Ga naar hoofdinhoud

Open je hart voor Hem. Als we dat doen, gebeurt er iets bijzonders. Dan wordt ons hart zijn woning, dan ontstaat er in ons hart opnieuw een verwachting naar God, naar meer, naar een ongelofelijke toekomst.

Eucharistievieringen in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, weekeinde van 28 en 29 november 1998, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A1999ADV01A

Lezingen

EL: Jes. 2, 1-5
EV: Mt. 24, 37-44

Homilie

Open je hart. Misschien hebt u, bij het luisteren naar de lezingen gedacht: hoe zijn ze op dit thema gekomen? Het komt toch nergens terug, niet in de eerste lezing, niet in de Evangelie lezing. Waar vinden we de link met het thema ‘Open je hart’ ?

Zichtbaar is het wel, dat hart, hier vooraan, de tekening drukt het thema duidelijk uit. Ook het lied bij de intocht bracht het onder woorden in het tweede couplet: “Ons hart gaat open voor de Nieuwe Tijd”. Nieuwe Tijd met hoofdletters, het gaat dus echt om iets bijzonders. Zelfs bij de schuldbelijdenis kwam het enigszins naar voren: “Heer, doe ons hart van liefde branden”.

Maar in de lezingen komt het woord hart zelfs niet voor. Waarom dus die titel: ‘Open je hart’?

De eerste link is natuurlijk de Advent. Advent is: komst, aankomst. Een tijd van voorbereiden. Maar hadden we dan niet beter het thema kunnen nemen: ‘open je huis’? Dan is het duidelijk dat er iemand aankomt.

Er is iets bijzonders met de Advent. We verwachten iemand, maar al tweeduizend jaar zien we Hem niet komen. Toch wil Hij dat we vol verwachting blijven, dat we de fakkel van de Advent jaar na jaar weer aansteken en doorgeven. Het vuur, nieuw licht, de Adventkrans. Al meer dan 2000 jaar wordt zijn komst verwacht. Eenmaal is Hij gekomen en Hij heeft beloofd dat Hij terug zal komen. Dus staan wij klaar voor zijn komst, alhoewel.

Als we ons eens vergelijken met die mensen in het Evangelie: Net als vóór de zondvloed: de mensen aten en dronken, trouwden en gaven ten huwelijk. Het is het leven van alle dag, dat slokt je op, en dat heeft ook zijn charme: vreugden en zorgen, arbeid en ontspanning, liefde en leed, dat is het leven! Wat moet je nog meer? Een man en een vrouw, kinderen, brood op de plank, een feest van tijd tot tijd, waar maak je je zorgen om?

Als dat je leven is wat heb je dan nog te verwachten? Verwachten wij eigenlijk nog iets? Een mooiere of luxere auto misschien? Niet nodig. Een betere keuken in huis? Nou ja, misschien! Een supersnelle computer, ach het kan handig zijn, maar zo gaat het ook. Verwachten we nog iets of zijn we verzadigd.

Zou dat misschien het verschil zijn met de jaren voor en na de oorlog? Mensen zagen toen uit naar het moment dat er vrede kwam, dat de oorlog voorbij was, dat familieleden herenigd en de doden betreurd konden worden. Maar waar zien wij nog naar uit?

Mensen zien uit naar de dingen die hen aan het hart gaan, waar hun hart voor open staat of al vol van is. U kent het gezegde: “waar het hart van vol is loopt de mond van over”. Je zou dus aan de kranten, de gezinsbladen, de televisie, de films of de video’s kunnen zien waar in deze tijd het hart van de meeste mensen van vol is. Dus is het misschien ook interessant om die vraag aan onszelf te stellen: “Waar is mijn hart vol van? En: verwacht ik nog iets?”

Open je hart. Dat is al iets moois als dat lukt, maar daar schiet je nog niets mee op als je hart al helemaal vol is door zoveel andere dingen. Dan kan er niets meer bij. Dus open je hart kan vandaag twee dingen betekenen. Het kan betekenen: zet de deuren van je hart wijd open, want er is iemand die aanklopt en die hoopt dat jij voor Hem opendoet. Maar het kan ook betekenen: doe die deuren van je hart open en maak eerst ruimte, ga opruimen, kijk eens kritisch waar jouw hart al vol is, waar jouw hartsverlangen mee gevuld is. Maak ruimte voor zijn Komst.

We wachten al tweeduizend jaar. Een keer is Hij gekomen, als een kind. Het was een moederhart dat Hem ontving, dat open stond voor die belofte van God. Het was een vaderhart dat de zorg voor Hem op zich nam. Er waren harten die opengingen bij zijn verschijnen, maar er waren ook heel veel harten die voor Hem gesloten bleven, zij gingen door met eten en drinken en waren te vol met andere dingen om open te doen voor God.

Het is Advent. We denken niet na over anderen maar over onszelf. Stel dat een dief een kaartje in de bus doet: vannacht kom ik uw video meenemen plus wat andere kostbaarheden. Hoe zou u reageren. We zouden het niet geloven, want zo doet een dief niet. Maar we zouden niet rustig gaan slapen. Als we nu voor onze video of sieraden of geld of allerlei andere dingen wel een nachtje op zouden blijven, om te voorkomen dat ze door een ongewenste gast worden meegenomen, dan weten we meteen waar ons hart vol van is. In de Advent mag zichtbaar worden of ons hart ook open staat voor minder materiële dingen, dat wij klaar staan voor een welkome gast.

Het is trouwens wel aardig dat Jezus zichzelf met een dief vergelijkt, alleen is Hij niet een dief die rooft en plundert, maar eerder een inbreker die iets moois meebrengt, een die aan jouw hart genezing en herstel biedt. Een inbreker die alleen maar goedheid en liefde schenkt.

Toch is Hij ook een dief, Hij is zelfs een hartendief. Hij steelt ons hart maar geeft daarvoor ook de liefde van zijn eigen hart terug. Mag Hij ons hart hebben, met alles wat erin is?

Als we daar ja op zeggen, gebeurt er iets bijzonders. Dan wordt ons hart zijn woning, dan ontstaat er in ons hart opnieuw een verwachting naar God, naar meer, naar een ongelofelijke toekomst.

Onze hartendief heeft een briefje gestuurd, het is zijn Woord, zijn Evangelie, de Blijde Boodschap: Hij zegt: Ik kom eraan. Wie klaar staat, nodig ik uit voor mijn feest.

Ik wens u een goede Advent. Amen.

Back To Top