Ga naar hoofdinhoud

Het zou aardig zijn om eens met elkaar in gesprek te gaan over de bekoringen van deze tijd. Wat de een een bekoring vindt, vindt de ander misschien best wel kunnen. Wat de een het hellend vlak vindt, ziet de ander juist als vooruitgang.

Eucharistieviering 16 februari 2002, om 19.00, in de parochie van de H. Bartholomeus te Poeldijk, door pastoor Michel Hagen. A.M.D.G. – I.H.S.

Preek: A2002QDR01A

Lezingen

E.L: Gen. 2, 7-9. 3, 1-7
EV: Mat. 4, 1-11

Homilie

Van alle dieren die God de Heer gemaakt had, was er geen zo sluw als de slang. Een sprookje, of eerder een griezelverhaal? Een dierenfabel of is het een Oosterse Wijsheids-vertelling? Is het een Bijbelse legende, of is het eerder gewoon de realiteit, de harde werkelijkheid in Bijbelse Woorden?

Sluw. De kinderen van de duisternis zijn slimmer dan de kinderen van het licht’, zegt Jezus. God is slecht en de duivel is een mensenvriend, zo lijkt het bij Eva over te komen. God gunt ons niet wat de duivel ons wel gunt. Maar wie is die duivel dan? We komen vandaag vier benamingen tegen. Eerst de slang. Dan in het Evangelie de duivel, daarna wordt hij de verleider genoemd en aan het slot de Satan.

Verschillende namen, verschillende beproevingen, verschillende omstandigheden en toch een en dezelfde kracht die Jezus herkent. Een kracht die hem van zijn diepste roeping weghoudt. Maar …

Wat heeft dat verhaal ons nu nog te zeggen? Moet je dat verhaal nu zo letterlijk nemen? Waren het niet gewoon hallucinaties van Jezus, door de honger? En het is al tweeduizend jaar terug! Wat houdt het in dat we dit nu steeds weer lezen?

We lezen het omdat het zijn kracht nog steeds niet heeft verloren. Kijk eens waar het om gaat. Drie domeinen van ons leven. Om te beginnen de economie, dat is brood op de plank, geld achter de hand, techniek om je brood mee te verdienen, een goed belegde boterham, een gezond lichaam en alles wat daarbij hoort. Waarom zou je je ontzeggen wat moeder natuur je zo ruim biedt. En nog een stap verder, waarom zou je niet gebruiken wat de techniek je biedt.

Genetische manipulatie, genetische modificatie, klonen, we kunnen straks alles maken; ofwel, letterlijk ‘maak van deze stenen brood’. De juiste enzymen, de juiste aangepaste bacteriën, de juiste aangepaste granen en na een poosje bak je overal brood van. We maken wat we willen, we kunnen wat we willen, wij zijn de moderne godenzonen, de schepping is aan ons overgeleverd. Wat scheelt het met deze regel uit het Evangelie? “Als Gij de Zoon van God zijt, beveel dan dat deze stenen hier in brood veranderen.” Je kunt het toch? Waarom niet doen wat je wel kunt? Het is een moderne bekoring, de verleider is hetzelfde. Maar hoe komt het dat Jezus die verleider wel herkent en wij vaak niet. Hoe komt het dat de wereld volop met de verleider meeloopt en pas jaren later erachter komt dat dit het verkeerde spoor was.

Want zo kun je alle bekoringen doornemen en vertalen naar nu: economie, religie en politiek. Waarom gooi je je niet naar beneden? De Bijbel zegt dat de engelen je zullen dragen! Waarom naar de kerk, de Bijbel zegt toch dat God overal is! Je kunt de Bijbel gebruiken om te bewijzen dat God niet bestaat, als de juiste zin er maar uit haalt. Of die laatste bekoring, alle koninkrijken, staat er; de bruiloft van Willem Alexander en Maxima is er niets bij, de regering van Bush valt in het niet, alle koninkrijken, alle tijden, alle eeuwen, jouw macht is niet te evenaren. Later zal Jezus zeggen: De groten der aarde regeren met ijzeren vuist. Dat mag bij jullie niet het geval zijn. Die bekoring heeft hij hier al overwonnen. Regeren met ijzeren vuist. De macht grijpen en ten koste van alles behouden. Geweld, invloed, intrige, het politieke spel. Niets van de alles. Met geweld het geloof opdringen, oorlogen om het geloof, macht ten koste van alles. Niets van dat alles. Liever zelf het kruis dragen dan anderen kruisigen.

Alle bekoringen kun je in deze drie onder brengen. Ofwel, je kunt het zo gek niet verzinnen of Jezus heeft het moeten overwinnen. Waarom die lezing van tweeduizend jaar oud, over Jezus die al lang naar de hemel is, over een duivel waar haast niemand meer in gelooft, met bekoringen die je zo niet tegenkomt?

Wie oren heeft, die luistere. Wie ogen heeft, die kijke. Dan zien we en horen we de bekoringen van vandaag. Dan vinden we bij Jezus een houding om stand te houden. Het zou aardig zijn om eens met elkaar in gesprek te gaan over de bekoringen van deze tijd. Wat de een een bekoring vindt, vindt de ander misschien best wel kunnen. Wat de een het hellend vlak vindt, ziet de ander juist als vooruitgang. Het is niet simpel. Beter gezegd, uit onszelf komen we niet verder dan die man en die vrouw uit het eerste verhaal. Zij herkennen de verleider niet. Uit onszelf zijn wij niet sterker dan zij. Het is goed om dat verhaal zo te lezen. Het gaat niet over toen, maar over nu.

Uit onszelf kunnen we het niet. Het Evangelie zegt: ‘Het is Jezus wel gelukt’. Aan ons de vraag: ‘Willen wij de weg van Jezus gaan? Willen van Hem leren die verleidingen te herkennen en te weerstaan?’ Of zeggen we, ‘die weg is de weg voor Jezus, maar mijn weg is een andere.’ De veertigdagentijd is er de tijd voor om ons daarop te bezinnen.

De drie antwoorden van Jezus mogen onze leidraad zijn:
“Niet van brood alleen leeft de mens, maar van elk woord dat komt uit de mond van God.”
“Gij zult de Heer uw God niet op de proef stellen.”
“De Heer uw God zult gij aanbidden en Hem alleen dienen.”

Nog twee andere zinnen kunnen ons helpen in deze veertigdagentijd. Straks bidden we ze in het Onze Vader: “Uw Rijk kome. – Uw Wil geschiede.” Uw Rijk, niet mijn koninkrijkje of alle koninkrijken der aarde, niet de mensenheerschappij, maar dat God mag regeren. Hoe? Doordat zijn Wil geschiede. Dat wij ons afvragen: ‘Wat zou God willen,’ niet wat zouden wij willen, niet mijn wil geschiede, niet dat God doet wat ik wil, maar dat wij doen wat Hij wil.

Veertig dagen, om door de woestijn heen weer wat meer te leren de weg met Jezus te gaan Amen.

Back To Top