind houdt, al is het nog maar een millimeter groot. God ziet het leven van dit kind al voor Zich. God verheugt zich in dit mensenkind en vanaf het allereerste begin, vanaf de eerste celdeling zegt God: “Mensenkind, wil jij mijn kind zijn?” Een vraag die van God uit in alle tijden door blijft klinken, tot wij antwoord geven. Ons antwoord is van groot belang. “Ja God, ik wil uw kind zijn!”

Het is een diep verlangen van God om een echte Vader-kind relatie te hebben met ons. Dat kan echter alleen van twee kanten komen. De liefde van God is er al, nog voor wij Hem kunnen liefhebben. Hij nodigt uit tot een antwoord. Je kunt de doop inderdaad zien als een nieuw begin, doordat iets ouds, iets van de oude mens, wordt overwonnen, dat is als men zegt de erfzonde wordt afgewassen. Je kunt terecht zeggen, je wordt door de doop lid van de Kerk, je gaat bij Gods gezin horen. Maar het meest duidelijke is misschien dat je zo “ja” zegt op Gods liefde: “Wil jij mijn kind zijn?” “Ja, ik wil uw kind zijn!”

Afgelopen zondag was het Feest van de doop van de Heer. Het is een feestelijke ervaring van Jezus, als de Vader zegt: “Dit is mijn Zoon; jij bent mijn Zoon, mijn veelgeliefde, in wie Ik welbehagen heb.” Dat feest vieren we in feite elke doopzondag, als ouders zeggen: “Ja God, wij willen dolgraag dat ons kind ook uw kind is, net als Jezus”. Dan is het feest op aarde én in de hemel, het feest van het Nieuwe Verbond.

Pastoor Michel Hagen

Back To Top