Ga naar hoofdinhoud

Veertig dagen om kritisch naar jezelf te kijken. Laten we elkaar erbij helpen, want alleen valt dat niet mee. Ook het Volk van God maakte de tocht naar het beloofde land samen. Mozes had de leiding, God gaf de inspiratie en de richting en samen gingen ze op weg naar het land dat God had beloofd.

Eucharistieviering 13 februari 2002, om 10.00, in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2002QDR00A-ASWOEN1

Lezingen

E.L: Joël 2, 12-18
T.L: 2 Kor. 5,20 – 6,2
EV: Mat. 6, 1-6. 16-18

Homilie

Verleden week hoorden we Jezus zeggen: “Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is.” Goede werken doen voor het oog van de mensen. En nu horen we: “Denk erom, beoefent uw gerechtigheid niet voor het oog van de mensen….”

Als we dat zo oppervlakkig tegenover elkaar zetten kan het tegenstrijdig lijken, als je de slotregels er niet bij neemt. Verleden week was de slotregel: “Zo moet ook uw licht stralen voor het oog van de mensen, opdat zij uw goede werken zien en uw Vader verheerlijken die in de hemel is.” Deze keer horen we: “Beoefent uw gerechtigheid niet voor het oog van de mensen, om de aandacht te trekken; anders hebt gij geen recht op loon bij uw Vader die in de hemel is.”

Het komt bij Jezus op de juiste nuances aan. Het gaat Hem om de binnenkant. Hij heeft in zekere zin liever iemand die stommiteiten uithaalt, met de allerbeste bedoelingen, dan iemand die toevallig ook nog iets goeds doet, maar met een volkomen verkeerde instelling. Het gaat Hem om de binnenkant.

Met dat in gedachten wil ik iets zeggen over de opstelling op de hoek hier van het priesterkoor. Tijdens de Carnaval vroeg een van jullie hoe het nu ging met de symboliek. Tot nu toe heb ik steeds gepreekt over de kleding die ik droeg. Weet je nog, verleden jaar, een toetsenbord, Gods Woord mag ook digitaal verkondigd worden, een paraplu van de koorddanser, voor het juiste evenwicht. Maar wat nu dit jaar?

Ik had wel iets aan willen trekken, maar ik kon de spullen niet op tijd te pakken krijgen, u moet het dus doen met uw fantasie. Ik heb vanaf mijn zestiende een jaar of drie bij mijn vader gewerkt, die was kachelsmid, met een winkel voor kolen- en oliekachels. Dat betekende dat we ook schoorsteenvegers waren, want voor je een nieuwe haard plaatste, moest de schoorsteen geveegd worden. Ik had hier dus een schoorsteenvegersoutfit willen plaatsen. Dat is een beetje omgekeerde aswoensdag. Op aswoensdag krijgen we een kruisje met as. Als schoorsteenveger probeer je de as en het roet juist te verwijderen. Waar gaat het om?

Wanneer je klanten benaderde of het weer tijd werd om de schoorsteen te laten vegen, waren er altijd wel wat mensen die dat niet nodig vonden. Het leek dan alsof hun kachel altijd schoon brandde, alsof hun schoorsteen niet vuil kon worden, of er geen verstopping op kon treden en zij geen risico liepen. Als iemand dan zei, ach laten we het toch maar doen, stonden ze vaak te kijken wat er uit de schoorsteen kwam.

Dat is voor mij een beetje de vergelijking met het leven. ‘Ach het is nog niet nodig.’ ‘Ach bij mij wordt het niet zo vuil.’ ‘Ach het is nog niet zo lang geleden.’ Maar nu gaat het niet meer om het vuil van de buitenkant. Als schoorsteenveger zag je er af en toe niet uit. Vooral als er een oliekachel had staan roeten, van die vette roet die overal aan bleef zitten. Maar met zeep en een goede douche was alles op de duur wel weer schoon te krijgen. Dat is vuil aan de buitenkant. Mijn werk is veranderd. Het gaat nu om een heel ander vuil, iets aan de binnenkant. Maar het kost evenveel en misschien nog meer moeite om het eruit te krijgen. En als je het laat zitten is het net zo gevaarlijk of nog gevaarlijker dan die schoorsteen. Dan loop je het risico van een schoorsteenbrand of koolmonoxydevergiftiging. Met die vervuiling aan de binnenkant kan er een ander brandje ontstaan en een andere vergiftiging.

Dat is mijn outfit, mijn carnavalskleding die ik helaas niet meer ter beschikking had. Toch had ik tijdens de carnaval de juiste kleding aan, namelijk mijn gewone kleding, de kleding die ik als dagelijkse geestelijke schoorsteenveger draag. Als u straks naar voren komt, dan volgt dat kleine teken met de as. Daar kun je van alles bij denken: “Mens je bent stof, beeld je nu niets in, alsof je de hele wereld aankan, eens ga je dood, dan is het op de duur dit wat er over blijft.” Of: “Mens bekeer je, kijk weer eens kritisch naar jezelf, nu niet vijf minuten of een uurtje in de viering, maar neem daar eens veertig dagen de tijd voor.” Ontzeg je wat, vooral iets van datgene wat de geest niet zuiver maakt. Vul maar in. Wat zie ik op TV, in de krant, waar dan ook, wat mijn geest niet zuiver maakt. Wordt het niet eens tijd dat ik daar iets anders voor ga verzinnen?

Veertig dagen om kritisch naar jezelf te kijken. De Kerk helpt je erbij. Anders gezegd, laten we elkaar erbij helpen, want alleen valt dat niet mee. Ook het Volk van God maakte de tocht naar het beloofde land samen. Mozes had de leiding, God gaf de inspiratie en de richting en samen gingen ze op weg naar het land dat God had beloofd.

Neem deze orde van dienst gewoon mee naar huis en lees die lezingen nog eens rustig na. Deze woorden hebben als 2000 jaar mensen geïnspireerd. Er zit een kracht in die ook ons mag raken. Het kan ons in beweging zetten om de binnenkant een goede opknapbeurt te geven. Misschien wilt u zich daarbij nog iets extra voornemen in deze viering. Misschien mag dat askruisje daarvan dan de bezegeling zijn. Een teken aan de buitenkant, om iets aan de binnenkant te bevestigen. Dan bidden wij in deze viering om Gods kracht en hulp, dat we deze veertigdagentijd inderdaad gebruiken, zoals God hem heeft gegeven. Onze naaste wordt er beter van, onze omgeving, en wijzelf. En God is er blij mee. Amen.

Back To Top