Ga naar hoofdinhoud

Met de wet die je hebt gekozen, en die je zelf in het leven hebt gehanteerd. Met die wet word je ook geoordeeld.

Eucharistieviering in de parochiekerk van de H. Bartholomeus te Poeldijk, 15 september 2002, 10.00 uur, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2002DHJ24Agezin

Lezingen

EV: Mt. 18, 21-35

Homilie

Er waren eens twee broers die naar een nieuw land trokken. In het nieuwe land aangekomen werden ze bij de koning gebracht. Hij zei: ‘Jullie mogen hier twintig jaar wonen, dan volgt er een test of je mag blijven. Maar wie meer dan een maand in de gevangenis heeft gezeten, kan niet langer blijven.’ ‘Graag,’ zeiden de broers, ‘wij gaan akkoord.’ ‘Let op’, zei de koning, ‘het tweede is dat je dan wel onze wetten moet respecteren.’’ Natuurlijk,’ zeiden de broers, ‘geef ons maar uw wetboek.’

‘Maar daar zit het juist in’, zei de koning. ‘Wij hebben twee wetboeken. Het ene boek heb ik hier.’ En hij nam een groot dik boek. ‘Alles is beschreven, waar je recht op hebt, wanneer iemand jou wel of niet moet betalen. Met dit wetboek kun je de politie erbij halen als je buurman overlast bezorgd, je kunt zelfs de koning voor het gerecht dagen. Dit heet het Boek van wet en gerechtigheid, van oordelen en veroordelen.’ ‘Het tweede boek,’ en nu nam hij een dun boekje erbij, ‘heet het Boek van barmhartigheid, er staan maar een paar woorden in.’

De oudste broer wilde graag het boek van wet en gerechtigheid, van oordelen en veroordelen, dan wist hij precies waar hij aan toe was, dan kon hij zich verzekeren en had hij recht op veel dingen. De jongste broer twijfelde even. Hij vroeg zich af of hij al die wetten wel zou kunnen leren, en als je ruzie met je buurman hebt, dan los je dat niet op door een rechtszaak. Hij koos voor het boekje van barmhartigheid. Thuis gekomen begon hij er in te lezen. Er stonden dit soort woorden in: ‘Oordeel niet en je zult niet veroordeeld worden. Wees barmhartig zoals uw hemelse Vader barmhartig is. Wat gij niet wilt dat u geschiedt, doe dat ook een ander niet. Al wat gij wilt dan anderen voor u doen, doe dat ook voor hen. Vergeef elkaar, zoals uw hemelse Vader u vergeeft, dan zul je kinderen van de Allerhoogste worden genoemd. Uw vriendelijkheid moet bij alle mensen bekend zijn. Bemint elkander met hartelijkheid. Werk mee, en leef gelovig, van harte en niet uit dwang.’

De beide broers gaan aan de slag, ze verliezen elkaar uit het oog, en maken van alles mee. De oudste heeft een groot bedrijf ontwikkeld, maar toen het slechter ging, begon hij met de belasting te knoeien. Hij werd gepakt en ging 32 dagen de gevangenis in. De jongste werkte in het ziekenhuis. Hij had al een paar keer iemand kunnen redden, maar toen hij een keer ‘s avonds teveel had gedronken, en toch achter het stuur kroop, maakte hij een grote aanrijding. Ook hij kreeg 32 dagen gevangenis.

Na 20 jaar stonden ze beiden voor de koning. De Officier van Justitie las voor wat ze gedaan hadden. Aan het einde zei de koning. ‘Mijn oordeel is kort. De jongste mag blijven. De oudste moet vertrekken’. ‘Maar hoe kan dat nu.’ Zei de oudste. ‘We hebben allebei 32 dagen gevangenis gehad. Dan moet hij ook weg.’

Daarop antwoordde de koning: ‘Met de wet die je hebt gekozen, en die je zelf in het leven hebt gehanteerd. Met die wet word je ook geoordeeld. Jij hebt het Boek van wet en gerechtigheid gekozen. Uw broer heeft het Boek van barmhartigheid gekozen. Hij wordt met barmhartigheid geoordeeld. Daarom mag hij blijven. Want de barmhartigheid overwint het oordeel.’ Amen.

Back To Top